Hertrouwen na een scheiding
Ds. J.H. van Dijk | Geen reacties | 09-06-2003| 00:00
Vraag
Er worden verschillende vragen beantwoord betreft een echtscheiding. Er wordt dan duidelijk aangegeven dat een echtscheiding en hertrouwen niet mag tenzij er sprake is van overspel of een ongelovige echtgenoot. Hoe komt het dat er dan zo veel gescheiden mensen hertrouwen binnen de gereformeerde gezindte? Welk criterium wordt door de kerkenraad gehanteerd om in de kerk te mogen hertrouwen na een scheiding?
Antwoord
Hertrouwen na echtscheiding: een verschijnsel binnen kerkelijk Nederland, dat zich helaas voordoet. Nu past ons, zeker pastoraal gezien, altijd een grote mate van voorzichtigheid bij het behandelen van vragen m.b.t. een ontbonden huwelijk, dat éénmaal kerkelijk bevestigd werd.
De vragensteller is bekend met het feit, dat Gods Woord slechts een geoorloofde grond tot echtscheiding geeft, namelijk overspel. Een ongelovige echtgenoot geeft geen reden tot scheiding. Lees daarvoor 1 Korinthe 7.
De vraag concentreert zich op het feit dat zoveel gescheiden mensen toch blijken te trouwen. Dat is een constatering, waarop ik inhoudelijk nauwelijks kan ingaan. De praktijk is vele malen weerbarstiger dan de leer. Niet alleen op het terrein van het zevende gebod. Bovendien geeft dit voorbeeld aan, dat de gebrokenheid van het leven (door de zonde) zich ook binnen de kerkelijke gemeente laat gelden.
Maar hoe daar op te reageren, wanneer bij een tweede huwelijk kerkelijke bevestiging wordt aangevraagd. Ik denk dat de criteria, die daaraan ten grondslag liggen van kerk tot kerk zullen verschillen. Reformatorische kerken zullen over het algemeen zich houden aan wat daarover bepaald is in de Kerkorde art. 70 is bepaald.
In grote lijnen komt dit neer op het volgende: Een tweede huwelijk van of door de onschuldige partij is geoorloofd en kan zonder bezwaar kerkelijk worden bevestigd (oorzaak scheiding: overtreding zevende gebod). Kerkelijke bevestiging van een tweede huwelijk, dat door een andere reden ontbonden werd dan door de hierboven genoemde oorzaak, wordt afgewezen (b.v. kwaadwillige verlating). Dit wordt eerst mogelijk na getoond berouw, bewezen christelijke levenswandel en gedane schuldbelijdenis.
Ds. J. H. van Dijk
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.H. van Dijk
- Geboortedatum:14-07-1950
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. van Dijk is op 20 juli 2011 overleden.