(...) de bewuste vergeving van zonden en tevens de blijdschap met God in Christu...
Ds. C. Harinck | Geen reacties | 03-12-2007| 00:00
Vraag
Aan Ds. C. Harinck. Ik las van de week iets van Thomas Boston. Hij sprak over zekerheid van het geloof. Hij spreekt over de zekerheid vanuit de openbaring van Christus in ons hart. Tevens stelt hij dat Christus in ons hart op een zaligmakende manier geopenbaard moet worden. Onder zaligmakende openbaring verstaat hij de vergeving van onze zonden. Als dit niet is gebeurd, zijn we nog onverzoend met God in Christus. Hij zegt dat de hel vol ligt met bekommerde zielen, die menigmaal hebben geweend en geklaagd over hun ongeluk. Hij leert dus geen leven voor de bewuste rechtvaardigmaking. Hij heeft het dan ook over één uit elke stad en één uit elk geslacht. R. M. McCheyne schrijft precies hetzelfde als Boston: de bewuste vergeving van zonden en tevens de blijdschap met God in Christus die moet gevoeld, gesmaakt en geproefd worden. Hij heeft het dan over die onuitsprekelijke RUST en VREDE die alle verstand te boven gaat. Hoe kijkt u hier tegen aan?
Antwoord
Ik vind je stellingname eenzijdig. Ik weet wel, dat vooral bij de oude Engelse theologen de geloofsvereniging met Christus het bewijs van het christen-zijn is. Dit is trouwens zo ook in de Bijbel. Zij kennen geen christenen, die niet door het geloof met Christus zijn verenigd. Zij hebben er wel oog voor dat dit geloof zwak en bestreden kan zijn, maar anderzijds weten zij niet van gelovigen die Christus niet kennen. Dit is bij de Nadere Reformatie bij sommigen anders. De bekommerde christen vraagt zich af of hij wel met Christus is verbonden. Men kan wedergeboren zijn en toch niet door het geloof met Jezus zijn verbonden. Waar dit gezegd wordt is de pastorale tegemoetkoming aan de bekommerden te ver doorgeschoten. Slechts een ieder die in de gekruisigde Christus gelooft, zal zalig worden. Dit moet de dienaar de zondaren prediken en leren. Hoe dit aan Gods kant ligt is een zaak waar wij niet mee kunnen werken kunnen.
Dan je opmerkingen over Boston en McCheine. In de bespreking van de bekende twaalf slagen zegt Boston inderdaad dat er van alles kan zijn, zoals vernedering, gebrokenheid, bedelen om genade, maar dat dit alles nog steeds voortkomt uit een repareren van de breuk en een zoeken zich de genade waardig te maken. De eigen hulp en verwachting moet gedood om zich geheel aan Christus toe te vertrouwen. Nu wil dat niet zeggen, dat Boston ontkent dat droefheid over de zonde, de begeerte naar verlossing, het verlangen om God te dienen en genegenheid naar Christus vruchten van de wedergeboorte zijn. Zie zijn hoofdstuk over de wedergeboorte in de Viervoudige Staat. Boston en McCheine verachten het kleinste werk van God niet, maar leren nadrukkelijk dat het gevaarlijk is buiten Christus te rusten en dat de Heilige Geest in een zaligmakenden bearbeiding een ziel geen rust buiten Christus geeft.
En wat de kennis van Christus betreft, een verstandelijk weten dat er een Jezus is, kan een bedroefd en verslagen hart niet troosten. Men heeft een persoonlijke kennis van Christus nodig door het Evangelie en de verlichting van de Heilige Geest. Jezus moet met het hart gekend, dierbaar en noodzakelijk worden. Deze kennis is vrucht van openbaring door de Heilige Geest en het Evangelie. Maar hoewel zij over de noodzaak van deze kennis spreken en alles buiten de geloofsvereniging met Christus ongenoegzaam vinden, stellen zij niet dat er geen geestelijk leven is voor de bewuste rechtvaardigmaking. Bostons spreken over het gekrookte riet en Erskines spreken over de zwangere belofte laten zien, dat een ziel wel een lange strijd kan hebben voordat men tot de troostvolle kennis komt dat men door God is vrijgesproken van schuld en straf.
Let er tenslotte op, dat er meer veiligheid is in het kleinste en zwakste geloof dat Jezus aankleeft dan in al de grote termen over een bewuste rechtvaardigmaking en bijzondere ervaringen, die Jezus niet echt dierbaar aan het hart maken. Het is een wat breed antwoord geworden, maar het onderwerp vereiste het.
Ds. C. Harinck
Dan je opmerkingen over Boston en McCheine. In de bespreking van de bekende twaalf slagen zegt Boston inderdaad dat er van alles kan zijn, zoals vernedering, gebrokenheid, bedelen om genade, maar dat dit alles nog steeds voortkomt uit een repareren van de breuk en een zoeken zich de genade waardig te maken. De eigen hulp en verwachting moet gedood om zich geheel aan Christus toe te vertrouwen. Nu wil dat niet zeggen, dat Boston ontkent dat droefheid over de zonde, de begeerte naar verlossing, het verlangen om God te dienen en genegenheid naar Christus vruchten van de wedergeboorte zijn. Zie zijn hoofdstuk over de wedergeboorte in de Viervoudige Staat. Boston en McCheine verachten het kleinste werk van God niet, maar leren nadrukkelijk dat het gevaarlijk is buiten Christus te rusten en dat de Heilige Geest in een zaligmakenden bearbeiding een ziel geen rust buiten Christus geeft.
En wat de kennis van Christus betreft, een verstandelijk weten dat er een Jezus is, kan een bedroefd en verslagen hart niet troosten. Men heeft een persoonlijke kennis van Christus nodig door het Evangelie en de verlichting van de Heilige Geest. Jezus moet met het hart gekend, dierbaar en noodzakelijk worden. Deze kennis is vrucht van openbaring door de Heilige Geest en het Evangelie. Maar hoewel zij over de noodzaak van deze kennis spreken en alles buiten de geloofsvereniging met Christus ongenoegzaam vinden, stellen zij niet dat er geen geestelijk leven is voor de bewuste rechtvaardigmaking. Bostons spreken over het gekrookte riet en Erskines spreken over de zwangere belofte laten zien, dat een ziel wel een lange strijd kan hebben voordat men tot de troostvolle kennis komt dat men door God is vrijgesproken van schuld en straf.
Let er tenslotte op, dat er meer veiligheid is in het kleinste en zwakste geloof dat Jezus aankleeft dan in al de grote termen over een bewuste rechtvaardigmaking en bijzondere ervaringen, die Jezus niet echt dierbaar aan het hart maken. Het is een wat breed antwoord geworden, maar het onderwerp vereiste het.
Ds. C. Harinck
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. Harinck
- Geboortedatum:09-04-1933
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
257 artikelen
Bijzonderheden:
Emeritus
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties