Kaarten met vrienden
Ds. E. Gouda | Geen reacties | 05-02-2005| 00:00
Vraag
Ik kaart wel eens met een groep vrienden. Ik heb wel eens gehoord dat het verkeerd is. Is dat zo? En zit er nog verschil in kaarten? Wij kaarten met nr. 2-10, boer, vrouw, heer, aas en joker, volgens mij. Is dat verkeerd. Ik durf het niet aan m’n ouders te vragen. Ik ben dan bang dat ze me dan verbieden om naar m’n vrienden toe te gaan.
Antwoord
Beste vragensteller,
Er is een kleine brochure, “Waarom ik niet wil kaarten”, uitgegeven door de stichting Lectori Salutem die ingaat op je vraag. Maar ik zal je van antwoord voorzien. Het feit dat jij 'bang' bent, tekent de situatie. Is je geweten onrustig?! Waarom is dat zo? Wie spreekt je in je geweten aan? De duivel? Nee, die niet. Want wat hij wil is zoveel mogelijk mensen van God vervreemden. Hij gunt God niet één ziel. Ook de jouwe niet.
Het kaartspel is wel genoemd het prentenboek van de duivel en een van de poorten naar de hel. Hoe komt men daartoe? De ontwerper van de speelkaarten was een zeer goddeloos man, die spotte met God en zijn gebod. Voor zijn ontwerp koos hij bijbelse figuren. De koning stelde de duivel voor. De vrouw was Maria, de moeder van de Heere Jezus. Zo deed hij het voorkomen alsof de Heere Jezus de zoon van de duivel en Maria was! De harten en ruiten stelden het bloed van de Heere Jezus voor. De joker, d.w.z. de dwaas of de vrolijke grappenmaker, was de Heere Jezus Zelf. De schoppen en klaveren betekenden de vervolging en vernietiging van de heiligen. Zijn verachting voor de wet legde hij in de tientallen, die in de kaarten terug te vinden zijn (pp. 5-6).
Wil je nog meer horen? De duivel geeft de mens de middelen wel in handen (lees: de kaarten) om zijn ziel te verwoesten (p. 8). Ik voeg er aan toe dat de duivel (het woord duivel komt volgens Plato van 'daimon', dat verstandig betekent) veel geraffineerder is dan welke menselijke geest dan ook. Hij zal geen kans onbenut laten om je te verleiden. Juist op het terrein van vermakelijkheidsspelen gaat hij rond als een briesende leeuw om jonge kinderharten vroeg voor hem in te winnen. De duivel beseft dat de jonge jaren de beste zijn, dan immers kan de tedere tak nog alle richtingen gebogen worden.
Kaarten is een spel dat al vele eeuwen gespeeld wordt, maar daarom is het nog niet goed. Het beeld dat van kaartspelers geschetst wordt is meestal ongunstig. Zo lees ik in het boek “Losbandige jeugd”, het volgende: "Zowel soldaten als jeugdigen ontbrak het nogal eens aan zelfbeheersing, ze hadden meer tijd en mogelijkheden dan andere groepen om te kaarten, te drinken, te roken en vrouwen te versieren. In openbare ruimtes waar mannen bijeen kwamen, zoals taveernes, konden jongens zien hoe soldaten en schutters plezier maakten. Hun vaders maakten ze in dergelijke situaties niet mee, althans niet wanneer die zich hadden geconfronteerd aan het ideaal van de volwassen man en vrome huisvader" (p. 70).
En dat brengt me bij een ander onderwerp. De huisvader als het voorbeeld van vroomheid, die het goede voorbeeld geeft, opdat ook de jeugd dat leert navolgen. Als jij zegt dat je ouders je het kaarten zullen verbieden, waarom is dat dan? Omdat men voor jou het goede zoekt, dat wil zeggen, geborgenheid voor je ziel. Weet je overigens dat iets stiekem doen, ongehoorzaamheid aan het vijfde gebod is?! Misschien ook iets om over na te denken.
Laat je leven niet beheersen door vragen als wat is wel en niet goed. Maar zoek eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid. Als je door bekering en geloof met God leert leven, dan komen de zaken van het alledaagse leven in een ander licht te staan. Dat gun ik je van harte. Dan laat je je kaarten vanzelf liggen. Dat is namelijk vrucht van het nieuwe leven. Zoek dat leven. Want "Wie vroeg in zijn jeugd de godzaligheid betracht, doet een Gode aangenaam werk. Kijk maar naar de bijbelse voorbeelden: Jozef, Samuël, Daniël en Timothëus. De wereld lijkt wel mooi en zoet, maar haar loon is verschrikkelijk en bitter, namelijk het eeuwige verdriet van de hel. Niemand is te jong om God te dienen. Er is niets zekerder dan de dood. “Oude lieden moeten sterven: maer oock jonghe lieden kunnen sterven/ seydt het spreeck-woordt”, en de ervaring leert dat er meer jongeren sterven dan ouden. De jongeling houdt zijn weg volgens David zuiver als hij het richt naar Gods Woord. Dat Woord van God is de wil van God omtrent de zaligheid van de mens. Het is een heilig Woord, dat aanpoort tot “een heyligh leven/ om heyligh te wesen/ ghelijck Godt heyligh/ jae de heyligheydt selve is”. Een “uyterlijck vroom burgerlijck leven” is onvoldoende. Geloof in Christus is nodig, evenzeer als een “Godtsaligh leven” - want het geloof kan niet bestaan zonder heiligheid en godzaligheid des levens. De mens wordt uit genade zalig, maar de goede werken, zoals het leven in heiligheid, zijn de vruchten van het geloof en de tekenen van ware dankbaarheid" (a.w., pp. 87-88).
Ik eindig met een gebed van Psalm 119 (vers 5): Waarmede zal de jongeling zijn pad,/ door ijdelheên omsingeld, rein bewaren?/ Gewis, als hij het houdt naar ’t heilig blad./ U zoekt mijn hart, mijn oog blijft op U staren;/ laat mij van ’t spoor, in Uw geboôn vervat,/ niet dwalen, HEER’, laat mij niet hulp’loos varen.
Met een hartelijke groet,
Ds. E. Gouda
Dit artikel is beantwoord door
Ds. E. Gouda
- Geboortedatum:25-12-1968
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Nieuw-Lekkerland
- Status:Actief