Samuel en het kalf
Ds. J. van Rossem | Geen reacties | 28-08-2005| 00:00
Vraag
Naar aanleiding van 1 Samuel 16, en daarvan de eerste 3 verzen. Waarom moest Samuel een kalf meenemen? Zou Saul hem dan niet zoeken (te doden)? Wat maakt dit kalf voor verschil? Ook een vraag naar aanleiding van 2 Sam. 1 en 1 Sam. 31:4. In 1 Sam. 31 staat dat Saul al dood was. En in 2 Sam 1:9 wordt er gezegd door de knecht, dat hij Saul heeft gedood. Ik neem aan dat deze gezant loog? Ook snap ik niet helemaal wie deze gezant was. Was deze nu van het leger van Saul? Maar hij was een Amalekiet, zei hij in vers 8. Dat was toch een vijand? Kunt u mij duidelijk maken wie hij precies was?
Antwoord
Hartelijk dank voor je vragen n.a.v. 1 Samuel 16 en 2 Samuël 1:1.
In 1 Samuel 16:1-3 gaat het om het bevel van de Heere aan Samuël. Eerst is daar in dat bevel het verwijt van de Heere aan Samuël omdat deze voortdurend treurt over Saul die door de Heere verworpen is. Daarmee zegt Samuël feitelijk dat hij ontevreden is over de weg des Heeren in dezen. Juist deze ontevreden Samuël moet van de Heere David gaan zalven tot de nieuwe koning van Israël. Samuël maakt bezwaar. Zijn handelwijze kan worden uitgelegd als een poging om Saul van de troon te stoten en zal, als deze ervan hoort, met de dood bestraft worden. Deze kleinmoedigheid van Samuël verraadt in dit geval gebrek aan vrijwilligheid. Toch getuigt dit gesprek ook van de grote vertrouwelijkheid in de omgang tussen de Heere en tussen Samuël. Diens bezwaar wordt uit de weg geruimd. Samuël moet in Bethlehem de Heere een offer gaan brengen, opdat bij Saul geen argwaan zal worden gewekt. De zalving van David moet geheim blijven.
Blijkens het gebezigde woord voor offeren is niet een brand-, maar een slachtoffer bedoeld, dat gevolgd wordt door een maaltijd waaraan alleen genodigden mogen deelnemen. (vgl 9:12). Omdat het hier om een offermaaltijd gaat moet Samuël een kalf meenemen.. Een jong dier, in hetwelk geen gebrek is, en op welk geen juk gekomen is (Num. 19:2). Dus een volmaakt dier, omdat de Heere een volmaakte God is en met een gebrekkig offerdier geen genoegen neemt. Kalveren werden bij andere, vaak speciale gelegenheden, als offer gebruikt. (Deut. 21:3). Dat betekent in zekere zin dat Saul Samuël dan niet zoekt om te doden, maar dat ligt op zich niet aan het offerdier. Ook andere offerdieren worden geofferd. Een kalf wordt genoemd omdat dit om een bijzonder offer gaat, gebruikt bij een offermaaltijd.
De tweede vraag gaat over 2 Samuël en 1 Samuél 31. In 1 Samuël 31 lezen we hoe Saul zichzelf van het leven berooft en zo zelfmoord pleegt. In 2 Samuël 2 wordt vermeld van de Amalekietisch man die tot David in Ziklag kwam (die plaats was hem door de Filistijnen aangeboden) en hem daar vertelde hoe hij Saul op diens verzoek gedood had en hem daarbij zijn kroon en armband (vers 10) had ontroofd en nu deze beide aan David kwam brengen als bewijs, hopende om een beloning te krijgen. Hij zei dat hij Saul gedood had omdat hij gewond was. Een leugen. Deze man was niet van het leger van Saul, maar een voorbijganger. Als de man geweten had dat David kort te voren van een expeditie van de Amalekieten was teruggekeerd, zou hij misschien niet zo openlijk voor zijn Amalakietische afkomst zijn uitgekomen. We lezen in vers 6 dat het hier om een jongen (!) ging die naar het slagveld was gegaan om van de gesneuvelde soldaten te plunderen. Dergelijke zaken kwamen na veldslagen meer voor. Hij heeft zijn leugen met de dood moeten bekopen omdat de Heere alle onwaarheid haat. Wie zich op een nare manier verrijkt ten koste van een ander, zal er alleen maar armer en erger van worden. David toont zich in het geheel niet verheugd over de dood van Saul en is de zogenaamde moordenaar van de koning niet dankbaar. Integendeel, David is van mening dat hij als de moordenaar van de gezalfde des Heeren zich des doods heeft schuldig genaakt (zie 2 Samuël 4:10).
De Heere haat alle onwaarheid en zoekt naar waarheid in het binnenste. En al onze handelingen brengt de Heere eens in het gericht. Vraag maar om oprechtheid en waarheid in het binnenste en zoek Hem te kenen Die de Waarheid is.
Ik wens je de zegen van de Heere toe. God Die lust in waarheid heeft, mint hem die rechtvaardig leeft.
Ds. J. van Rossem
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J. van Rossem
- Geboortedatum:04-03-1945
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Status:Inactief