Praten over seks met de broek aan
Lana Kooijman | Geen reacties | 14-02-2012 | 08:23
De belangrijkste conclusies en resultaten van het onderzoek ‘Seks onder je 25e’ (2012) zijn bekend. Bijna 8000 jongeren vulden een digitale vragenlijst in met allerlei vragen over seksualiteit. Met een dergelijke steekproef mag je aannemen dat het onderzoek een representatief beeld geeft van de seksuele gezondheid van jongeren in Nederland. Maar het vorige onderzoek, uitgevoerd in 2005, leert dat je toch altijd kritisch moet blijven kijken naar onderzoeksresultaten. In het onderzoek van 2005 werd een gemiddelde leeftijd gepresenteerd waarop jongeren voor het eerst geslachtsgemeenschap zouden hebben: 17,1 jaar. Dit bleek echter geen gemiddelde maar de mediaan te zijn. Dat wil zeggen dat de helft van de jongeren op die leeftijd ervaring had met geslachtsgemeenschap, de andere helft van de 17-jarigen was nog maagd.
Te technisch
Terug naar de resultaten van 2012. De onderzoekers stellen dat het op verschillende punten goed gaat met de seksuele gezondheid van jongeren in Nederland. Na bestudering van de resultaten blijkt deze positieve waardering alleen betrekking te hebben op de meer technische en fysieke aspecten van seksualiteit, zoals bescherming tegen soa’s en het voorkomen van zwangerschappen. Thema’s als grensoverschrijding en gebrek aan emotionele voorbereiding stemmen beduidend minder positief. Zo geeft 17 procent van de meisjes aan wel eens gedwongen te zijn seksuele dingen te doen die ze niet wilden, bij jongens is dit 4 procent. Ook komt de eerste keer geslachtsgemeenschap voor ruim een derde van de jongeren onverwacht en heeft eveneens bijna een derde van de meisjes in mindere of meerdere mate spijt van de eerste keer, tegenover 16 procent van de jongens.
Brede en evenwichtige voorlichting
De overheid erkent bovenstaande problemen. Maar in de voorlichtingscampagnes zie je daar weinig van terug. Esmé Wiegman (CU) en Arjet Borger (adviseur gezondheidszorg en preventie) schreven hierover in de Volkskrant: ‘Als je deze campagnes mag geloven, is seks veilig als je maar een condoom gebruikt en 'nee' kunt zeggen. Veiligheid teruggebracht tot een technische maatregel, weerbaarheid vertaald in een effectieve noodremprocedure.’ De auteurs vinden het ‘opmerkelijk dat de lopende overheidscampagnes nauwelijks iets te melden hebben over het belang van liefde, vertrouwen en stabiliteit in een relatie’. Jongeren geven immers zelf aan ‘de prettigste seksuele ervaringen te hebben binnen een relatie met een vaste partner, die ze vertrouwden en van wie ze hielden.’
Eind april wordt er naar aanleiding van ‘Seks onder je 25e’ een actieplan gepresenteerd met aanbevelingen voor beleid. Ik sluit me aan bij de oproep van Wiegman en Borger voor een breed actieplan: ‘Jongeren hebben recht op goede, gezonde informatie. Ook over de positieve effecten van wachten met je eerste seksuele contact.(….)Dus, overheid, als je aan seksuele gezondheidszorg doet: leer jongeren praten over seks als de broek nog aan is. Dat is pas veilig.
Lana Kooijman
Lana Kooijman is projectleider van het Jan de Liefde Instituut, christelijk kenniscentrum over seksualiteit