Knuffeldieren
Menno de Bruyne | Geen reacties | 06-02-2025 | 13:58
Kom, laten we het eens over de wolf hebben. ‘We’, dat ben ik. Want ik heb inmiddels enig recht van spreken als het om de knuffels van Dion Graus en Esther Ouwehand gaat. Om twee redenen. De eerste is dat ik vorig jaar september m’n Haagse have heb ingepakt en uitgeladen in de velden op de grens van Friesland en Drenthe. De tweede is dat mijn vrouw en ik sinds 1 januari gezinsuitbreiding hebben gekregen.
Om met dat laatste te beginnen, om voor de hand liggende praatjes te voorkomen. Op Nieuwjaarsdag 2025 trippelde in huize De Bruyne Vos opgewekt een nietsvermoedende blondine binnen. Eentje op vier poten. Driekwart Golden Retriever, zachtmoedig van kop tot staart; een kwart Duitse herder, waaks van ogen en oren tot bek. Ze had een reis van zo’n vier uren achter de rug uit het lieflijke Kapelle, Zeeland.
Ze is opgegroeid in een degelijk nest: GerGem. Me dunkt, degelijker kan je het niet hebben. Ze blaft ook op hele noten, wat niet verwonderlijk is gezien haar solide opvoeding. Al is het nou ook weer niet zó verwonderlijk, want ik moet de eerste hond nog tegenkomen die ritmisch blaft. Hoe dan ook, na mijn Turkse vriendin heb ik nu een Zeeuws meisje, al is dat meisje al zes.
Maar we zouden het over de wolf hebben.
Welnu, in de landstreek waar ik nu dagelijks rondstap sluipen inmiddels ook wolven. Het meest tastbare bewijs daarvan is dat er in onze nabije omtrek (hemelsbreed ’n kilometer of twee) bijna wekelijks lijken van bebloede schapen aan de weg liggen te wachten op de vrachtwagen van het destructiebedrijf. Doodgebeten, dan wel dusdanig toegetakeld dat een dierenarts ze moet afmaken.
Tot 1 januari zat ik er niet zo mee. Ik vond het lichtelijk overdreven dat buurman Bauke in de schemering en des nacht zijn labradoedel en stabij uitlaat met een vervaarlijk scherpe schop en een zoeklicht waar menig vuurtorenwachter jaloers op zou zijn. Maar inmiddels doe ik hetzelfde als Bauke. Als mijn Zeeuws meisje haar laatste rondje loopt, moet ze aan de lijn en bescherm ik haar met een getrouwe kopie van het zwaard van ‘Grutte Pier’ (2,13 lang en 6,6 kilo zwaar) en zit er op m’n voorhoofd een schijnwerper, een heuse koplamp dus, goed voor duizenden Lumen.
En dat allemaal omdat de PVV, de Partij voor de Dieren en ander ezels vanuit hun veilig reservaten propageren dat wolven in het dichtstbevolkte land van de EU gewoon vrij rond moeten kunnen banjeren en de mensen en hun huisdieren zich maar moeten terugtrekken achter de tralies of bewapenen. Tijdens m’n laatste Kamerweek sprak ik in de lift met Esther Ouwehand over haar pluchedier. Toen we uitstapten was mijn conclusie: De PvdD kiest partij voor de wolf, ik voor het schaap. Wel zo Bijbels.