De vierde vinger
Refoweb | 3 reacties | 28-08-2020 | 18:47
Het volgende waar gebeurde verhaal speelde zich af half de 19e eeuw in Londen. De bekende predikant Charles Haddon Spurgeon was er in die tijd predikant.
Het was een tijd van grote tegenstellingen tussen rijk en arm. Spurgeon stichtte in die tijd dan ook veel zondagscholen in Londen om zo de veelal verwaarloosde straatkinderen met het Evangelie in aanraking te brengen.
Op één van deze zondagscholen gebeurde er iets verdrietigs, een meisje dat er regelmatig kwam, bleef ineens weg en bij navraag door de leidster, bleek dat zij een paar dagen eerder in haar slaap overleden was. De leidster dacht, ik ga toch even bij de familie langs om te condoleren, het was in een van de volkswijken van Londen.
Haar bezoek werd op prijs gesteld door de ouders van het meisje en voor dat ze weg zou gaan zei de moeder: ‘Wilt u haar misschien nog even zien?’ En op haar: ‘Ja dat is goed’, ging de moeder haar voor naar de kamer waar het meisje lag en ze zei: ‘Weet u wat we zo vreemd vinden, ze houdt met haar linkerhandje heel stijf de ringvinger van haar rechterhand vast, we konden het heel moeilijk los krijgen dus hebben we het zo maar gelaten en dan denk je, wat zou ze daarmee bedoeld hebben?’
Ineens zei de zondagschoolleidster: ‘Ik denk dat ik het wel weet wat ze hier mee bedoelde’. ‘O ja?’, zei de moeder. ‘Vorige week zondag tijdens de zondagschool heb ik verteld ,waar ook uw dochtertje nog bij was, over Psalm 23, een psalm van David en toen zei ik, dat David niet zegt in deze psalm: De Heere is de Herder, of de Heere is onze Herder, nee hij zegt: De Heere is MIJN Herder, met de nadruk op het woord mijn en dat is het vierde woord in die zin, en toen zei ik dat je gelukkig bent en wordt als je de Heere God ook jou Herder mag noemen, en vervolgens zei ik; en als je dat nu graag wil dan pak je vanavond als je naar bed gaat met je linkerhand de vierde vinger van je rechterhand vast -en ik deed het voor- want Mijn is het vierde woordje, weet je wel? En dan zeg je tegen de Heere God; Wilt u ook mijn Herder zijn?’
Dus dit meiske had ’s avonds dus de daad bij het Woord gevoegd, en kwam zij slapende bij haar Herder. Over kinderlijk geloof gesproken. ‘Hij geeft het Zijn beminden in de slaap.‘
Met dank aan C. Verheij en Marius van der Valk