Geen leven na de bevalling
Refoweb | 1 reactie | 05-06-2019 | 11:47
Er was eens een tweeling, twee jongetjes, die net ontvangen waren en in het verborgene van de baarmoeder groeiden. Ze ontwikkelden zich en werden zich bewust van hun omgeving. Ze lachten en zeiden: “Wat is het geweldig dat wij ontvangen zijn. Wat is het geweldig dat we leven!” Samen gingen ze op onderzoek uit in de wereld waarin ze leefden. Toen ze de navelstreng ontdekten waren ze blij: “Kijk eens hoe groot de liefde van onze moeder is; zij deelt haar leven met ons!”
De weken veranderden in maanden. De jongetjes merkten dat ze erg veranderden. “Wat betekent dit?”, vroeg de ene. “Het betekent dat er straks een einde komt aan ons verblijf in deze wereld”, antwoordde de ander. “Maar ik wil hier helemaal niet weg, ik wil hier altijd blijven”, zei de één. “We hebben niks te kiezen”, zei de ander, “maar misschien is er wel leven na de geboorte.” “Hoe kan daar leven zijn?”, zei de eerste. “Dan moeten we de streng loslaten, en hoe is er nog leven mogelijk zonder de navelstreng van onze moeder? "Het is niet waar, er is geen leven na de bevalling. En trouwens hoe zou het er dan uitzien?" "Dat weet ik niet, maar er zal zeker meer licht zijn dan hier. En misschien zouden we op onze benen gaan lopen en met onze mond gaan eten." "Het is onzin! Lopen is onmogelijk en met de mond eten is helemaal belachelijk. We eten toch via onze navelstreng!! Ik zal je nog sterker vertellen: We kunnen het leven na de bevalling wel helemaal uitsluiten want onze navelstreng is tóch veel te kort! En nog iets: we hebben wél bewijs dat hier anderen voor ons geweest zijn, maar geen van hen is ooit teruggekomen om ons te vertellen dat er leven na de geboorte is. Dit moet het einde zijn…”
Zo werd de eerste wanhopig en radeloos. “Als ontvangenis eindigt in geboorte, wat is dan het doel van leven in de baarmoeder? Het is zinloos. Misschien is er zelfs wel helemaal geen moeder.” “Maar er móet wel een moeder zijn”, zei de ander. “Hoe zijn wij anders hier gekomen? Hoe blijven we anders in leven?” “Heb jij onze moeder dan weleens gezien?”, zei de eerste wanhopig. “Misschien bestaat ze alleen maar in onze verbeelding. Misschien hebben wij haar bedacht, omdat die gedachte ons een prettig gevoel geeft.”
"Moeder? Je gelooft in de moeder? En waar denk je dat ze is?" "Nou, overal om ons heen. We zijn in haar en we leven dankzij haar. Zonder haar zouden we er niet eens zijn." "Ik geloof er niks van! Ik heb geen moeder gezien, dus zij bestaat niet." "Maar soms wanneer we stil zijn, dan horen we hoe ze zingt en we voelen hoe ze de wereld om ons heen aait. Weet je, ik geloof vast en zeker dat het echte leven nog komen moet!"
Zo kwam het dat die laatste dagen in de baarmoeder vervuld waren van hoop en verwachting. Eindelijk kwam de dag van de geboorte. Toen de jongetjes met moeite hun wereld verlaten hadden, deden ze hun ogen open. En ze huilden, van pure vreugde. Want wat ze zagen overtrof hun stoutste dromen...
N.b. Bovenstaand verhaal is samengesteld door Gerard van Mourik uit een aantal variaties op het origineel van de Spaanse auteur Pablo J. Luis Molinero (1980).