Ooievaarsverdriet
VDM | Geen reacties | 13-04-2018 | 20:43
Groot was de blijdschap van de buurt toen onlangs een ooievaarsechtpaar neerstreek midden in het dorp. De dieren kozen voor een enorme denneboom in een van de ruime tuinen. Dorpen hebben dat nog. Het eerste eiberpaar sinds tientallen jaren. Verwondering en vreugde bij de bewoners, dat begrijpt u. Die was echter van korte duur. In diezelfde boom had namelijk ook een eksterpaar zijn nest. Het luidruchtige stelletje was bepaald niet gediend van de nieuwe buren en startte per direct een treitercampagne. Dat liep zelfs uit op een heuse vorm van vandalisme en diefstal, waarbij takken uit het nest van de beide ooievaars werden geroofd. De nieuwkomers besloten uiteindelijk eieren voor hun geld te kiezen en vertrokken naar gastvrijer oorden. Immers, “zelfs een ooievaar aan den hemel weet zijn gezette tijden” (Jer. 8:7).
Vaak liggen in de natuur ook lessen voor ons mensen en in dit geval niet alleen op het gebied van gastvrijheid en betrokkenheid op elkaar. Gods Woord blijkt namelijk opnieuw verrassend actueel. Het gebeurt in Nederland namelijk maar relatief weinig dat ooievaars nestelen in bomen, laat staan in dennebomen. Maar wat zegt Psalm 104:17: ... “des ooievaars huis zijn de dennebomen.” De Psalm vervolgt met een loflied op de Heere en Zijn schepping. “Hoe groot zijn Uw werken, o HEERE! Gij hebt ze alle met wijsheid gemaakt; het aardrijk is vol van Uw Goederen.” En dan het crescendo: “Ik zal den HEERE zingen in mijn leven: ik zal mijn God psalmzingen, terwijl ik nog ben.” Doe je mee? En als je dat (nog) niet kunt, mag je Hem ook (aan)roepen. De Heere hoort namelijk zelfs het geroep van jonge raven (Ps. 147:9). En dat is bepaald geen lieflijk stemgeluid.