“Ik ken de Psalm, hij de Herder”
Refoweb | Geen reacties | 19-06-2017 | 14:19
Als jongens waren ze samen naar school gegaan. De één was predikant geworden en nu zou hij met emeritaat gaan. Een beroemd spreker was hij nooit geworden, maar wel had hij elke zondag eenvoudig, met zijn gehele hart het Evangelie verkondigd. De ander, zijn vriend, was ondanks dat hij uit een gelovig gezin kwam een gevierd toneelspeler geworden. Ook hij was aan het eind van zijn loopbaan gekomen en zijn vrienden boden hem een afscheidsdiner aan. Men vroeg of hij zelf zijn vrienden wilde uitnodigen en zo schreef hij dan ook zijn schoolkameraad, de dominee, om te komen. Hij zag er wel tegenop om in gezelschap van artiesten te verschijnen, maar tenslotte besloot hij toch om te gaan.
Tegen het einde van de maaltijd werd de toneelspeler gevraagd voor de gasten te declameren. Hij stemde toe op voorwaarde dat de predikant hetzelfde zou doen.
De gevierde man koos als onderwerp Psalm 23, welke hij declameerde. Hij sprak deze bekende woorden op onnavolgbare wijze en een daverend applaus volgde. Daarna stond de predikant op. Hij haalde zijn veelgebruikte zakbijbel tevoorschijn en las dezelfde psalm, maar eenvoudig zoals hij dat dikwijls bij een stervende had gedaan. Het werd heel stil. Toen hij het laatste vers had gelezen: ‘En ik zal in het huis des Heeren blijven tot in lengte van dagen’, stond de toneelspeler op en zei tot de gasten: ‘Weet u wat het verschil is? Ik ken de Psalm, maar hij kent de Herder’.
We wensen u van harte toe deze Herder te mogen leren kennen en te volgen. Want de schapen horen Zijn stem en volgen Hem. Wat is het toch erg dat we in onze geestelijke doodsstaat geen oren meer hebben om te horen, wat de Geest tot de gemeente zegt. Daarom is de wedergeboorte zo nodig te kennen om een nieuw oor te ontvangen, een geestelijk oor wat gericht is op het geklank uit de hemel. Dat doet verbonden zijn, door het zaligmakend geloof met Christus. Hij is de Goede Herder. Hij stelt Zijn leven voor de schapen.
Ds. J. D. Heikamp