Wit op zwart
Refoweb | Geen reacties | 26-01-2017 | 09:58
Afgelopen week ging ik naar kledingwinkel Hootsen in Kootwijkerbroek om een nieuw zwart pak te kopen. Men is daar immers gespecialiseerd in zwarte kledij. Er liggen trouwens over Hootsen en zwart gesproken nog lijntjes met Jannetje Hootsen, alias ‘zwarte Jannetje’ die jaren geleden in Polsbroek leidster was van een sekte. Jannetje die leefde van 1860 tot 1919 was afkomstig uit Veenendaal. Haar vader was daar landbouwer en wolkammer. De bijnaam ‘zwart Jannetje’ droeg ze niet vanwege zwarte magie waar ze wel van beschuldigd is, maar vanwege haar gitzwarte haar. Overigens is Jannetje met haar dwalingen ook wel eens ten onrechte zwart gemaakt over dubieuze praktijken die ze zou uitgeoefend hebben. Men is zelfs bezig met een soort eerherstel dienaangaande, begreep ik.
Mochten de beschuldigingen aan het adres van Jannetje Hootsen minder zwart-wit zijn dan men aanvankelijk dacht, bij Hootsen Kootwijkerbroek kunnen ambtsdragers terecht voor een zwart pak en hagelwitte overhemden. Er zijn volgens de verkoopster die me hielp veel mannen geweest die zich in de afgelopen weken in het pak hebben laten hijsen vanwege het aantreden van nieuwe ambtsdragers, hetwelk op 1 januari of de eerste zondag van januari placht plaats te vinden. Ik kon in ieder geval niet met een pak naar huis, omdat ik verschillende maten door elkaar nodig blijk te hebben. Alleen de zwarte stropdas kon ik alvast meenemen. Vooruit maar.
Toen ik al die kledingrekken langs liep met zwarte colberts, pantalons en gilets (sinds enkele dagen weet ik dat gilet een deftig woord is voor vestje) was ik in twijfel of deze kledingstukken wel echt zwart waren. Ze kwamen me meer donkergrijs over, mogelijk donkerblauw. De verkoopster wist er raad op. Ze loodste me mee naar buiten om zo bij het zonlicht me te overtuigen dat het degelijk zwart was. Ze bleek dat wel meer te doen omdat bij zonlicht de kleur beter te onderscheiden is dan bij kunstlicht. ‘k Moest gelijk aan de Bijbelwoorden denken uit Psalm 119 : 105: ‘Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad’. Als het licht van Gods Woord over ons leven opgaat komt alles haarscherp openbaar. Dan gaat op wat het lied zingt: ‘God enkel Licht, voor Wiens gezicht niets zuiver wordt bevonden’. Alle dingen liggen naakt en openbaar voor Degene met Wie we van doen hebben. Dat is met de kunstverlichting niet te zien. Dan wil ik nog wel toegeven zondaar te zijn. Ook dat ik niet volmaakt ben. Maar om te betuigen: ‘k Ben Uw gramschap dubbel waardig’... Hoogstens met de lippen. Als Gods Geest me aan mezelf ontdekt dan komen de zaken zwart wit te liggen. Dan is er geen plaats voor een grijs gebied. Dan wordt het ziende op mezelf zwart voor ogen.
Maar Gods Woord zegt nog meer. Ik denk aan Psalm 36 : 10: ‘In Uw licht zien wij het licht’ en de woorden van de Zaligmaker: ‘Ik ben het Licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben’ (Joh. 8 : 12). Dan valt het volle licht op Christus en Zijn gerechtigheid. Dan moet ik aan deze kant van het graf weliswaar met de bruid uit het Hooglied ziende op alle afmakingen -ook na ontvangen genade- zeggen: ‘Ik ben zwart’, maar ik mag vervolgen met ‘doch liefelijk’ in en door Hem Die me gewassen heeft in Zijn dierbaar bloed. Dat verzegelt de Heilige Geest me door het Woord zwart op wit in m’n ziel te drukken. Of nog beter uitgedrukt: wit op zwart!
Ds. M. van Kooten