Omaatje
Refoweb | 1 reactie | 09-11-2016 | 12:26
Toen ik nog een jong predikant was, gebeurde er in het Ruhrgebied op een keer iets leuks. Er was een grote bijeenkomst, waarin een geleerde meneer twee uur lang aan het bewijzen was dat er geen God bestaat Hij had al zijn geleerdheid uitgestald. De zaal zat vol mensen. Het was er erg rokerig. En aan applaus ontbrak het niet: 'Hoera! Er is geen God! Wij kunnen doen wat we willen!'
Toen de spreker na twee uur klaar was, stond de leider van de bijeenkomst op en zei: 'Er is thans gelegenheid tot discussie. Wie iets naar voren zou willen brengen, kan zich melden!' Natuurlijk had niemand daartoe de moed. Iedereen dacht: 'Zo'n geleerde kun je toch niet tegenspreken.' Er waren er zeker velen die het niet met hem eens waren, maar wie heeft er de moed naar het podium te gaan, als daar zo'n duizend mensen zitten en luid brullend hun instemming hebben betuigd!
Maar kijk! Er meldt zich toch iemand! Achterin trekt een oud omaatje de aandacht, zo'n echt grootmoedertje uit Oost-Pruisen met een zwart kapje op. Op haar aanmelding vraagt de voorzitter: 'Mevrouw, u wilt iets zeggen?' 'Ja, ' antwoordt oma, 'ik wilde iets zeggen!' 'Wel, komt u dan maar naar voren!' Dan komt oma naar voren, gaat het podium op, gaat achter de katheder staan en steekt van wal: 'Geachte spreker, u hebt nu twee uur lang over uw ongeloof gesproken. Laat mij nu vijf minuten over mijn geloof spreken. Ik zal u zeggen wat mijn Heer, mijn hemelse Vader, voor mij heeft gedaan.
Ziet u: toen ik nog jong was, kwam mijn man om het leven bij een mijnongeluk en ze brachten hem dood bij mij binnen. Daar stond ik dan met mijn drie kleine kinderen. De sociale voorzieningen waren in die tijd zeer matig. Ik was de wanhoop nabij, toen ik bij het lijk van mijn man stond. En ziet u: toen is het begonnen dat mijn God mij getroost heeft, zoals geen mens mij troosten kon. Wat de mensen tegen me zeiden, ging mijn éne oor in en het andere uit. Maar Hij, de levende God, heeft mij getroost! En toen heb ik Hem gezegd: Heere, nu moet U een vader zijn voor mijn kinderen! (Het was aangrijpend, zoals die oude vrouw dat vertelde!) Ik heb 's avonds vaak niet geweten waar ik het geld vandaan moest halen om de kinderen de volgende dag voldoende te eten te kunnen geven. En toen heb ik het weer aan mijn Heiland verteld: Heere, U weet toch dat ik er ellendig aan toe ben. Helpt U mij!'
En dan richt die oude vrouw zich tot de spreker en zegt: 'Hij heeft mij nooit in de steek gelaten, nooit! Het waren vaak donkere tijden, maar Hij heeft mij nooit in de steek gelaten. En God heeft nog meer gedaan: Hij heeft zijn Zoon gezonden, Jezus Christus de Heere. Die is voor mij gestorven en opgestaan en heeft mij met zijn bloed schoongewassen van alle zonden! Ja, ' vervolgde zij, 'nu ben ik oud. Ik zal spoedig sterven. En ziet u: Hij heeft mij ook de vaste hoop van het eeuwige leven gegeven. Als ik hier mijn ogen sluit, dan ontwaak ik in de hemel, omdat ik Jezus toebehoor. Dat heeft Hij allemaal voor mij gedaan! En nu vraag ik aan u, geachte spreker: 'Wat heeft uw ongeloof voor u gedaan?'
Dan staat de spreker op, geeft het oude omaatje een klopje op de schouder en zegt: Ach, zo’n oudje als u zullen we het geloof niet afnemen. Voor oude mensen is het misschien zo gek nog niet.' Toen had u dat oude omaatje eens moeten zien! Met een beslist gebaar weerde ze hem af en verklaarde: 'Nee, nee! Zo gemakkelijk komt u niet van me af! Ik heb u een vraag gesteld en daar wil ik graag antwoord op hebben! Wat mijn Heere voor mij gedaan heeft, dat heb ik u verteld. En vertelt u me nu eens: Wat heeft uw ongeloof voor u gedaan?'
Grote verlegenheid! Oma was een schrander vrouwtje...
Ds. Wilhelm Busch
(uit het boek 'Jezus, onze bestemming'. Download hier gratis)
Het is zoals koning David zei: ..
Psalm 37:25
Eens was ik een jonge man, ook ben ik oud geworden,
En toch heb ik geen rechtvaardige volkomen verlaten gezien,
Noch zijn nageslacht zoekende brood.
God laat de zijnen niet in de steek!
Ongeloof is desastreus, het geeft geen enkele hoop voor de toekomst!
Gods woord zegt: ... Bovendien is het zonder geloof onmogelijk [God] welgevallig te zijn, want wie tot God nadert, moet geloven dat hij bestaat en dat hij de beloner wordt van wie hem ernstig zoeken.
Laat weer duidelijk blijken hoe Gods woord denkt over mensen die van zichzelf denken dat zij wijs zijn en zonder God kunnen ...
Ps 10:4 ... De goddeloze stelt in zijn verwaandheid* geen onderzoek in;
Al zijn denkbeelden zijn: „Er is geen God.”
en
1 Kor 3:19 .. Want de wijsheid van deze wereld is dwaasheid bij God; want er staat geschreven: „Hij vangt de wijzen in hun eigen listigheid.”
Geloof en leef!