Over de tong...
Refoweb | Geen reacties | 03-11-2016 | 13:59
Afgelopen zaterdag waren we met elkaar erop uit om kleding te kopen. Een ‘grootgrutter’ in kledij had ons verlokt om naar Almere te komen. Hoewel ik echt wel van winkelen houd, is het niet mijn grootste liefhebberij om in zo’n grote winkel tussen al het (veelal wat agressief) zoekende publiek rond te waren. Tassen slepen, meningen geven en daarna lang in de wachtrij voor de kassa. Zucht. Goed, maar daar bij de kassa werd wel veel goedgemaakt. Het geeft mij een dankbaar gevoel: we hebben nog de mogelijkheid om volop kleding te kopen.
Aan de andere kant: bij deze ‘grootgrutter’ zijn heel wat ethische vragen te stellen. Waar komt deze kleding vandaan en wie heeft het geproduceerd? Doe ik er wel goed aan hier te zijn? Het duizelt je soms. Maar eerlijk gezegd duizelde het mij al voordat wij de winkel waren binnengegaan.
Vlak voor de ingang van deze kledingwinkel was een evangelisatieactie bezig. Ook ik werd aangesproken door een mw. die mij vroeg of ik het evangelie van Jezus Christus kende. Ik zei haar dat ik dat evangelie al jaren mag verkondigen op vele kansels. Je zou verwachten dat er dan toch een soort van herkenning komt. Maar zij zette volop de aanval in. Of ik wel een wedergeboren christen ben. En of ik wel wist dat daar een heel duidelijk teken van is. Want als je een wedergeboren christen bent, kan je altijd spreken in tongentaal. En kan je dat niet, dan ben je niet wedergeboren, dan ken je Christus niet en in mijn geval zou ik dus ook een dwaalleraar zijn. Zo binnen drie minuten was het oordeel klaar. Nu ben ik ondertussen wel gewend dat ik predikant binnen de Protestantse Kerk in Nederland door sommige delen van het kerkelijke leven al vrij snel ben ‘afgeschreven’, maar deze ervaring was toch nieuw voor mij. Verbijsterd liep ik door.
Zeker, ook ik moet mijzelf ernstig onderzoeken want ook mijn hart is arglistig. ‘Ook een dominee kan zich voor de eeuwigheid vergissen’, dacht ik. Maar deze agressieve, veroordelende benadering -met tongentaal als allesbeslissend kenmerk- verwarde mij. Ik besloot na tien minuten shoppen om terug te keren. Ik wachtte even tot deze mw. haar gesprek had afgerond met andere mensen. Ik benaderde haar vriendelijk, en vroeg haar om toch wat nadere uitleg te geven over haar mening. Maar deze tweede ontmoeting liep uit op een nog diepere deceptie. Ik zal u de details besparen.
Wat moet je daar nu weer mee? Want dit lijkt mij toch niet de manier om het evangelie van Jezus Christus te verkondigen in een stad die het toonbeeld is van secularisatie. En het leek wel alsof op dat moment alle vragen over onze kerkelijke verdeeldheid bovenop mij vielen. Het was een soort dijkdoorbraak die een stroom van zorgen, verdriet en teleurstellingen rondom het kerkelijke leven op gang bracht. Wat stralen we eigenlijk uit in deze wereld, welke boodschap geven we door aan de mensen, wat hebben we te zeggen in deze tijd? Wie zijn ‘we’ eigenlijk? Hebben we niet alle reden om ons diep te verootmoedigen voor de Heere en voor elkaar, met al onze hooghartige, veroordelende woorden en gedachten? Ik kon geen rust meer vinden. Er zat blijkbaar een heel stuwmeer van kerkelijke vragen achter die dijk van relativering. Totdat de woorden van de apostel Paulus uit de Filippenzenbrief naar boven kwamen. Dat is waarschijnlijk Paulus’ laatste brief, een epistel dat getuigt van diep doorleeft geloof. Wat schrijft hij daar, te midden van zoveel gemeentelijke verwarring en kerkelijke wanstaltigheid?
"Sommigen prediken ook wel Christus door nijd en twist, maar sommigen ook door goedwilligheid. Genen verkondigen wel Christus uit twisting, niet zuiver, menende aan mijn banden verdrukking toe te brengen. Doch dezen uit liefde, dewijl zij weten dat ik tot verantwoording des Evangelies gezet ben. Wat dan? Nochtans wordt Christus op allerlei wijze, hetzij onder een deksel, hetzij in der waarheid, verkondigd; en daarin verblijd ik mij, ja, ik zal mij ook verblijden."
Zo is het. En dat geloof geeft rust: de Heere staat Zelf voor Zijn Kerk in. Ik hoop dat er afgelopen zaterdag velen in Almere tot geloof en bekering zijn gekomen.
Ds. A. Goedvree