Bidden om het oordeel
SMS | 50 reacties | 21-09-2015 | 08:53
Steeds meer christenen lijken te geloven dat ze nog voor de grote verdrukking (1 Tess. 4:17) zullen worden opgenomen in de hemel. Niet dat uit dit bijbelgedeelte blijkt dat de opname van de gemeente voor de grote verdrukking zal plaatsvinden, maar het is natuurlijk wel erg prettig om geen vervolging te hoeven meemaken. Gelovigen anno 2015 zoeken vooral het gemak en als het even kan, de hemel op aarde. Dat alles mede gevoed door allerlei wind van leer, de Fijnvandraatjes van deze tijd. Wellicht gedreven uit angst dat ze in de grote verdrukking van hun geloof zullen vallen. Toch niet die zekerheid bezitten, die ze zo op het eerste gezicht uitstralen. Waarom zou je je anders zo vastklampen aan een rammelende exegese die vooral in evangelische kringen wordt omarmd.
Dat latente ongeloof is zeker niet zonder grond. Jezus Zelf zegt: “Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heere, Heere! hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten gedaan?” En: “Want de poort is eng, en de weg is nauw, die tot het leven leidt, en weinigen zijn er, die denzelven vinden.“ Zo is de Bergrede (Matt. 6 en 7) een spiegel voor gelovigen. Welke (goede) vruchten zijn er? Horen we niet alleen de woorden van Jezus, maar brengen we ze ook in de praktijk? Kortom, je moet het zeker weten. En in die zekerheid met Christus voor eeuwig verbonden te zijn, ligt ook de kracht als de “slagregens” en “waterstromen” komen, oftewel vervolging en verdrukking.
Het Kerkblad van de HHK (17 september) legt de vinger bij de zere plek. Vrijheid als vloek, als serieuze verzoeking. De puriteinen leren dat de grootste verzoeking niet is gelegen in het niet hebben van strijd, maar juist in de afwezigheid daarvan. Als het geloof geen offers meer kost, als het niet beproefd en verdrukt wordt, dan wordt het ook niet geoefend. Verdrukking is een vermomde zegen.
En het is waar. In de verdrukking komt de Kerk tot de grootste bloei. Als voorbeeld Noord-Korea en China of in de Afrikaanse landen waar Boko Haram en Al Shabaab hun satanische gruwelen praktiseren. De Bijbel zegt het ook zelf. De apostelen waren waren verheugd dat ze waardig werden geacht om smaadheid te lijden (Hand. 5). Paulus gaat nog een stapje verder in Fil. 3. Hij wil met Christus gelijkvormig worden, niet alleen in Zijn opstanding, maar ook in Zijn lijden!
Is het niet zo dat we door het uitblijven van verdrukking elkaar maar in de haren vliegen en van de ene na de andere kerkscheuring of kerkverlating huppelen? Het Hersteld Hervormde Kerkblad schrijft: “We zijn lauw en gemakzuchtig geworden met veel ruimte voor geveinsdheid. Het uitblijven van verdrukking kan ook iets van een oordeel in zich hebben. God kastijdt elke zoon of dochter die Hij liefheeft. Wij weten wie de hemel zullen zien: Dezen zijn het, die uit de grote verdrukking komen; en zij hebben hun lange klederen wit gemaakt in het bloed des Lams (Openb. 7).
Voor wie Hem verwachten komt Hij niet onverwachts!
En denk er eens aan als je alle dagen bidt voor je ongelovige partner, hoe graag zou je nog tijd willen krijgen zodat hij nog toegebracht kan worden? En je kinderen die afgedwaald zijn, zou je niet willen dat de Heere nog even wacht en hen eerst tot Zich trekt?
Er is ook een andere kant!! En als ons hart spreekt, moeten we altijd dubbel spreken. De komst van de Heere verwachten met heel ons hart, maar ook genadetijd vragen voor degenen die Hem nog niet kennen.
En eerlijk gezegd vind ik het minder interessant hoe de Heere alles zal werken, we zullen het gaan merken en zien.
In de tijd van de komst van de pinpas, werd dit gezien als het teken van het beest. Laatst hoorde ik over een soort van alziend oog dat op je telefoon verschijnt als je wifi aangaat. Dat moeten dan tekenen van de eindtijd zijn. Zo wordt er flink op los geïnterpreteerd over het hoe... Toen Abram de belofte kreeg dat ie een groot volk zou worden, wist ie ook niet hoe... maar wel dat het zou gebeuren. Dat het een onmogelijke weg zou worden had Abram echt niet van tevoren kunnen weten. En daarom... laten we niet invullen voor de Heere hoe Hij openbaring zal vervullen maar veel meer bezig zijn met zending bedrijven omdat Hij komt!
@ariehamelink bijv. zegt de kwestie niet van overwegend belang te vinden, de vraag waar wij belanden vindt hij veel gewichtiger: "WAT HEB IK ER AAN PRO OF CONTRA".
Inderdaad een uitermate belangrijke vraag, echter gaat het niet om ons maar om Jezus. Voor onze redding is het niet van toepassing of we in het 1000-jarig vrederijk geloven of niet, maar daarmee hoeven we nog niet een zeer groot deel van de Bijbel van ondergeschikt belang te betitelen.
@3Parels zegt: Verwachten wij Hem? Of zijn we druk met alle tekenen der tijden.
Dat vind ik een vreemde uitspraak, voor mij sluit dat elkaar niet uit maar juist in!
Wanneer je reikhalzend naar Jezus uitziet, dan is het niet meer dan logisch om te letten op de aanwijzingen voor Zijn komst die Hij zelf gegeven heeft.
Bovendien gaf Hij die aanwijzingen niet op de manier van ''zie maar wat je ermee doet'', maar het staat er gebiedenderwijs.
De Bijbel zegt heel wat meer over Zijn wederkomst dan sommigen doen voorkomen, en dan heb ik het niet over pinpassen en wifi ect.
Ik onthoud me van voorspellingen, maar ik let op de tekenen die Hij zelf noemt. De beste manier om daarbij geen fouten te maken is om die helemaal te negeren. (al is dat op zich ook weer fout)
Ik geloof dat Hij liever hoort ''Heer, ik dacht dat U er aan kwam maar het was toch nog niet zo ver; dan de slaperige houding van ''ik zie wel wanneer Hij komt, ik heb m'n ticket dus voor mij is het eigenlijk van ondergeschikt belang". (ik bedoel jou niet persoonlijk, ik ken je verder niet)
Hij komt onverwachts voor hen die Hem niet verwachten, maar: broeders, u bent niet in duisternis, zodat die dag u als een dief zou overvallen.
Tot die tijd behoren we inderdaad gewoon met onze werkzaamheden door te gaan. (overigens, die boom-planten-uitspraak komt van Luther)
Wat onze nog niet gelovige geliefden betreft, tijdens Jezus' 1000-jarige regering zullen er nog velen tot geloof komen.
Toen Israël Jezus verwierp ging het heil naar de heidenen, en hun verwerping (NB dat betekent niet dat God Israël verworpen heeft, want de genadegaven en roeping Gods zijn onberouwelijk) betekende verzoening voor de wereld. Wat zal dan hun aanneming (bij Jezus' wederkomst als geheel Israël zalig zal worden) betekenen anders dan leven uit de doden? Romeinen 11.
Als je je ogen opent, dan zie je een christenvervolging en -verdrukking zoals deze in de wereldgeschiedenis nog nooit eerder heeft plaatsgevonden. Denk aan bijvoorbeeld Noord-Korea, diverse Afrikaanse landen, Atjeh en (met name) het Midden-Oosten. De wijze waarop christenen daar moeten lijden en sterven is onbeschrijfelijk. Te gruwelijk voor woorden. Alvorens hun kelen worden doorgesneden (kinderen voor de ogen van hun ouders en andersom), worden ze eerst op een afschuwelijk wijze gepijnigd, zoals het afhakken van vingers en andere lichaamsdelen. Hun dode lichamen worden opgehangen aan kruisen. Satan is compleet losgeslagen en losgelaten in grote delen van Irak en Syrië. Het is een grove belediging voor die christenen en pure dwaasheid om te roepen dat daar de grote verdrukking nog moet komen.
De grote verlosser waar de Koran het over heeft en die joden en christenen zal uitroeien, is dezelfde als het beest uit de afgrond waar de Bijbel over spreekt. Wie zich een weinigje verdiept in wat IS op dit moment praktiseert en hoe met name christenen op een satanische wijze worden afgeslacht, kan niet anders dan constateren dat voor hen de grote verdrukking al is aangebroken.
Dat betekent tegelijkertijd dat de bekering van Israël en de wederkomst van Christus dichterbij is dan ooit. Maar het kan natuurlijk dat alleen evangelische christenen in het Westen op tijd worden opgenomen en dat alle anderen wel de grote verdrukking moeten meemaken...
Wanneer en waarom weet God alleen, dus vraag het Hem.
Juist omdat de verdrukkingen en vervolgingen zo enorm toenemen geloof ik dat het zo ongeveer 1 minuut voor twaalf is op Gods klok.
Jij mag het dan een grove belediging en pure dwaasheid vinden dat ik roep (heb ik dat gedaan? O ik snap het al, die grote duim weer) dat in Syrië en Irak de grote verdrukking nog komen moet, maar toch staan er nog dingen te gebeuren die wel geprofeteerd maar nog niet vervuld zijn.
Er is ook een versie dat de opname halverwege de grote verdrukking is.
Hoe dan ook, ik ken geen mens die ontkent dat mensen (niet alleen christenen hoor) in Syrië, Irak en anders grote verdrukking meemaken. (hetzij als aanloop naar de verdere oordelen zoals in Openbaring beschreven staat, hetzij als de eerste helft van 'de' grote verdrukking)
Ik loop echt niet met mijn ogen dicht zoals je suggereert, al denk ik op mijn beurt dat jij de profetieën met je ogen dicht leest.
En als je het eindtijd-scenario van de Koran leest weet je hoe geraffineerd dat inspeelt op wat de Bijbel leert over de eindtijd.
Je sneer over evangelische christenen past perfect bij de eindtijd: de liefde zal verkoelen. Ik kan me blijven verdedigen tegen de valse beschuldiging dat evangelische christenen denken dat er voor hen een uitzondering gemaakt wordt, (plus vele andere verdraaiingen) maar mijn ervaring is dat er tegen laster weinig of niets te doen is. Dus veel plezier ermee!
Ik hoop dat ik voor anderen duidelijk heb opgeschreven dat ik mijn visie enkel en alleen op de Bijbel baseer, en niet vanwege wensdenken, of omdat ik me verbeeld dat wij een streepje voor zouden hebben, om wat voor reden dan ook.
Bovendien, al is het zo dat wij hier vrede en vrijheid genieten, het zegt niets over het lijden wat ook in het Westen (en elders) geleden wordt.
Er gebeuren overal vreselijke dingen, incest, geweld, moord, verkrachtingen, erge ziektes en noem maar op.
Vervolgde christenen hebben nog de troost dat ze weten voor Wie ze lijden.
In de Bijbel staat zelfs dat ze zich verheugden omdat ze waardig geacht werden om voor Hem te lijden.
Persoonlijk vind ik lijden toch een stuk moeilijker als het zinloos geweld is, gewoon omdat je toevallig op de verkeerde tijd op de verkeerde plaats bent.
Of omdat je misbruikt wordt voor de perverse lusten van opa, vader, broer of zomaar een vreemde. Of je hebt een vreselijke uitzichtloze ziekte, of je wordt emotioneel mishandeld enz. Of dacht je echt dat dat minder pijn doet?
Of lijden nu bij 'de' grote verdrukking hoort of bij 'gewone' verdrukking, maakt dat werkelijk zoveel uit?
Het verraderlijke zit bovendien niet zozeer in een andere visie op de opname cq wederkomst, maar in het effect van zo'n m.i. zeer onbijbelse leer. Waarom zou je je bekeren tot God, als je toch nog een herkansing krijgt? Eerst maar eens kijken of Jezus echt bestaat. En daar kom je dan mooi achter als Hij de eerste groep gelovigen komt halen.
Dat de wederkomst voor de deur staat is natuurlijk prachtig, maar of dat nog lang of kort duurt maakt op dat moment voor geen van beide meer iets uit.
"Gewone" verdrukkingen zijn geen oordelen, Jezus en Palulus hebben ons daarvoor gewaarschuwd: in de wereld zult gij verdrukking hebben.
Echter, bij de grote verdrukking -die begint met het verbreken van de zegels- zijn het wél degelijk Gods oordelen, dan gaat Hij ingrijpen.
En die oordelen zijn niet bestemd voor de gelovigen: Want God heeft ons niet bestemd tot toorn, maar tot het verkrijgen van de zaligheid.
Die ''toorn'' gaat niet over de hel want daar zijn gelovigen al van verlost.
Die toorn gaat over wat in Openbaring staat: Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven?
En dan volgen de oordelen.
Herkansing? Iedereen krijgt maar één leven hoor, en in dat leven krijgen we heel wat meer dan twee kansen.
En de reden waarom je je bekeren zou verandert niet.
Met hetzelfde recht kan ik opwerpen: ik zal me maar bekeren voor het geval Jezus echt bestaat. Nog nooit van zo'n denkbeeldig effect gehoord.
Veel eer zie ik het als een extra aansporing om je te bekeren.
Openbaring 3 Omdat u het woord van Mijn volharding hebt bewaard, zal Ik ook u bewaren voor het uur van de verzoeking, die over heel de wereld komen zal, om hen die op de aarde wonen te verzoeken.
Lucas 21 Waak dan te allen tijde en bid dat u waardig geacht zult worden om al die dingen die gebeuren zullen, te ontvluchten.
Die tegenhouder is sterker dan de antichrist en wie zou dat anders kunnen zijn dan de Heilige Geest die in de gelovigen woont.
Komt overeen met wat Johannes zegt in zijn eerste brief: elke geest die niet belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is niet uit God; maar dat is de geest van de antichrist, waarvan u gehoord hebt dat hij komt, en die nu al in de wereld is. Lieve kinderen, u bent uit God en u hebt hen overwonnen, want Hij Die in u is, is groter dan hij die in de wereld is.
Dus als de Gemeente in wie de Heilige Geest woont is opgenomen is de Heilige Geest er ook niet meer. Dan is de wereld enkel en alleen overgeleverd aan goddeloze mensen en de duivel.
En we weten vanuit de Bijbel hoe het dan gaat, alle overleggingen van de mensen zijn alle dagen alleen maar boos, de Kanaänieten waren zo goddeloos dat ze uitgeroeid moesten worden. Alleen als de Geest van God werkzaam is wordt het kwaad ingedamd, maar Hij is niet op aarde tijdens de grote verdrukking. Daarom zal dat een vreselijke tijd zijn.
En uit welk vers in 2 Tess. 2 zou moeten blijken dat de gemeente er niet meer is tijdens de grote verdrukking? Ik zie het nergens staan.
En ja, als je gelooft dat de gemeente eerst opgenomen wordt voordat de grote verdrukking komt, zul je de grote verdrukking ook niet kunnen herkennen en erkennen zodra daar sprake van is. Jij zou dan immers al opgenomen moeten zijn ;-) De christenvervolgingen die nu plaatsvinden zijn nog nooit zo massaal en zo gruwelijk geweest en ze breiden nog steeds uit. Dat bewijst opnieuw dat de grote verdrukking niet overal op hetzelfde tijdstip begint en overal even groot zal zijn.
Ook ik begrijp niet waarom Omega, die ook vaak goede opmerkingen heeft, zo allergisch is en dan zo REFO achtig reageerd.
Dank voor je reakties
@Omega,
Waarom zou het erg zijn om de tijd van de grote verdrukking niet te herkennen omdat de Gemeente dan al opgenomen is?
De tekenen vóór de grote verdrukking herken ik wel Matt. 24, 2 Tim. 3 ect.
De grote verdrukking houd meer in dan alleen christenvervolging, hier staat het netjes gesorteerd vanuit Openbaringen: http://www.gotquestions.org/Nederlands/zeven-zegels-bazuinen.html
Hoewel de hele wereld te lijden heeft onder de grote verdrukking gaat het om Israël: de tijd van grote benauwdheid voor Jacob Jer. 30, Dan. 12, Matt. 24, Mar. 13 ect.
De Bijbel zelf spreekt over een grote menigte uit alle naties, stammen, volken en talen, die in de grote verdrukking tot geloof gekomen zijn: Openbaring 7 . Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen; en zij hebben hun gewaden gewassen en ze hebben hun gewaden wit gemaakt in het bloed van het Lam.
In de grote verdrukking zijn het de 144.000 verzegelden en de 2 getuigen die het evangelie verkondigen, plus Openbaring 14: 6 Toen zag ik opnieuw een engel, die hoog in de lucht vloog. Hij had een eeuwig evangelie dat hij bekend moest maken aan de mensen op aarde, uit alle landen en volken, van elke stam en taal. Bovendien neemt de Gemeente de Bijbels niet mee bij de opname, de achtergeblevenen kunnen ook gewoon vanuit de Bijbel het evangelie leren kennen.
Zo heel raar is het niet dat de Heilige Geest er na de opname niet meer is, vóór Handelingen 2 was Hij er ook niet. Joh. 7 de Geest was er namelijk nog niet, want Jezus was nog niet tot Gods majesteit verheven.
De H.G. zal er dan weer zijn op de manier als vóór Hand. 2 neem ik aan.
In Tess. 2: 6 staat dat er iets is dat de komst van de antichrist weerhoudt en in vers 7 dat er iemand is die hem weerhoudt. Eerder staat al dat God de Gemeente niet bestemd heeft tot toorn (grote verdrukking). De tijd van de toorn is de tijd van 'DE antichrist'. Zo lang de Gemeente nog op aarde is wordt de antichrist tegengehouden, maar bij de opname wordt dat 'iets' en 'iemand' uit vers 6 en 7 weggenomen. De gemeente (iets) in wie de H.G. (Iemand) woont. Paulus zegt dit alles m.b.t. het tijdstip waarop we met Jezus worden verenigt (opname) vers 1.
Maar google gerust eens op 'de weerhouder'. De Fijnvandraatjes kunnen het haarfijn uitleggen, of Marc Verhoeven of weet ik veel wie, er staat genoeg.
Of als je het over je hart kan verkrijgen, ik ken niemand die het duidelijker kan uitleggen dan: http://www.groeieningeloof.nl/thessalonicenzen-2/
Het evangelie van verlossing door geloofsovergave aan Jezus is voor iedereen gelijk, daar zullen we het over eens zijn. Maar zolang je het onderscheid tussen de Gemeente en Israël niet helder hebt praten we elkaars taal niet m.b.t. het evangelie van het koninkrijk van God.
Nog even terugkomend op je vorige opmerking: je zorg over de opnameleer die het verraderlijke effect zou inhouden van uitstel wordt ook in het tweede hoofdstuk van 2 Tess. ontkracht. Daar staat nl. dat God een krachtige dwaling zal zenden aan hen die het evangelie niet aangenomen hebben, zodat ze de leugen geloven. Stiekem denk ik dat je 'die zeer onbijbelse leer' (volgens jou) helemaal niet zo goed kent. Ik zie niet anders dan verkeerde aannames en conclusies.
Best wel een belangrijke topic, maar..... hangt ons heil ervan af ?
En schrikken we als de Heere het heel anders gaat doen dan wij, in eerlijkheid, (be)denken?
Het valt ook niet mee, om na tientallen jaren of langer onder een bepaalde leer te hebben gezeten, nu anders te gaan denken.
Maar ik ben het helemaal met je eens, en onbelangrijk is dit zeker niet.!
Afwachten of verwachten:-)
Groetjes van refogelisch:-)
het mysterie van de bruid en de bruidegom,heel mooi uitgelegd over de uitleg van de opname van de gemeente
15 mei 2014
bruiloft
Bruid en bruidegom komen samen in het huwelijk. Het huwelijk is een door God gegeven heilig verbond. Laten we ons eens verdiepen in de Joodse bruiloft. We gaan terug in de tijd, naar de tijd waarin de Heer Jezus op aarde was en we gaan dan bekijken hoe een Joods huwelijk werd gesloten. Een Joods meisje en een Joodse jongen groeiden op bij hun ouders en in veel gevallen kenden zij elkaar als kind niet. Ze wisten beiden dat ze eens zouden trouwen, maar niet met wie. De Joodse maagd zag uit naar de dag waarop ze haar man zou ontmoeten en de dag waarop ze zou trouwen. Als beiden de huwbare leeftijd hebben bereikt kunnen de voorbereidingen voor het huwelijk beginnen.
De bruidegom gaat op reis
De jongeman moest hiervoor het huis van zijn vader verlaten en op reis gaan naar het huis waar het meisje woonde bij haar ouders. Hoe ver zij ook weg woonde en of zij nu woonde in een voornaam huis of een van leem gemaakte hut: dit was de manier waarop het ging. De jongeman werd dan binnengelaten in het huis van de toekomstige bruid. En daar, in dat huis, vertelde hij dat hij met het meisje wilde trouwen. Hij moest dan een kostbaar geschenk (de mahor) aanbieden. Het moest kostbaar zijn, want het liet zien hoeveel liefde hij voor het meisje voelde.
Kallah
Dan vraagt hij aan het meisje of zij zijn vrouw wil worden. Zij moet dan kiezen, ook al kent zij de jongeman soms niet of nauwelijks: alles achterlaten wat ze kent en haar vertrouwd is en haar familie en vrienden en haar ouderlijk huis verlaten om te gaan naar een voor haar onbekende plek. Als ze ‘ja’ zegt wordt de mahor overhandigd. Vanaf dat moment valt zij officieel niet meer onder haar ouderlijk huis en bruid en bruidegom zijn dan officieel aan elkaar verbonden. Het verbond, de Ketoebim, wordt gesloten en zij drinken samen wijn uit een kiddoesh (beker van het verbond) en er wordt een zegen over hen uitgesproken. Zij is nu de ‘kallah’ de bruid.
Chatan
En hij is nu de ‘chatan’; de bruidegom. Voor de omgeving gelden zij als zijnde getrouwd op grond van hun gelofte. Als de overeenkomst is verzegeld neemt de bruidegom afscheid van de bruid en vertrekt hij. Dit wordt de ‘kidushiem’ genoemd: ze hebben aan elkaar een belofte van trouw afgelegd.
De bruidegom gaat weer weg
De bruidegom keert terug naar het huis van zijn vader en dat markeert het begin van het van elkaar gescheiden zijn. Beiden wonen dan voor ongeveer een jaar in hun eigen ouderlijk huis. De bruidegom gebruikt deze tijd om een woning voor de bruid te maken. Volgens de wet in Israël moest het huis wat hij maakte minstens net zo goed zijn als het huis waaruit zij vandaan kwam. De bruid gebruikt de tijd dat ze gescheiden zijn om zichzelf voor te bereiden voor de bruidegom en de bruiloft. Voor haar is er uiterlijk niets veranderd, ze leeft nog steeds als de dochter in haar vaders huis, maar ze behoort er niet langer toe. Ze is nu de bruid; toegezegd aan de bruidegom.
Niets veranderd en toch….
Haar kamer, haar huis: alles is nog hetzelfde en toch is het anders. Haar status is veranderd. Haar kamer is nu een bruidskamer. Ze moet zich nu volkomen aan haar bruidegom wijden en zichzelf zuiver houden. Niemand mag meer het idee krijgen dat ze beschikbaar is; ze gaat een sluier dragen zodat ze is afgezonderd voor hem. Ze spendeert haar tijd om te leren afscheid te nemen van alles wat haar vertrouwd is. Ze is zich ervan bewust dat haar bestaan in haar ouderlijk huis nog maar tijdelijk is. Ze gaat niet meer uit en sluit zich soms gewoon op in haar bruidskamer. Op een dag komt er een einde aan haar droefenis over haar naderende afscheid want ‘ze heeft hém!’ Ze begint liefde voor haar bruidegom te voelen. Ze bereidt zich nu voor de levenspartner van haar man te worden en ze maakt zichzelf zo mooi mogelijk.
Het is tijd!
De tijd van voorbereidingen komt ten einde. Het huis wat de bruidegom heeft gebouwd voor zijn bruid is klaar. Hij kleedt zich in zijn mooie bruidegomskleding van fijn linnen en hij draagt een garlin op zijn hoofd; hij is gekleed als een koning! dit is de dag van zijn huwelijk, de Chatoena. De bruidegom, vergezeld door zijn vrienden, vangen nu de reis aan op weg naar het huis van zijn bruid. Zij plannen hun reis zó dat ze in de nachtelijke uren aankomen bij het huis van de bruid. De vrienden dragen fakkels en samen zingen zij liefdesliederen en liederen tot eer van God.
Verlangend uitzien
De bruid heeft zich klaar gemaakt, gewassen en met olijfolie geolied, met parfum besprenkeld, gekleed in de mooiste kleding met een schitterende bruidstooi op haar hoofd en zij ziet er uit als een koningin. Eens was ze dochter, nu is ze de bruid. Haar vriendinnen kijken uit naar de eerste tekenen dat de bruidegom komt. Sommigen staan buiten, met hun lampen aan, zodat zij de bruidegom eerder zullen zien komen. Als zij in de verte het licht van de toortsen zien en het geluid van het gezang horen roepen zij “zie, de bruidegom komt”! Een vriend van de bruidegom waarschuwt iedereen met zijn sjofar. De bruidegom en zijn mannen naderen het huis. Daar staan zij bij het huis en wachten op een glimp van de bruid. Als de bruidegom aan de deur verschijnt is de bruid nerveus, maar opgewonden.
afscheid
Ze is als meisje duizenden keren door die deur gegaan, maar nu zal het de laatste keer zijn. Bruid en bruidegom ontmoeten elkaar en staan tegenover elkaar en dan vraagt de bruidegom haar of ze haar sluiter wil afdoen. Een beetje verlegen voldoet zij aan zijn verzoek. Dan worden beiden opgetild door de vrienden en in een draagstoel gezet en dan begint een processie van het huis van de bruid naar het huis van de bruidegom. Toortsen geven hun flakkerend licht en vele vrienden dragen de stoelen en zingen. De stem van vreugde en blijdschap, de stem van de bruid en de bruidegom worden gehoord, met muziek en liederen van vreugde die weerkaatsen tegen de muren van huizen waarlangs zij trekken. Als de bruid omziet ziet zij haar ouderlijk huis kleiner en kleiner worden en vervagen, wetend dat dit nu verleden is. Ze is nu in afwachting van de stad die ze nooit zag en het huis wat haar bruidegom voor haar maakte. Dan ziet ze het: oplichtend in het licht van de fakkels, uitnodigend en vreugdevol en daar zijn ook zijn familie en vrienden die op hen gewacht hebben en hen nu verwelkomen ‘Baruch chatan, baruch kallah!”
bruiloft
de bruiloft
Hun draagstoel wordt neergezet en ze lopen samen naar de entree van het huis. De bruidegom draagt zijn bruid over de drempel en zij worden overspoeld met zegenwensen en verwelkomingen. Zij gaat het huis binnen wat haar bruidegom voor haar maakte en wat ze nog nooit gezien heeft; het huis waarvan ze in haar meisjeskamer over heeft gefantaseerd en gedroomd; nu ziet ze het en mag ze het ‘haar huis’ noemen. Als ze binnengetreden zijn begint er een huwelijksfeest wat zeven dagen zal duren. In het huis is voor hen een ruimte genaamd de choeppa; (huwelijksbaldakijn) het symbool van de eenwording van bruid en bruidegom en zodra zij eronder komt, is alles wat van hem is van haar. Beiden zitten daar onder de choeppa als een koning en koningin terwijl om hen heen het feest gevierd wordt. Zij drinken een glas wijn, symbool van hun eenheid sinds de dag dat zij elkaar trouw beloofden bij hun eerste geheime ontmoeding. Tijdens de zeven dagen van het feest komt er een moment waarop zij samen wegglippen naar de kamer van de bruidegom en daar geven zij zich aan elkaar en de twee worden één. Aan het eind van de zeven dagen komt er een groot bruiloftsmaal voor alle genodigden.
horizon-lijn2
Wat betekent dit mooie verhaal voor ons?
Deze liefdesgeschiedenis is een schaduwvertelling. Het begint met de chatan, de Bruidegom, Hij, Die vanaf het begin is. Door Wie alles is gemaakt en zoals de vrouw uit de zijde van de man genomen werd, zo kwam uit Hem het universum voort. Hij is de bron van alle liefde en zonder Hem verlangt alles naar de heelheid; zonder Hem zou alles zinloos zijn. Wie is de Bruidegom? De Bruidegom is Jezus Christus. Het woord ‘bruidegom’ in het Hebreeuws betekent letterlijk: hij, die verenigt in liefde. Hij is Degene Die er zó naar verlangt Zijn Gemeente, de ‘vrijgekochten’, met Zichzelf te verbinden in liefde.
Maar wie is dan de bruid?
Nu, zij is hier. Je kunt de Bruidegom niet zien, maar de Bruid is gewoon hier, temidden van ons. De stem van de Bruidegom klonk tot het hart van de Bruid en nodigde haar uit: ‘Jij, wil jij mijn Bruid zijn?’ En de Bruid hoorde Zijn stem en beantwoordde Zijn vraag. Of je nu een man bent of een vrouw, oud of jong, rijk of arm, met een hoge status of onbelangrijk: jij behoort tot de Bruid, als je Zijn stem hebt gehoord en als jij hebt ingestemd. Jij werd geschapen om te behoren tot Zijn Bruid! Jij bestaat, om Zijn Bruid te zijn! En alles in jou, of je het nu zelf merkt of niet, verlangt naar de Bruidegom. Misschien voel je je nog als de maagd die nog bij haar vader woont. Misschien is alles om je heen je nog zo dierbaar; toch is er in jouw hart een groeiend verlangen. Daarom verlang je ernaar getrouwd te zijn, om je zelf toe te wijden. En je zoekt het in dingen waaraan je je kan toewijden: succes, veiligheid, noem maar op. Waarom? Omdat je bent geschapen om toegewijd te zijn! Maar alleen aan de Bruidegom. En daarom kan niets anders in dit leven je leven vervolmaken, dan alleen de Bruidegom. JIJ bent Mijn bruid, zegt Christus. Ik kende je al voor je bestond; ik riep je tot dit leven. IK ken je helemaal: je hart, je zwakheid, je angsten en ik ken je geheimen; de dingen die je wilt verbergen. Maar toch houd ik van jou! Ik ben de Bruidegom van jouw ziel.
Het mysterie
Er is dus een bruidegom en er is een bruid. En het mysterie begint als beiden wonen in hun eigen huis. Jij groeide op in een ander huis dan dat van Hem. Je groeide op, hem niet kennend en Hem niet ziend. Maar je verlangde naar iets anders, want je weet dat er méér is. Je hart is leeg zonder Hem. Er kan geen huwelijk komen totdat de bruidegom op reis gaat. Tot Hij van Zijn eeuwig huis op weg gaat naar jouw tijdelijk huis. En ongeveer tweeduizend jaar geleden ondernam de Bruidegom zijn reis. Niet door stad of dorp, maar door de eeuwigheid. Hij verliet Zijn hemels Huis om te gaan naar onze inperfecte wereld vol gebrokenheid en verdriet om jouw huis te vinden. Hij kwam als een Joodse Bruidegom zonder fanfare, zonder aandacht voor zijn persoon. Terwijl het leven van alledag gebeurde, kwam Hij in armoede en afwijzing. Want zijn doel is dat de Bruid Hèm wil, niet vanwege zijn afkomst of rijkdom, maar uit liefde alleen. Het maakte Hem niet uit waar je woonde, of het een donker en kil huis is of een verwelkomend gastvrij huis en of het een lemen hut was of een paleis. De Bruidegom kwam en zocht jou. En waar je ook was en waar je ook woonde; Hij vond je. Op een dag hoorde je de klop op de deur en het bleek de Bruidegom te zijn. Ook als je Hem niet wilde kennen: Hij staat aan de deur en Hij klopt!
De stem van de Bruidegom klinkt ook nu:
“Ik ben niet ver van je; Ik ben heel dichtbij je.
Jij kon nooit op reis gaan om Mij te vinden,
maar Ik kwam om jou te vinden!
En Ik klop aan en jij aarzelt of je Me binnen wilt laten.
Ik ga niet kwaad weg, maar Ik klop opnieuw.
Mijn liefste: open de deur en laat Mij binnen!
Open de deur van je hart, de sluizen van je verdriet
en de kluis waarin je jouw afwijzing, eenzaamheid, angsten, spijt, onvergevingsgezindheid en onbegrip bewaart.
Laat Mij binnen zonder reserve; open je deur.
Dat is de enige manier waarop je genezing zult vinden.
De enige manier waarop Ik je geluk
in ruil voor verdriet kan geven.
Ik wil je hart opnieuw vullen,
maar nu met liefde, vergeving en geluk”.
Eerste ontmoeting
Misschien deed jij die deur open of ga je dat nog doen. De Bruidegom komt binnen. Hij beoordeelt je niet vanwege het huis waarin je woont: Hij komt immers voor jou! Hij komt binnen en zegt:
“laten jouw zonden Mijn zonden worden.
Jouw verdriet Mijn verdriet en jouw zwakte Mijn zwakte.
Laat jouw leven Mijn leven worden
en je hoeft dan niet meer alleen door het leven;
niet meer alleen in verdriet en tegenspoed.
Laat Mij al je lasten dragen.”
de Mahor (bruidsschat)
En zoals de voorschriften luiden moet de Bruidegom een offer meebrengen voor de bruid. Een geschenk, waaruit Zijn liefde blijkt. En dus, tweeduizend jaar geleden, in ons huis; jouw huis, gaf de Bruidegom de grootste gift. Geen zilver of goud, maar Hij gaf Zijn eigen leven. Hij betaalde met Zijn leven voor Zijn Bruid. Een groter gift is niet denkbaar. En de Bruidegom zegt:
“Ik houd van jou met een eeuwigdurende liefde.
Er zal nooit een einde komen aan Mijn liefde voor jou.
Mijn gift is Mijzelf.
En hoe moeilijk je het misschien te begrijpen vindt
of hoe onwaardig je jezelf misschien ook vindt
tegenover zulk een gift:
Ik houd van je en Ik heb dit voor jou over gehad.
Al was je de enige geweest in dit universum:
Ik zou jou nog steeds de gift van Mijn leven schenken!’.
Je zult nooit meer ‘alleen’ of ‘verlaten’
of ‘ongewenst’ genoemd worden.
Niet langer zul je verdrietig zijn,
maar je zult je verheugen en je geliefd weten.
Als je eens twijfelt omdat je Me niet ziet,
kijk dan naar Mijn bruidsgeschenk voor jou!
Het toont mijn liefde voor jou.
Een oneindige liefde!”
de vraag
De bruidegom moest zijn bruid vragen of ze met hem wilde trouwen. Dat heeft Hij gedaan. Hij vroeg je alles te verlaten wat haar in dit leven dierbaar en bekend was. En hoewel de bruid het soms moeilijk heeft wordt ze door de Bruidegom bemoedigd die haar vraagt:
“wil je de Mijne zijn? In goede en in kwade tijden; Ik zal je steunen. Je mag altijd bij Me zijn en je mag Mijn Naam dragen. Ik beloof van je te houden, je te beschermen, je te bemoedigen, je last te dragen. Ik zal je leiden en je Gods zijn, je troosten onderweg en -wat er ook mag gebeuren-
Ik zal je nimmer verlaten.”
Nu al verbonden
Bij het accepteren van de bruidsschat zijn de toekomstige bruid en bruidegom, hoewel nog niet getrouw, wel al formeel aan elkaar verbonden. In de Ketoebim (het huwelijksverbond) zijn alle beloften en rechten van het bruidspaar vastgelegd; voor ons is dit vastgelegd in de Bijbel. Als een mensenkind ziet welke bruidschat is betaald en hij/zij ‘ja’ zegt, dan is de verbintenis officieel. De bruiloft komt nog, maar Bruid (de Gemeente) en Bruidegom horen nu bij elkaar. Blijf dus bij je eerste liefde; de Bruidegom aan Wie je je hart hebt gegeven. Blijf puur en rein. Hoewel nog in de wereld, zoals de toekomstige bruid nog woont in het huis van haar vader, ben je dan niet meer van de wereld: je behoort Jezus Christus toe! Je ziet Hem niet, maar mag weten dat Hij naar Zijn Vaders huis is gegaan om voor jou een plaats te bereiden.
Wachten en uitzien
En jij: jij mag wachten op de beloofde dag dat de Bruidegom zal komen. Je bent anders dan de mensen om je heen: jij bent de Bruid, hoewel nog niemand het kan zien. Je leeft in een wereld die vertrouwd is, maar waarin je je niet langer echt thuis voelt. Wat eerst als je vertrouwde thuis goldt, is nu je bruidskamer. Je mag je er op verheugen maar wat nog veel belangrijker is: je mag ernaar toe leven en jezelf voorbereiden. Zodat als die dag er plotseling zal zijn en de vriendinnen van de bruid roepen: ‘de Bruidegom komt’ dat je er dan klaar voor bent. Dat de Bruidegom niet beschaamd wordt omdat je geen bruidskleding aanhebt en niet rein bent.
uitziend naar Zijn komst 2
Dat je nog bezig bent met allerlei zaken. Maak tijd vrij om je voor te bereiden! Soms duurt het je te lang voor de Bruidegom komt en soms verwacht je Hem daardoor niet meer. Maar laat je dat niet overkomen! Laat de Bruid verlangend en gereed zijn als Hij komt!
Intussen…
Wij, Bruid en de Bruidegom: we zijn nog gescheiden van elkaar. Niet zozeer door afstand, maar omdat er een tijd tussen de verloving en het huwelijk hoort te zitten waarin beiden druk bezig zijn met hun toekomstig huwelijk. Verbonden door de sterkste liefdesband die je maar kunt denken. Alles wat je in dit leven meemaakt, goed zowel als kwaad, dienen om jou te vervolmaken, want de Heer doet alle dingen medewerken ten goede. Je bent hier om afsscheid te leren nemen. Om afscheid te nemen van zonden en verleidingen. En je wordt mooier en mooier. En intussen… Jouw nieuwe huis wordt gebouwd. Het huis van je vader, waarin je nu nog woont, werd gebouwd in zes dagen. Het huis wat voor je wordt gebouwd daar wordt al tweeduizend jaar aan gewerkt! Verheug je erop! Het zal al je verwachtingen overtreffen!
Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben.
1 Kor 2 vers 9
Een belofte die zeker is
De belofte die de Bruidegom aan zijn Bruid heeft gedaan, wordt door Hem nagekomen. Daar hoef je nooit aan te twijfelen. Hij heeft immers zo’n grote prijs voor jou betaald; Hij komt zeker terug voor Zijn Bruid! Jij bent gekocht en betaald 1 Kor 6 vers 20 Die keer dat je Hem ontmoette en je ‘ja’ zei op Zijn vraag en je je hart aan Hem gaf, dat gebeurde in het geheim. Het was niet erg zichtbaar. Misschien merkte je omgeving dat jij was veranderd, maar uiterlijk was alles nog hetzelfde.
De opname
Als Hij terugkomt dan komt Hij snel en onverwachts. Opeens is er iemand, die oplette en die roept: “de Bruidegom komt!”. Je hoort het geluid van de sjofar. En dan hoor je Zijn stem: “Sta op geliefde Bruid”. En dan zullen Zijn vrienden (engelen) je dragen naar Hem toe; Hij stond al bij de voordeur. Dan hoor je Zijn stem, die roept: “Kom, mijn geliefde!” Er is geen angst. Je zult gedragen worden naar je Bruidegom en samen met Hem in processie naar Zijns Vaders Huis. Als je omkijkt naar het huis waar je woonde stelt Hij je gerust: “dat is niet langer je huis. Eigenlijk was het nooit je huis, maar de plaats van je opleiding en voorbereiding. Je gaat nu van onvolmaakt tijdelijk naar de volmaakte eeuwigheid.”
Je nieuwe vaderland
Als je in Zijn land aankomt zul je van de ene verbazing in de andere vallen. Dit koninkrijk zal zo mooi zijn! Het overtreft al je dromen! Hier zijn geen dieven die komen om te stelen; geen roest of vergankelijkheid zal deze schoonheid laten vervagen. Overal is rust en blijdschap; alle angst en alle zorgen zijn van je afgevallen. Dan zegt de Bruidegom: “haal je sluier weg..?” Je doet dat, beducht, omdat je weet dat er toch imperfecties zijn. Je ziet zijn ogen, Zijn bewondering. Jouw schoonheid vult de zaal. Want ‘kallah’ betekent niet alleen ‘bruid’; het betekent ook ‘de perfecte’. In het oog van de Bruidegom ben jij de mooiste die er is. Jij moet jezelf nu leren zien zoals Hij jou ziet. Samen heffen jullie onder de choeppa het glas wijn van jullie verbond en Hij zal zeggen: “wij hebben elkaar onze liefde beloofd en nu drinken we de beker van vreugde”. En je zult één worden met je Bruidegom; samen in één Geest. Alles wat je vroeger van Hem scheidde, is nu weg en je ervaart het mysterie van de eenwording met Hem, die jou zo liefheeft. Jij werd geschapen met maar één doel: Zijn liefde.
“Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft, om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord, en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zó dat zij heilig is en onbesmet.”
Ef 5 vers 25-27
De Geest en de bruid zeggen: ‘Kom!’
Openbaring 22 vers 17
http://www.eindtijdinbeeld.nl/EiB-Opname/de_misleiding_van_de_opname_na_de_grote_verdrukking.html
Interesting. Nog nooit gehoord!