Het heil is voor alle goddelozen
SMS | 14 reacties | 11-06-2015 | 11:03
Aan wie wordt het heil aangeboden? Zijn dat alleen de uitverkorenen, zoals enkele afgescheiden kerken in hun leer proclameren, of wordt de zaligheid aangeboden aan iedere zondaar? Oftewel, is er sprake van een welmenend en onvoorwaardelijk aanbod van genade? Predikanten in (O)GG(iN) die in hun prediking al dan niet voorzichtig voor deze lijn kiezen, komen niet zelden onder (sper)vuur te liggen van bezwaarde collega’s en/of kerkenraden met Steenblokkiaanse trekken. Prof. dr. Johan Blaauwendraad werd zijn kerk ‘uitgezet’ toen hij met een tweetal doorwrochte boekwerken overtuigend aantoonde dat zijn kerk was afgeweken van de lijn der reformatie. Dr. Klaas van der Zwaag en Bram Bart volgden noodgedwongen hetzelfde traject na soortgelijke kritische geschriften. Een gewaarschuwd mensch telt voor twee. En daarom blijven er dus nog maar twee mogelijkheden over: zwijgen of opstappen.
Van de hand van de hersteld hervormde H. Huisbrink uit Genemuiden is nu een herdruk verschenen van een ruim 200 jaar oud boek over hoe onze kerkhervormers dachten over het aanbod van genade. En daaruit is maar één conclusie te trekken: Blaauwendraad, Van der Zwaag en Bart hebben de kerkhervormers aan hun kant. Tijd voor eerherstel dus.
Hieronder een recensie van ds. W. Pieters uit Garderen van de betreffende herdruk:
Wat kun je ermee vastlopen of de Heere u wel of niet welkom heet aan Zijn genadetroon, aan de doorboorde voeten van Zijn Zoon! Als je zondeschuld al maar groter wordt... Over dit onderwerp, “Wie worden er geroepen?” of: “Aan wie wordt Gods genade aangeboden?” is onlangs een boek verschenen dat al meer dan 200 jaren geleden van de drukpers kwam.
Iemand uit Genemuiden heeft een keurige herdruk laten verzorgen van dit boek, dat nu als titel heeft: “Gods stem in de welmenende nodiging van het Evangelie.” De ondertitel luidt: “Een overzicht van bronnen van deze Bijbelse leer tussen 1536—1774.”
Theodorus Avinck, de bekende oefenaar uit 1780 onderzocht wat de kerkhervormers schreven over het aanbod der genade, ook de Drie Formulieren van Eenheid en andere belijdenisgeschriften, én wat predikers uit de ‘oude tijd’ erover hadden geschreven. Wie wil weten hoe de kerkhervormers, bijvoorbeeld, erover dachten, kan in dit boek terecht. Heel veel gedeelten die iets zeggen over de aanbieding van Gods genade, heeft Avinck op een rij gezet. Een paar namen: Willem Teellinck, Gisbertus Voetius, Hermannus Faukelius, Franciscus Ridderus, Jodocus van Lodensteyn, Jacobus Koelman, Johannes van der Kemp, Abraham Hellenbroek en Johannes Beukelman.
Het prachtige bronnenboek van Avinck is niet in oude druk, maar wel in oude spelling en daarom niet altijd zo gemakkelijk te lezen. Het is echter enige inspanning wel waard, want het is heel onderwijzend.
Avinck begint er meer duidelijk te maken dat in de dagen van onze vaderen het woord “schenken” werd gebruikt in de betekenis van “aanbieden”. Hij verwijst naar de kanttekeningen op Filippenzen 3 vers 9. Paulus schrijft: “... niet hebbende mijn rechtvaardigheid, die uit de wet is, maar ... de rechtvaardigheid, die uit God is door het geloof.”
Bij de woorden “die uit God is” schrijven de statenvertalers: dat is, die God ons schenkt en genadig toerekent. Bij de woorden “door het geloof” staat: dat is, die wij verkrijgen en ons toe-eigenen door het geloof, als door een geestelijk instrument, waardoor deze gerechtigheid aangenomen wordt.
Wie dit in zich opneemt en onthoudt, kan de antwoorden 21 en 60 van de Heidelbergse Catechismus beter verstaan. Hierin wordt aan onze catechisanten geleerd dat God ons vergeving van zonden, de volkomen genoegdoening, gerechtigheid en heiligheid van Christus heeft geschonken en schenkt; en dat wij die weldaad met een gelovig hart moeten en mogen aannemen.
God heeft ons dus in de belofte geschonken (aangeboden), wat wij door geloof toe-eigenen, aannemen. Biedt God aan goddelozen Zijn genade aan? Ja, zo blijkt uit het grondige boek van Avinck, waarvan ik nu drie voorbeelden aanhaal van de kanttekeningen.
1. Jesaja 7 vers 13: De Heere had tegen koning Achaz gezegd dat hij een teken van Hem mocht vragen dat Zijn belofte waar was. Achaz die niet wandelt in het spoor van vader David, weigert. Dan zegt de profeet: “Hoor nu, huis van David! Is het voor u te weinig, dat u de mensen moe maakt, dat u ook mijn God moe maakt?” Jesaja zegt dus, volgens onze statenvertalers: tot nog toe hebt u mij en andere profeten des Heeren veracht, en onze vermaningen niet geloofd of aangenomen, maar nu bent u voor God de Heere zelfs lastig of moeilijk, omdat u de genade, die Hij u aanbiedt, veracht. God biedt Zijn genade aan. Achaz veracht dit en dit noemt Jesaja: God moe maken ...!
2. Jesaja 55 vers 6: “Zoek de HEERE, terwijl Hij te vinden is.” De kanttekening luidt: dat is, terwijl Hij zijn goedertierenheid aan arme zondaren aanbiedt, door die tot boete en bekering te nodigen.
3. Lukas 19 vers 41-44: Jezus weent tijdens Zijn intocht in Jeruzalem in over haar inwoners en zegt: “Och, of u ook bekende, ook nog in deze uw dag, wat tot uw vrede dient”; en klaagt: “U hebt de tijd van uw bezoeking niet bekend.” De statenvertalers omschrijven die ‘tijd der bezoeking’ als volgt: waarin u door de prediking van het Evangelie de genade van God nu wordt aangeboden.
Bijbelse prediking is dus, naast het verkondigen van troost en het leidinggeven aan kinderen van God, ook zondaren roepen en uitnodigen.
De heer Huisbrink deed er goed aan een herdruk van dit zeldzame boek te verzorgen. Ik hoop dat deze herdruk aftrek vindt – in het bijzonder bij predikanten, aanstaande predikanten en ambtsdragers.
Theodorus Avinck, Gods stem in de welmenende nodiging van het Evangelie, reprint verzorgd door dhr. H. Huisbrink te Genemuiden, prijs 47 euro. Te bestellen via h.huisbrink@kliksafe.nl of telefonisch via 06-54697340.
Er is ook veel te vinden van Theodorus Avink op internet o.a. hier: http://www.theologienet.nl/documenten/Avinck-preken%201e%20deel.pdf
Duidelijk ben jij geen insider in één van deze gemeentes, hooguit van een van deze, maar schaar jij de rest bij deze gemeente. Ik kom zelf uit de GerGem in Gouda! en dit beeld wat jij schetst, klopt totaal niet met de werkelijkheid. Het aanbod van de genade komt tot iedereen! Dát is wat ik tijdens de preek hoor!!! Daarbij klopt het dat dhr. Blauwendraad zelf uit de kerk is gestapt omdat hij zich er niet meer in kon vinden, maar dat is een discussie die heel ergens anders over gaat, en zeker niet alleen over het aanbod van genade.
Inderdaad is het zo dat in de GGiN etc. het aanbod van genade vernauwd wordt tot het aanbod tot de uitverkorenen, je weet niet of je uitverkoren bent, anders kom je er toch wel, dus dat ontslaat je heel kort door de bocht gezegd van iedere verantwoordelijkheid. Dat is wat dr. Steenblok bedacht heeft toen hij de geloofsleer helemaal rond wilde redeneren. Daar zijn wij het binnen de GerGem uiteraard niet mee eens!!
Dus graag, SMS, een iets genuanceerdere visie op de behoudende kant van christelijk Nederland, dankjewel!
Deze week nog gehoord uit de mond van een Ger. Gem.-dominee, die niet eens als zeer behoudend bekend staat: "God haat een mens. De Heere heeft een heilige afkeer van een mens." Hoezo welmenend aanbod van genade?
Citaat van Blaauwendraad uit 2002: "Het werd grimmig. Ik was al uitgesloten van het Heilig Avondmaal, je zag de volgende stap aankomen.'' De hoogleraar zucht. "Het is een besloten kring die weinig toelaat. Er heerst een angstcultuur.''
Leer uitspraak van de Gereformeerde Gemeenten 1931
Het verbond der genade staat onder de beheersing van de uitverkiezing ter zaligheid;
het wezen van het verbond geldt alléén de uitverkorenen; - aard en wezen van het verbond der verlossing en het verbond der genade zijn één;
God heeft het genadeverbond opgericht met Christus als het Hoofd van al de Zijnen (dus niet zozeer met Abraham en zijn zaad).
http://gergeminfo.nl/kerk/geschiedenis
Het gaat niet zozeer om anderen, maar meer om mij! Ik moet door die enge poort gaan en niet op die brede weg te wandelen. Laat ik maar zelf om proberen in te gaan..
Laat ik de wet houden, de 10 geboden navolgen en zuiver van leer zijn. Laat mij knielen op een bed violen zodat men aanmij geen aanstoot neemt.
Want inmiddels weet ik wie God is. Door mijn bekering.
Zo laat Hij mij toe envoorderest niemand nie.
Dit maakte de Heer Jezus duidelijk aan zijn discipelen, toen hij bij zijn hemelvaart tegen hen zei: "Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld." (Mat. 28:19,20)
Of te wel, probeer jij je eigen redding te verdienen?
Dat is een werk geloof.
Lees Efeze 2:8-9 nog eens!!
Het enige wat wij moeten doen is het evangelie van Jezus christus geloven.
1 Korinthe 15:1-4
Lees toch de bijbel zelf eens goed. Leer Gods woord recht te snijden.
https://www.facebook.com/groups/852023834892412/
Het is mijn overtuiging dat het aanbod van redding aan ieder mens is gegeven, dat zegt bovenstaande tekst toch!
Dus het offer van Gods zoon is voor elk en ieder mens en is afdoende om ieder mens los te kopen van zonde en dood.
Wij zijn allemaal zondaars en bereiken niet de heerlijkheid van God, dus we moeten allemaal in de voetsporen van Jezus treden, onszelf verloochenend!
Romeinen 3:23 ... Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God..
Wij zondaars moeten elke dag God blijven zoeken door zijn rechtvaardige wetten te gehoorzamen en toe te passen in het leven.