Oprecht leven
Buitenman | 8 reacties | 03-03-2015 | 08:28
“Geloof”, aldus de Amerikaanse theoloog Stanley Hauerwas, “is niet bepaalde stellingen voor waar houden, hoewel het ook plaats heeft voor de houding en de passie van het vertrouwen. Geloof is niet een combinatie van die beide, maar eenvoudig loyaal zijn aan Jezus, als de stichter van Gods koninkrijk van vrede.”
“Dat de evangeliën zijn overgeleverd in de vorm van een levensverhaal, heeft niet alleen als doel een beeld te schetsen van dat leven, maar vooral ook ons te oefenen ons eigen leven te bezien in relatie tot dat leven, het leven van Christus zelf. Christenen zijn mensen die geloven dat de waarachtigheid van hun geloof tot uitdrukking moet komen in hun levens.” Dat is precies wat het christendom zo sterk bindt aan het Jodendom. Wat Hauerwas zegt, geldt voor Israël én voor de kerk beide: “God heeft zijn aanwezigheid toevertrouwd aan een concrete historische gemeenschap die van generatie op generatie vernieuwd moet worden.” Hij zegt zelfs: “Het subject van verandering is voor Christenen niét een individu, maar een gemeenschap die door de eeuwen heen leeft.”
Christendom is volgens Hauerwas een kwestie van lange adem, je leven lang leren. Dat kan alleen maar door te doen, je kunt het goede leven, het christelijke leven, niet leren door er studie van te maken, je moet het doen. “De kerk is de plek waar karakters worden gevormd, waar christelijke deugden worden aangeleerd en waar tegen de zonde wordt gestreden.”
Want, zegt Hauerwas: het is juist de bedoeling in de kerk dat de levens van mensen veranderen. Ken je iemand in de kerk die iets verkeerds heeft gedaan? Niet laten sloffen, maar zeg het, vindt Hauerwas. Je laat iemand in het sop van z’n schuldigheid gaar koken als je het niet doet. Iemand onder kritiek stellen is hem of haar de kans geven zijn fout te herstellen.
De vrede die Jezus brengt, is géén vrede van rust, maar de vrede van de oprechtheid. Wie iedereen recht kan aankijken, kan elke avond gerust gaan slapen. “Vrede zonder oprechtheid is per definitie dodelijk.” De confrontatie met het medegemeentelid dat daarvoor nodig is, moeten we aankunnen in het besef dat zowel hij of zij als ikzelf leven van vergeving en berouw. Je ziet elkaar in de ogen als zondaars die genade, vergeving gekrégen hebben. En dan kan dat.
“Er kan geen sprake zijn van individuele heiliging zonder een geheiligd volk.” Het leven van alledag heeft daarin een voorname plaats. “Het Koninkrijk is hier, bij u”, zei Jezus immers al tegen zijn discipelen.
Dhr. Buitenman vindt het kennelijk een goede manier om zijn columns door een ander te laten schrijven. Nu moet ik eerlijk zeggen dat ik dat niet echt het idee van een column vindt, maar vooruit. Maar dan zijn er toch ook gewoon in eigen gereformeerde traditie ruim voldoende mooie, prikkelende citaten te vinden die niet alleen dwars zijn, maar ook veel zuiverder?
Dus de vraag 'op welke leerstelligheid van de HC je doelt, zonder dat dit verbonden is aan geloof' is buiten de orde. Ik spreek niet over leerstelligheid die niet verbonden is aan geloof. Ik zeg alleen, dat geloof ook leerstelligheid impliceert. En het lijkt me niet zinvol om een column te beginnen met de opmerking dat dat niet zo is. Wat je wèl kunt zeggen: 'je bent er in het geloof niet mee klaar als je bepaalde leerstellingen voor waar houdt'. Inderdaad, het komt ook aan op het leven en de betrokkenheid op de gemeenschap.
Overigens, op dat laatste punt vliegt Hauwerwas ook wel weer uit de bocht, als hij opnieuw twee dingen tegen elkaar uitspeelt: “Het subject van verandering is voor Christenen niét een individu, maar een gemeenschap die door de eeuwen heen leeft.” Dit is weer een onbijbelse tegenstelling, omdat in de Bijbel dit heel duidelijk allebei waar is. De verandering van de gemeenschap begint bij de verandering van het individu.
Als je de hele Bijbel voor waar houdt, dan houd je vanzelf ook leerstellingen voor waar. Om maar iets te zeggen: Drie-eenheid, twee naturen van Christus, rechtvaardiging van de goddeloze, schepping uit niets, etc. Die zul je toch eenvoudigweg voor waar moeten houden...
Jij schrijft:
Ik proef bij Hauerwas in deze column vooral een waarschuwing tegen droge dogmatiek, zonder dat hij daar vervolgens volledig afstand van neemt (zie het laatste deel van de eerste zin).
Dit is nu juist waarom ik Hauerwas zo graag lees, hij blijft zo dicht bij de kern van Gods Woord dat hij niet in menselijk vakjes is te vangen.