Kabouters, eenhoorns en het Evangelie
Gertjan de Jong | Geen reacties | 02-12-2014 | 10:05
Atheïsme is bijna zo oud als de mensheid. In de Psalmen gaat het er al over. ‘De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God.’ En atheïsten vandaag roepen nog wel meer dan dat. Zo hoor je ze nog wel eens beweren dat Godsgeloof op één lijn staat met geloof in kabouters, eenhoorns of vliegende tapijten. Een terechte vergelijking?
W.P. van den Bercken (1946), slavist en theoloog, vindt van niet. In het RD zei hij laatst: ‘Of kabouters of eenhoorns bestaan of niet, is existentieel niet relevant en heeft geen enkele betekenis voor het besef van goed en kwaad of de zin van het leven. Bij Godsbesef gaat het om fundamentele levensvragen. Kabouters geven daar geen antwoord op, al zouden ze bestaan.’
Opmerkelijk verhaal
Zelf heb ik nog nooit gehoord van iemand wiens leven radicaal is veranderd door een kabouter. Over de Man uit Nazareth doen die verhalen wel de ronde. Op de website van Christianity Today las ik pas nog het opmerkelijk verhaal van de Fransman Guillaume Bignon (foto). Als twintiger doet hij verschillende universitaire studies, speelt volleybal op landelijk niveau en is hij overtuigd atheïst. Tijdens een vakantie op de Caribbean ontmoet hij een meisje uit New York. Hij wordt verliefd, maar ontdekt al snel dat er een blokkade is. Het meisje gelooft namelijk in God (in zijn ogen ‘intellectuele zelfmoord’). Bovendien gelooft ze dat seks in het huwelijk thuishoort (‘een geloof dat zo mogelijk nog problematischer is dan haar Godsgeloof’).
Toch krijgen ze een relatie – over lange afstand, hij keert terug naar Parijs en zij naar New York. Zijn missie is helder: hij wil haar van haar geloof afhelpen. Guillaume neemt die missie serieus en verdiept zich grondig in het christelijk geloof. Hij begint zelfs te experimenteren met gebed, Bijbellezen, kerkbezoek en voert intensieve gesprekken met een predikant. Christenen zijn toch niet helemaal achterlijk, zo ondervindt hij. Dan breekt het moment aan dat God zijn geweten inschakelt. Het is ‘geen plezierige ervaring’; hij snakt naar hulp, naar redding… en vindt die in Christus.
Trouwen
De volgende stap is duidelijk. Op naar New York om te trouwen met zijn christenmeisje! Maar dat loopt wat anders. ‘In New York leerden mijn vriendin en ik heel snel dat we absoluut niet voor elkaar bestemd waren.’
Wel blijft de Franse ex-atheïst hangen in de VS. Hij verslindt de Bijbel en allerlei boeken over het christelijk geloof, en gaat theologie studeren. Hij krijgt een nieuwe vriendin, ook een christen. Inmiddels is hij met haar getrouwd en hebben ze twee kinderen. Als hij terugkijkt, is hij verwonderd. ‘Ik was niet op zoek op naar God, evenmin verlangde ik naar Hem. Hij strekte zich naar mij uit en hield van mij terwijl ik nog een zondaar was; Hij brak mijn weerstand en koos ervoor om Zijn genade uit te storten.’
Wat een bijzonder getuigenis! Het laat zien dat God wonderen doet, ook vandaag. En het toont het gelijk van W.P. van den Bercken: Godsgeloof is existentieel, het raakt de kern van je bestaan. Kabouters hebben, zover ik weet, wat minder impact.