Eenheid van gelovigen
Buitenman | Geen reacties | 20-11-2014 | 07:58
De enkele jaren geleden overleden evangelist Jaap Fijnvandraat onderscheidde drie kanten aan de eenheid van de christenen: die waarbij de gemeente gezien wordt als (a) het lichaam van Christus, (b) als een kudde schapen en (c) als de kinderen van God. Hij spoort aan om ze alle drie werkelijkheid te laten worden.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
De eerste vorm van eenheid bepaalt ons erbij dat de christelijke gemeente volgens de brieven van Paulus een lichaam is en de eenheid van een organisme laat zien. Het lichaam heeft een hoofd (Christus) en vele leden die samen het lichaam vormen. Deze eenheid wordt in praktische zin gezien als de gelovigen vasthouden aan het hoofd en zich niet laten leiden door iets of iemand anders en zij elkaar als leden dienen met de gaven die ze hebben. Helaas wordt daar door de verdeeldheid in kerken weinig van gezien, behalve waar christenen van diverse kerken en groepen elkaar ontmoeten zoals bij EO-dagen, op de Evangelische Hogeschool, bepaalde conferenties, themadagen, enz. Ook verschijnt die eenheid wanneer men medechristenen als leden van het lichaam erkent en men geen kerkmuren opwerpt. (Helaas is dat voor ongelovigen moeilijk te zien.) Enigszins wordt deze eenheid wel zichtbaar waar men medechristenen aan het Heilig Avondmaal ontvangt, want dat is HET symbool van de eenheid van het Lichaam, zoals 1 Kor. 10:16,17 aangeeft.
Van de eenheid der gemeente als een kudde schapen is sprake in Joh. 10:1-18. De kudde is een eenheid omdat de schapen de ene Herder toebehoren. De kudde bestaat uit schapen van de Joodse stal en uit schapen uit de volken. Deze eenheid wordt zichtbaar als gelovigen in hun praktisch gedrag in deze wereld en naar elkaar toe de Heer Jezus volgen. Helaas wordt dit beeld ook verstoord door de verdeeldheid onder christenen in kerken en groepen en ook doordat christenen in hun persoonlijk en gemeenschappelijk christelijk leven zo verschillend laten uitkomen wat ze onder het volgen van de Herder verstaan en ze de verschillen meer benadrukken dan dat wat hen bindt.
De term “familie van God” wordt niet letterlijk in de Schrift gebruikt maar laat zich afleiden uit de geschriften van Johannes. Hij spreekt bijzonder over de gelovigen als “de kinderen van God” en onderscheidt dan bijv. vaders, jongelingen en kinderen in het geloof . Ook het spreken over broeders en zusters heeft daarmee te maken. Dit is de eenheid waarover de Heer Jezus spreekt in Joh. 17, een eenheid waarin we met de Vader en de Zoon begrepen zijn. Dat is onvoorstelbaar, maar waar: het is een eenheid van leven met de Vader en de Zoon. Wij hebben het leven uit God en uit de Heer. Daarbij hoort ook het betrachten van de onderlinge liefde, wat in de geschriften van Johannes sterk benadrukt wordt.
De vraag is hoe we die eenheid zichtbaar kunnen laten worden, zoals er staat: “opdat zij allen een zijn, zoals U Vader, in Mij en Ik in U, opdat de wereld gelooft dat U mij hebt gezonden.” Het is onaannemelijk dat dit gebed van de Heer niet verhoord zou zijn, dus deze eenheid is er zeker wel! We kunnen de eenheid in de praktijk, ook naar derden toe, laten zien door alle ware gelovigen als broeders en zusters te erkennen, hen lief te hebben en dat te laten uitkomen telkens als we elkaar in het openbaar ontmoeten. De eenheid wordt verder zichtbaar waar de liefde als broeders en zusters uitkomt in de ondersteuning die gelovigen elkaar geven. Maar die eenheid komt ook uit als we in trein of vliegtuig iemand leren kennen die ook een gelovige is en we hem of haar als broeder of zuster begroeten en het voor de omgeving duidelijk wordt dat we elkaar voorheen niet kenden, maar door hetzelfde geloof in Jezus Christus met elkaar verbonden zijn.
(bron: www.jaapfijnvandraat.nl ; Jaap Fijnvandraat (1925-2012) was evangelist in Noord- en Oost-Nederland.)