Vriendelijkheid
Buitenman | 2 reacties | 11-10-2014 | 14:59
Hij moet nu al heel oud zijn. Vóór zijn verhuizing naar een ander deel van Nederland was hij al een tijd emerituspredikant. Af en toe preekte hij bij ons in de kerk. Eén keer herinner ik me nog heel goed. Hij vroeg zich af waarom er toch zo weinig over de vriendelijkheid werd gepreekt. De gewone vriendelijkheid in de dagelijkse omgang met de medemens was in zijn ogen immers een belangrijke christelijke deugd, een kernwaarde. Bravo, dacht ik in mijn bankje, driemaal bravo voor deze man!
Inderdaad, je hoort er zelden expliciet over preken. Natuurlijk zijn er genoeg christenen en predikanten die deze kernwaarde van de vriendelijkheid in hun leven uitdragen. Maar het tot onderwerp van de preek maken? Je hoort vaak een goed woord over naastenliefde in het algemeen, dat wel. En het diaconaat komt aan bod, een goed doel ver weg of in eigen land. Maar de dagelijkse praktijk in eigen straat en wijk?
Ja, daar begint ze toch, de naastenliefde. Groeten. Als is het maar met een knikje. Laten merken dat je iemand gezien hebt. Informeren naar de welstand van een ander. Natuurlijk zonder het woord ‘welstand’ te gebruiken; met een grapje –desnoods- gaat dat beter. De ander laten merken dat je iets van een vorig gesprek hebt onthouden; voor hem of haar kan dat waardevol zijn, al laat hij of zij dat niet blijken.
Onze oude predikant die nu elders woont, was zelf een door-en-door vriendelijke persoonlijkheid. Een bijna ouderwets aandoende wellevendheid straalde hij uit. Iemand van de elite, zo zouden sommigen hem misschien karakteriseren. Dat was hij ook; de naam die hij draagt is héél wat langer dan Janse of Buitenman. Maar in zijn geval gaat het ook om een geestelijke elite. De voorvaderen van deze bescheiden dorpspredikant maakten deel uit van de opwekkingsbeweging het Réveil. Zonder twijfel waren zij, met al hun hoge functies, in de dagelijkse omgang even vriendelijk als deze nazaat - onze vroegere emeritus die nu ondertussen wel héél oud moet zijn.