dit artikel drukt in een grote reformatorische wond!
Ik heb nogal de indruk dat wij als reformatorischen anders moeten zijn om traditioneel uniek te blijven; de evangelischen zijn er al vandoor met lof en dankbaarheid, vreugde en blijdschap. Wat blijft er over? Tegenstellingen zoals de blik naar binnen houden en ontmoedigd raken door ons eigen vlees..
Wat een waanzinnig doeltreffende stuk. Juicht voor de Heer, maakt het de volken bekend!! Jezus is Heer!!
Door Zijn offer aan het kruis en de opstanding uit de dood hebben wij 100% genade ontvangen voor degene die waarachtig in Hem geloven.
Beste Nico,
Mijns inziens ben je echt niet altijd in een juichstemming. Want bedenk eens waarvan je verlost bent. Van al die zonden die je gedaan hebt tegen een rechtvaardig God die altijd goed voor je is geweest. Maar jij hebt Hem altijd links laten liggen. Ik denk dat je dan ook zeer regelmatig je zonden belijdt voor God. Bekering is ook dagelijks boete doen, zolang we hier op aarde zijn, want op aarde blijven we altijd zondigen. Ik denk dat een bekeerd mens niet zozeer in een juichstemming leeft, maar vanbinnen een diepe vrede ervaart, die alle verstand te boven gaat.
Natuurlijk ga je daarna God prijzen, maar dat zal altijd met een eerbied zijn voor het werk dat Hij gedaan heeft. Om stil van te worden...
@kram94 De Bijbel zit er dus naast? "Wordt stil voor de Heere", zou dan het meest voorkomende bevel moeten zijn.
..en als ik daar even op mag inhaken @kram94: welke beleden zonden zouden er in de weg staan als God ze zelf weggedaan heeft zover het oost verwijderd is van het westen? Als je beseft dat ze in de zee van vergetelheid geworpen zijn zodat zelfs God er niet meer aan denkt?
Dagelijkse zonden zijn een aanleiding om niet altijd te juichen maar ook deze zijn voor het kruis niet onbereikbaar. Nogmaals, het past 'ons' niet om te juichen omdat de traditie dit op de eerste plaats niet voorschrijft. Waarom? Omdat de traditie in veel gevallen leidend is in plaats van het Evangelie.
Uiteraard is het maar de vraag hoe je gehoor dient te geven aan de oproep 'Loof de Heere'. Mijns inziens kun je hier gehoor aan geven in woord en daad. Dus heb ik er niet zoveel moeite mee als christenen de Heere loven met hun daden. Om met de woorden van Augustinus te sluiten: Verkondig het Evangelie en gebruik desnoods woorden (vrije vert.)
@Cees102 Bedoel je: met een 'somber' gezicht goede daden doen? ;-) Je moet zondags eens op de gezichten van mensen letten die naar de kerk (ook een 'goede' daad, lijkt me) gaan. Zou dat de bedoeling zijn van "Looft de Heere"?
@Omega, het is niet aan mij om een ieder voor te schrijven hoe hij/zij 'Looft de Heere' praktisch toepast. Maar waar ik me wel een voorstelling bij kan maken is dat er mensen zijn die in de wetenschap leven dat zij door het bloed van Jezus Christus gered zijn en dat uiten op de manier zoals dat bij hen past. Of bij hun gemoedstoestand. Dit kan dus betekenen dat mensen zingen in de trant van 'komt luister toe gij godsgezinden' (ps 66:8). Evengoed zou dat ook op een manier kunnen in de trant van het zingen in het hart 'Mijn ziel is immers stil tot God' (ps 62:1). Welke gelaatsuitdrukking daarbij hoort weet ik niet. En je punt over het gelaat op zondag van andere mensen begrijp ik wel maar kun je daaruit opmaken hoe de geestesgesteldheid van de mensen daadwerkelijk is? En kun je dat ook bij mensen met een heel opgewekt gezicht? Wij zien aan wat voor ogen is, God ziet het hart aan. Laat ik daarom jou en mezelf toewensen dat we het gezicht van Christus mogen ontmoeten in de kerk. Maar wij zien Jezus, met heerlijkheid en eer gekroond...(Hebr 2:9)
@Cees0102 Ik vrees dat het probleem ergens anders zit. Als er praktisch niemand aan het avondmaal gaat en dus niet verzekerd is van zijn aandeel aan Christus, valt er weinig te loven, te prijzen en te danken. Psalm 62 is overigens geen lofpsalm. Lees de onberijmde versie maar eens ;-)
We delen het verlangen dat er veel gemeenteleden (en mensen daarbuiten) mogen zijn in Christus. Dat we daarbij de verantwoordelijkheid hebben om onze roeping vast te maken zien we ook beiden. De Heere is echter vrij om te doen wat Hem behaagd en Hij geeft de een meer wasdom dan de ander. Blijft voor ons over dat we op dit punt in onze gebeden onze medebroeders/ zusters in alle reformatorische kerken moeten gedenken, met de vraag of de Heere ons wil aanzien in Zijn genade en ons wasdom wil geven zoals Johannes dat zo mooi gezegd heeft. Hij moet wassen en ik minder worden.
Wanneer iemand God prijst met de mond, dan weet men niet of hij dat ook met het hart doet. Maar als er geen lofprijzing uit de mond komt, zit het dan wel in het hart? Refo's zeggen toch: wat van binnen zit, komt naar buiten openbaar?
Veel geloofsonzekerheid in de kerken die het goud van de reformatie koesteren? Volgens mij is er helemaal geen geloof. En als er geen geloof is, is er ook geen zekerheid. Dan wordt God niet geprezen en daarom blijven de avondmaaltafels leeg.
Waar het mank gaat? Bij de mens: hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij verzet u altijd tegen de Heilige Geest; gelijk uw vaderen, zo ook gij. Hand 7:51
@Cees0102 Zeker Cees, de Heere is vrijmachtig in Zijn doen en laten, maar je wilt de schuld van het probleem (de onbekeerlijkheid van de mens) toch niet bij Hem leggen? Het is de grootste dooddoener in de kerk: een mens kan zich niet bekeren. De waarheid is: hij wil zich niet bekeren. En wie leert van genade te leven in de vergeving van zonden, kan niet anders dan bij tijden jubelen van blijdschap en de Heere de eer geven die Hem toekomt. Wat dat betreft deel ik de mening van @CrA, hoewel ik er van overtuigd ben dat er ook zeker waar en opdrecht geloof te vinden is. Misschien nog wel het meest bij jongeren.
Beste Omega, ik heb niet de indruk dat ik mijn vorige reactie heb bedoeld dat ik God voor verantwoordelijk houdt dat mensen onbekeerd blijven. En als je dat wel zo hebt gelezen was mijn reactie niet duidelijk genoeg. Wat mij betreft laten we het punt hoe de verantwoordelijkheid van de mens en de vrijmacht van God zich tot elkaar verhouden, in onze gedachte op dit onderwerp voor wat het is. Waar het om gaat is hoe God in ons, mensen, aan Zijn eer komt. God komt aan Zijn eer door niet-wedergeboren mensen te verdoemen en wedergeboren mensen zalig te spreken. En deze laatste groep zal gehoor geven aan wat in het artikel is geciteerd uit de Westminster.
Waar ik de nadruk op wil leggen is dat God verheerlijkt wordt in Lofpsalmen, getuigen over Zijn goedheid, etc. Ik wil niet suggereren dat dit alleen aan de volgelingen van Jezus toekomt die tot meerdere wasdom zijn gekomen. Echter geloof ik dat God evengoed verheerlijkt wordt in hen die 1. Arm van geest zijn 2. Treuren 3. Zachtmoedig 4. Hongeren en dorsten naar de gerechtigheid 5. Barmhartigen 6. Reinen van hart 7. Vreedzamen 8. Vervolgd worden. En dan zeg jij (ik vul het even voor je in...) ja, maar juist deze zaligsprekingen worden afgesloten met de oproep om je te verheugen, in het loon wat groot is in de hemelen. Je hebt dan helemaal gelijk. Deze mensen verheugen zich in God, alleen de een doet dat met een 'somber' (zoals je schreef) gezicht en een ander is in extase van hemelse blijdschap. Het kan ook dat emoties zich hierin afwisselen. Graag bied ik podium voor beide gemoedstoestanden. God wordt verheerlijkt doordat wij het beeld van Christus terugkrijgen. Hij wordt verheerlijkt in een zondaar die doemwaardig wordt voor God, die droefheid krijgt naar God, die verlost wordt in Christus Jezus. Hij wordt verheerlijkt in de zuigeling die nauwelijks iets van Zijn Vader snapt en wordt gevoed met babymelk. Hij wordt verheerlijkt in de volwassene die vast voedsel geniet. En daar waar de kleine helder 'opent uwe mond' zingt, zingt zijn grotere broeder hem de lofpsalmen voor. En ( elke?) gelovige heeft de begeerte om tot groei in het geloof te komen.
Ik trek dus in twijfel wat het artikel beweerd dat 'God loven het minst gepraktiseerd' wordt. Mijn vraag aan VDM zou zijn, is het er niet, of, is het er volgens jouw waarneming niet? Mag ik dan zo vrij zijn te beweren dat onze waarneming anders kan zijn dan de werkelijkheid? God staat voor Zijn werk in. Ik heb er nog zeven duizend. (1 kon. 19) laten we ons daarom verwonderen in Gods genadewerk bij 'sombere' en bij 'opgewekte' zielen en met elkaar zingen Geloofd zij God met diepst ontzag, Hij overlaadt ons dag aan dag, met Zijne gunstbewijzen. En als de een dat zingt met tranen over zijn wangen, de ander met een hemelse lach, weer een ander met een andere uitdrukking zal dat onze verwondering over Gods goedheid alleen maar groter maken.
@Cees0102 Dank voor je heldere uitleg. Ik kan me daar ook grotendeels in vinden. Toch wrikt er iets. Twee dingen, denk ik. Allereerst dat Jezus Zelf van ons vraagt om de dankbaarheid van onze verlossing ook te uiten in het openbaar. Dat de vreugde die er ligt in het dienen -in alle gebrek- van Hem tot openbaarheid komt. Het moet zichtbaar worden. Ter eer en verheerlijking van Gods heilige Naam, maar ook tot heil van onze naaste. Daarbij wil ik o.a. refereren aan de uitspraak van Jezus in Matt. 11:17, waarin het gaat over zichtbaar maken van onze gevoelens Ook die van vreugde en blijdschap (het is én én, niet óf óf). Een zondaar die niet verder komt dan zijn doemwaardigheid (ik chargeer nu wat, dat begrijp je) kan namelijk volgens het Woord en de drie stukken geen verloste ziel zijn. Het tweede aspect -ik heb het al even aangehaald- is: welke boodschap hebben wij voor onze naaste als wij onze 'verlossing' tonen door met een somber gezicht ter kerke te gaan of met een ondankbaarheid gezicht, dankbaar proberen te zijn. Nonverbale communicatie (houding, gedrag) is een belangrijk aspect van het christenzijn. De vrucht van de Geest is namelijk ook vreugde. Als dat ten enemale ontbreekt in onze houding, is het dan wel waar in ons leven? Zijn we dan wel werkelijk verlost?
Omega, daar heb je helemaal gelijk in. Vreugde, blijdschap vinden we terug in Gods Woord bij Galaten 5 als vruchten van de Heilige Geest. Het een sluit het ander niet uit. Maar de 1e Johannesbrief (3: 18-19) getuigt juist van het verkrijgen verzekering van het hart. Mijn kinderkens, laat ons niet liefhebben met woorden, noch met de tong, maar met de daad en waarheid. En hieraan kennen wij, dat wij uit de waarheid zijn, en wij zullen onze harten verzekeren voor Hem. Persoonlijk trek ik dan de conclusie dat God juist verheerlijkt wordt in een christelijke levenswandel. En dat in een levend bezit (nl. De verzekering van het geloof) en ook in een levend gemis (welke leidt tot een onberouwelijke bekering tot zaligheid)
En als laatste: de liefde en het verlangen om dicht bij de Heere te leven zal niet ontbreken bij de oprechte 'sombere' en 'opgewekte' gezichten. Je hebt helemaal gelijk dat niet elke kerkganger godsvrucht uitstraalt. Sombere mensen veinzen en opgewekte mensen veinzen. Denk in dit verband eens aan de gelijkenis van de 'opgewekte' farizeeër biddend in de tempel, met zijn zelfgenoegzame loftrompet en de 'sombere' tollenaar met zijn neergeslagen blik. Daarom denk ik dat het belangrijk is dat we vooral aandacht schenken aan het woord 'wij' uit de tekst. Dat 'wij' uit de waarheid zijn! Ik denk dat we voorzichtig moeten zijn om van dit woord 'zij' te maken.
Misschien ken je het boek van Jonathan Edwards, religieuze gevoelens. Hij wijdt een aantal hoofdstukken aan ons onderwerp.
Ik heb niet willen zeggen, dat er geen kinderen van God zouden zijn in de reformatorische kerken@ Omega. Mooi om te horen dat ze er zijn, m.n. onder jongeren. VDM heeft het over: veel geloofsonzekerheid. Volgens bedoelt hij daarmee te zeggen: er zijn vele zwakgelovigen, t.g.v. een chronische ‘refoziekte’. Is hier wel sprake van zwak geloof? Volgens mij is er helemaal geen geloof. In die zin heb ik dat bedoeld. Hoe is het mogelijk dat hun geloof jarenlang zo zwak blijft? Het is namelijk de aard van het geloof om te groeien/sterker te worden. De discipelen vroegen aan Jezus om hun geloof te vermeerderen. Waarom gebruiken deze vele zgn. zwakgelovigen niet het sacrament van het Heilig Avondmaal, wat ook oa. dient om het geloof sterker te maken? Willen ze wel van hun zwakke geloof af? De avondmaalstafels zouden vol moet zitten. Vermeld er maar een 6e ‘refoziekte’ bij: ongehoorzaamheid aan de opdracht van Jezus: "doe dat tot Mijn gedachtenis".
@CRA, hoe is het mogelijk dat de een 30, de ander 60, of ook 100 voud vrucht draagt? Omdat God een ieder de vrucht geeft en Hij uitmaakt wie welk deel krijgt. Ben je het daar wel mee eens? Ben je het eigenlijk wel met God eens dat Hij geeft aan elk gelovig mens wat Hem behaagd? Of lees ik een lichte ergernis ten aanzien van de groep gelovigen waarvan je twijfelt of er wel sprake is van een echt geloof?
@Cees0102 Maar onderdeel van die christelijke levenswandel is wel de blijdschap. De wetenschap dat de dood geen vat meer heeft op je, dat je zonden zijn weggedaan van voor Gods aangezicht, dat Hij geen 'geheugen' heeft als het gaat om vergeven zonden, dan zing je toch met hart en mond? Oftewel, dat moet er een keer uitkomen. Waar het hart vol van is, stroomt de mond van over. "Laat uw ziel vreugde scheppen in de overvloed..." (Jes. 55). Maar wat in het hart ontbreekt, kan ook niet uitmonden in de lof en prijs van Gods daden. Paulus spreekt zijn verontwaardiging uit richting de Hebreeën dat ze opnieuw gevoed moeten worden met melk, terwijl ze 'leraars' zouden moeten zijn. Daar hapert het, vrees ik, ook in onze kringen. Mede veroorzaakt door een voorwaardelijke (en) kenmerkenprediking en het veelal plaatsen van de heiliging voor de levendmaking. Zoals VDM het noemt: roeping en verkiezing worden niet vastgemaakt.
Ja, en als God van eeuwigheid bepaald heeft dat ik maar 30 voud vrucht draagt, wordt dat nooit geen 100 @cees0102. Het punt is, dat dit voor de gelovige verborgen is. Wat niet verborgen is, is wat Jezus zegt: Hierin is mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt Joh 15:8 En dat is de begeerte van iedere gelovige en de aard van het geloof. Als men pretendeert een zwakgelovige te zijn en men vervolgens geen verlangen kent om dit zwakke geloof te versterken door gebruikmaking van het HA en dit afdoet met opmerkingen zoals: er zijn er in de hemel die nooit aan het HA geweest zijn of je kan toch wel HA houden in de bank, is dat een veeg teken. Ik snap dat er strijd rond het HA kan zijn, maar dergelijke uitspraken suggereren dat het liefdesbevel van Jezus bewust genegeerd en er niet gewoekerd wordt met het ene pond. Het wordt in een zweetdoek gelegd.
@Omega, Blijdschap is zeker een onderdeel, van harte mee eens. Maakt de wetenschap dat de dood geen vat meer op je heeft ongevoelig voor de dood? Oftewel, je bent nooit meer bang om te sterven?
Als al je zonden door de Heere zijn vergeven, is het niet meer noodzakelijk nog langer te bidden 'vergeef ons onze schulden'. Wat zou er dan bedoeld worden dat we genade voor genade nodig hebben? (Joh. 1: 16)
Als het hart vol is van geloofszekerheid, denk ik dat we dit zullen waarnemen in daden van de gelovigen, of woorden, of beiden.
Ik ben heel benieuwd naar een onderbouwing over je zin over de prediking.
Hoe het ook zij, je hebt volkomen gelijk dat Gods Woord oproept om sterker te worden in het geloof. Hij moet wassen, ik minder worden.