Slappe knieën
VDM | 23 reacties | 22-09-2014 | 12:03
Het is misschien wel de meest gestelde vraag van de afgelopen decennia. Waarom is er zoveel geloofsonzekerheid in kerken die het goud van de reformatie koesteren? Waarom zo weinig blijdschap en vreugde? Waarom worden er zo weinig lofpsalmen gezongen?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
“Looft de Heere” is de meest voorkomende bevelvorm in de Bijbel. Het is de minst gepraktiseerde in onze kringen. Er gaat dus iets grondig verkeerd, in de meest letterlijke betekenis van het woord.
De Westminster Catechismus omschrijft het doel van de mens op aarde op treffende wijze: “Om God te verheerlijken en ons eeuwig in Hem te verheugen.” Maar als we beweren dat alle randvoorwaarden aanwezig zijn (Woord en Geest, gebed en prediking), waar loopt het dan spaak?
De eerste en meest voorkomende oorzaak: het evangelie wordt niet met een waar geloof omhelsd. De mens die weigert zich te bekeren en te geloven en daar zich met allerlei vrome smoesjes vanaf maakt.
Maar ook bij Gods kinderen is er van vreugde en blijdschap vaak weinig te bespeuren. Redenen?
1. Ongelovigheid (Marc. 9:24). Ze maken hun roeping en verkiezing niet vast (2 Petr. 1:10), met veel twijfel als gevolg.
2. De diepte van het lijden en sterven van Christus wordt niet beseft. Maar ook de liefde tot Hem is weggezakt tot op de bodem van het hart.
3. Slordig leven. Er is onvoldoende strijd tegen de zonde (Hebr. 12:4).
4. Verzuimen van de genademiddelen (gebed, Bijbellezen, Bijbelkring, stille tijd, kerkgang), met een lege binnenkamer als gevolg.
5. Er is nog teveel eigen liefde, in combinatie met eigen eer. Het lijden om Christus’ wil (evangeliseren, waarschuwen tegen vloeken) ontbreekt.
Maar voor al deze chronische refoziekten heeft de Hemelse medicijnmeester een geneesmiddel: “Daarom richt weder op de trage handen, en de slappe knieen; En maakt rechte paden voor uw voeten, opdat hetgeen kreupel is, niet verdraaid worde, maar [dat] het veelmeer genezen worde. Jaagt den vrede na met allen, en de heiligmaking, zonder welke niemand den Heere zien zal.” (Hebr. 12:12-14). Herleving!
Ik heb nogal de indruk dat wij als reformatorischen anders moeten zijn om traditioneel uniek te blijven; de evangelischen zijn er al vandoor met lof en dankbaarheid, vreugde en blijdschap. Wat blijft er over? Tegenstellingen zoals de blik naar binnen houden en ontmoedigd raken door ons eigen vlees..
Door Zijn offer aan het kruis en de opstanding uit de dood hebben wij 100% genade ontvangen voor degene die waarachtig in Hem geloven.
Mijns inziens ben je echt niet altijd in een juichstemming. Want bedenk eens waarvan je verlost bent. Van al die zonden die je gedaan hebt tegen een rechtvaardig God die altijd goed voor je is geweest. Maar jij hebt Hem altijd links laten liggen. Ik denk dat je dan ook zeer regelmatig je zonden belijdt voor God. Bekering is ook dagelijks boete doen, zolang we hier op aarde zijn, want op aarde blijven we altijd zondigen. Ik denk dat een bekeerd mens niet zozeer in een juichstemming leeft, maar vanbinnen een diepe vrede ervaart, die alle verstand te boven gaat.
Natuurlijk ga je daarna God prijzen, maar dat zal altijd met een eerbied zijn voor het werk dat Hij gedaan heeft. Om stil van te worden...
Dagelijkse zonden zijn een aanleiding om niet altijd te juichen maar ook deze zijn voor het kruis niet onbereikbaar. Nogmaals, het past 'ons' niet om te juichen omdat de traditie dit op de eerste plaats niet voorschrijft. Waarom? Omdat de traditie in veel gevallen leidend is in plaats van het Evangelie.
Veel geloofsonzekerheid in de kerken die het goud van de reformatie koesteren? Volgens mij is er helemaal geen geloof. En als er geen geloof is, is er ook geen zekerheid. Dan wordt God niet geprezen en daarom blijven de avondmaaltafels leeg.
Waar het mank gaat? Bij de mens: hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij verzet u altijd tegen de Heilige Geest; gelijk uw vaderen, zo ook gij. Hand 7:51
Waar ik de nadruk op wil leggen is dat God verheerlijkt wordt in Lofpsalmen, getuigen over Zijn goedheid, etc. Ik wil niet suggereren dat dit alleen aan de volgelingen van Jezus toekomt die tot meerdere wasdom zijn gekomen. Echter geloof ik dat God evengoed verheerlijkt wordt in hen die 1. Arm van geest zijn 2. Treuren 3. Zachtmoedig 4. Hongeren en dorsten naar de gerechtigheid 5. Barmhartigen 6. Reinen van hart 7. Vreedzamen 8. Vervolgd worden. En dan zeg jij (ik vul het even voor je in...) ja, maar juist deze zaligsprekingen worden afgesloten met de oproep om je te verheugen, in het loon wat groot is in de hemelen. Je hebt dan helemaal gelijk. Deze mensen verheugen zich in God, alleen de een doet dat met een 'somber' (zoals je schreef) gezicht en een ander is in extase van hemelse blijdschap. Het kan ook dat emoties zich hierin afwisselen. Graag bied ik podium voor beide gemoedstoestanden. God wordt verheerlijkt doordat wij het beeld van Christus terugkrijgen. Hij wordt verheerlijkt in een zondaar die doemwaardig wordt voor God, die droefheid krijgt naar God, die verlost wordt in Christus Jezus. Hij wordt verheerlijkt in de zuigeling die nauwelijks iets van Zijn Vader snapt en wordt gevoed met babymelk. Hij wordt verheerlijkt in de volwassene die vast voedsel geniet. En daar waar de kleine helder 'opent uwe mond' zingt, zingt zijn grotere broeder hem de lofpsalmen voor. En ( elke?) gelovige heeft de begeerte om tot groei in het geloof te komen.
Ik trek dus in twijfel wat het artikel beweerd dat 'God loven het minst gepraktiseerd' wordt. Mijn vraag aan VDM zou zijn, is het er niet, of, is het er volgens jouw waarneming niet? Mag ik dan zo vrij zijn te beweren dat onze waarneming anders kan zijn dan de werkelijkheid? God staat voor Zijn werk in. Ik heb er nog zeven duizend. (1 kon. 19) laten we ons daarom verwonderen in Gods genadewerk bij 'sombere' en bij 'opgewekte' zielen en met elkaar zingen Geloofd zij God met diepst ontzag, Hij overlaadt ons dag aan dag, met Zijne gunstbewijzen. En als de een dat zingt met tranen over zijn wangen, de ander met een hemelse lach, weer een ander met een andere uitdrukking zal dat onze verwondering over Gods goedheid alleen maar groter maken.
En als laatste: de liefde en het verlangen om dicht bij de Heere te leven zal niet ontbreken bij de oprechte 'sombere' en 'opgewekte' gezichten. Je hebt helemaal gelijk dat niet elke kerkganger godsvrucht uitstraalt. Sombere mensen veinzen en opgewekte mensen veinzen. Denk in dit verband eens aan de gelijkenis van de 'opgewekte' farizeeër biddend in de tempel, met zijn zelfgenoegzame loftrompet en de 'sombere' tollenaar met zijn neergeslagen blik. Daarom denk ik dat het belangrijk is dat we vooral aandacht schenken aan het woord 'wij' uit de tekst. Dat 'wij' uit de waarheid zijn! Ik denk dat we voorzichtig moeten zijn om van dit woord 'zij' te maken.
Misschien ken je het boek van Jonathan Edwards, religieuze gevoelens. Hij wijdt een aantal hoofdstukken aan ons onderwerp.
Als al je zonden door de Heere zijn vergeven, is het niet meer noodzakelijk nog langer te bidden 'vergeef ons onze schulden'. Wat zou er dan bedoeld worden dat we genade voor genade nodig hebben? (Joh. 1: 16)
Als het hart vol is van geloofszekerheid, denk ik dat we dit zullen waarnemen in daden van de gelovigen, of woorden, of beiden.
Ik ben heel benieuwd naar een onderbouwing over je zin over de prediking.
Hoe het ook zij, je hebt volkomen gelijk dat Gods Woord oproept om sterker te worden in het geloof. Hij moet wassen, ik minder worden.
- 1
- 2