Onze Lieve Heer
Buitenman | 1 reactie | 27-08-2014 | 12:04
Lang geleden had ik iets geschreven waarin ik iemand uit de Gereformeerde Gemeenten de woorden “Onze Lieve Heer” in de mond legde. Dat had ik toch wel verzonnen, kreeg ik van iemand te horen. “Die mensen zeggen dat niet.” Maar ik had dat betreffende zinnetje wel degelijk zó uit iemands mond gehoord. Namelijk uit de mond van mijn vader, die tot zijn 62e lid van de Gereformeerde Gemeenten was. Voor sommige mensen schijnt “Onze Lieve Heer” nu eenmaal (te) rooms-katholiek te klinken, hoewel dat bepaalde woordgebruik toch heel goed te verantwoorden is.
Luister bijvoorbeeld naar wat de Bijbelgeleerde Willem Barnard erover schreef in het nawoord bij zijn uitgegeven dagboeken. Daar geeft hij zich rekenschap van het feit dat hij veel en graag spreekt van “Onze Lieve Heer”. Hij heeft in zijn lange leven echter gemerkt dat “menig christenmens” dat “kinderlijk en hinderlijk” vindt.
“Maar ik heb er mijn redenen voor. De onuitsprekelijke Naam, ha-sjem, JHWH, wordt bij Joden veelal weergegeven met Adonai, d.w.z. degene die gezag voert over mij. De Septuaginta schrijft dan in het Grieks Kurios (onzerzijds weergegeven als kyrios, bijvoorbeeld in kyrieleis). Het Nederlands zegt Heer. De Statenbijbel heeft HEERE.
Maar de prille Messiasgemeente noemde Jezus óók, omdat hij gezag voert over zijn volgelingen, Kurios. JHWH én Jezus, allebei kyrios. En die aanspreekvorm, die ‘ambtstitel’ kyrios pleit zodoende voor het geloof in de incarnatie.
Het gaat om een gezagsverhouding die tevens een liefdesverhouding is. Vandaar dat ik graag spreek van Onze Lieve Heer.”
(het citaat komt uit: W. Barnard, Een zon diep in de nacht. De verzamelde dagboeken 1945-2005, Skandalon, Vught, 2009, blz. 830/831.)
De oud-testamentische JHWH of El kan ik nou ook niet persé 'lief' noemen. Ondanks dat daar (al dan niet goede) redenen voor zijn bevat het oude testament nogal wat exceptioneel geweld, niet perse de definitie van lief (bemind, geliefd).