God en rampspoed
Buitenman | 7 reacties | 23-07-2014 | 11:09
Rampspoedberichten, aldus Willem Barnard, kunnen mensen die Schriftuurlijk hebben leren geloven, niet van hun stuk brengen. Staat er immers ook niet ‘zo het een en ander’ aan ellende in de Schrift? Voor die rampspoed is God niet verantwoordelijk. In zijn dagboek vergelijkt Barnard, het is dan 1988, God met een vader die de mensheid beschouwt als volwassen kinderen.
‘Hij laat ons los. Hij zit op zijn nagels te bijten van angst en verdriet, maar hij grijpt niet in. Dat is Zijn ascese. Respect voor je kinderen vereist afzien van macht.’ (Barnard kende die verhouding maar al te goed; ook zijn drie kinderen waren inmiddels volwassen.)
Het standpunt van veel lieden, zeker de intellectuelen van zijn dagen, dat God verantwoordelijk zou zijn voor wat zich voordoet op aarde, wees Barnard radicaal af. God zou dan immers harteloos zijn. ‘Of (een ander beeld) men ziet ‘God’ als een soort superjurist die zijn eigen wetten handhaaft, wetgevende en uitvoerende macht tegelijk. Christenen moeten dan hun schouders ophalen. Zij hebben met die ‘God’ niets te maken. Het is een afgod, een idool, een Ba’al.’
Eén van de beelden – het zijn er diverse – die Schriftkenner Barnard in zijn dagboeken noteert voor God, is ‘de Tegendraadse’. Dat God almachtig zou zijn in de zin dat hij verantwoordelijk is voor alles wat op aarde gebeurt, noemt hij (in 1987) een dwaasheid. Dat woord is de vertaling van ‘omnipotens’, schrijft hij, ‘en dat is weer Latijn voor het Griekse ‘pantokrator’, waarmee ‘el sjaddai’ wordt weergegeven. Die zichzelf genoeg is, zonder ons kan (maar niet wil). Het gaat dus niet de kant op van superlatieve macht.’
Niemand mag dus alle rampspoed, hetzij die voortkomt uit de natuur, hetzij die mensen elkaar aandoen, toeschrijven aan de God van de Bijbel. Wie dit beweert, zo meent Barnard, maakt zich schuldig aan onachtzaamheid bij de Schriftuitleg en dat is in principe een zelfde onachtzaamheid als die, gepraktiseerd door andere mensen, juist zoveel rampspoed in het leven van alledag kan veroorzaken.
Het menselijk tekort stond voor Barnard, die dag in dag uit leefde met de Schrift, dus volop overeind als een Bijbels gegeven en als ervaringsgegeven. Niet God is verantwoordelijk – hij grijpt alleen niet in. Dat lijkt sterk op het ‘toelaten’ zoals het gereformeerde belijden dat klassiek verwoordt.
Dat ik deze meningen van Barnard hier te berde breng, betekent niet dat ik, een niet-theoloog, over deze kwestie een afgeronde mening heb. Dat hoeft denkelijk ook niet. Zelf zou ik in elk geval een nuance toevoegen: God grijpt niet altíjd in. Wanneer Hij – soms wel – ingrijpt, gebeurt dat op zo’n manier dat velen het niet zien (ik doel nu op ingrijpen als een wending ten goede) en het zeker niet achteraf na te rekenen is. Want in dat geval zouden mensen omwille van gewin en voordeel in Hem gaan geloven, en dat is nu juist precies niet Zijn bedoeling. Hij wil geliefd en geloofd worden omwille van Zichzelf – die zich liefdevol liet zien in Zijn zoon de Messias.
(de verzamelde dagboeknotities van Willem Barnard (1920-2010) werden in 2009 uitgegeven onder de titel ‘Een zon diep in de nacht’. Met deze titel verwoordde Barnard zijn verwachting van de wederkomst van Jezus. De uitgever is Skandalon te Vught)
Overigens klinkt zijn waardering voor de visie van Barnard wel voortdurend door, bijvoorbeeld als hij benadrukt dat deze man een nauwe omgang had met de Schriften. Eerlijk gezegd, ik weet niet goed welke Schriften hij bedoelt... Als er iets uit de Bijbel duidelijk wordt, dan is het wel dat God niet nagelbijtend toekijkt. Als er iets duidelijk wordt, dan is het wel dat wij Gods handelen niet kunnen afmeten aan ons beperkte menselijke zicht op wat wij moreel verwerpelijk vinden. Het beeld dat Barnard schetst van God lijkt heel vriendelijk, maar is behalve onbijbels (en dus ongereformeerd, ook al schermt dhr. Buitenman een keer met iets gereformeerds) ook volstrekt ontoereikend. Aan zo'n God zou ik het wereldgebeuren niet durven overlaten...
Het 'nagelbijtend toekijken' bij Barnard gaat over het heden
'De enige manier om het antichristelijk verzet van repliek te dienen, is de orthodoxe belijdenis telkens weer te omhelzen'.
Ja, ook die laatste alinea heb ik gelezen. Jawel, u brengt een nuance aan. Maar het klinkt niet als meer dan een nuance. En de enige reden waarom u het voorgaande te berde brengt, zal zijn (dunkt me) omdat u dit in de kern waardeert (anders had u beter deze column achterwege kunnen laten, om verwarring te voorkomen). En de kern van Barnards bijdrage is wezenlijk anders dan de kern van het gereformeerd belijden! Daarom begrijp ik ook niet zo goed wat Barnard zou bedoelen in de laatste zin die u in uw tweede reactie citeert. Het lijkt me van grote waarde als Barnard de orthodoxe belijdenis telkens weer omhelst. Maar dan zou ik wel graag zien, dat hij dit in de praktijk ook doet. En dan zou het mij het meest waardevol lijken, als u juist die passages van Barnard hier in uw column citeert, die nu juist wél bij het orthodoxe belijden aansluiten.
Jawel, het is goed om te proberen al te goedkope aanklachten tegen God te ontzenuwen. Dat doe je echter niet door, voor mijn gevoel even goedkoop, te zeggen dat je God er niet voor verantwoordelijk kunt houden. Het Bijbelboek Job leert goedkoop praten af. Maar dan dus ook, dat God geen hand zou hebben in de rampspoed (en dat de duivel het zou doen, of mensen alleen). God is wel degelijk op Zijn niveau en met Zijn Eigen doel verantwoordelijk. Maar wij mogen vervolgens niet onze maatstaven gebruiken om te beoordelen of Hij wel recht doet (alsof je met een 30-centimeterlineaaltje wilt kijken of een snelweg wel recht aangelegd is).
Barnard redeneert alleen niet zozeer dogmatisch (dogmatiek heeft een sterke beïnvloeding van filosofische systemen vanuit de kerkgeschiedenis) maar rechtstreeks vanuit de Bijbel. (Let wel: de citaten gaan over zijn eigen tijd.) Een fraai voorbeeld van hoe hij tóch - maar voorzichtig - over Gods aanwezigheid in het heden schrijft, staat in zijn dagboek (p. 731) bij 21 januari 1990: 'De islam, als politieke machtsfactor valt niet alleen maar psychologisch, sociologisch, economisch, etnologisch etc, etc. te verklaren. Wat de islam betekent heeft te maken met het feit dat de Messias in Israël geboren is en dat Abrahams zonen met elkaar strijdig zijn van beginsel her. Maar wij kunnen dit 'goddelijk bijmengsel in de kookpot [van het conflict, Buitenman] niet koel analyseren. Wij kunnen er ook niet fundamentalistisch over redeneren.' Zo iemand is gewoon een interessante auteur, naar mijn bescheiden mening - óók wanneer hij niet voor 100 % gereformeerd is, kun je van zo iemand wat opsteken.