Reis licht, reis met God
Habakuk.nu - Gertjan de Jong | Geen reacties | 15-07-2014 | 11:03
‘Ik loop mezelf elke dag tot een staat van welbevinden, weg van elke ziekte: ik ben al lopend tot mijn beste gedachten gekomen en ik ken geen gedachte zo bedrukkend of men kan er wel van weglopen. Dus als men gewoon blijft lopen, komt alles vanzelf in orde…’ Aldus christenfilosoof Søren Kierkegaard.
Gelovigen van alle tijden hebben het wandelen bejubeld. Het onderweg-zijn. We moeten niet stilzitten, niet vastroesten en niet te veel ballast meesjouwen, want onze roeping is: wandelen met God.
Op de website Hetgoedeleven.com reageerden onlangs twee predikanten op de stelling dat werk geen doel in zichzelf is, maar dat we werk moeten zien als onderdeel van de pelgrimsreis van het leven. Leneke Marchand, predikant in Workum, is het eens met de stelling. Ze schrijft: ‘Werken zonder bidden, labora zonder ora, wordt al gauw iets dwaas. De ijver van een muis in een tredmolen beklagen we. Die leidt namelijk nergens toe. (…) Een ander belangrijk aspect van de pelgrimsreis is het reisgezelschap. Op de weg openbaart de Heer zich. Hij loopt mee zonder dat een mens er zelf erg in heeft. De ogen van de leerlingen op weg naar Emmaüs gingen open, toen ze Hem binnen nodigden. Daarom is in de Benedictijnse spiritualiteit gastvrijheid zo belangrijk.’
Reis licht
Aan pelgrimage zit ook een kant die voor westerlingen pijnlijk is, aldus Marchand. Pelgrims moeten namelijk niet te veel bagage meezeulen, want dat maakt wandelen onmogelijk. ‘Travel lightly, reis licht, zonder te veel bagage, was een motto van de Ierse monniken die hier ooit het evangelie kwamen verkondigen. In de elfde eeuw schreef een reisgids voor pelgrims dat je alleen geld op zak mocht hebben om aalmoezen te kunnen geven. Wie stierf tijdens de reis en gevonden werd met een volle geldbuidel, zou het Koninkrijk van God niet binnengaan.’
Stompzinnig en leeg
Ook Willem Maarten Dekker, predikant in Waddinxveen, vindt het een verlies dat het leven vaak niet meer als pelgrimage wordt gezien. Het gevolg: we zoeken het paradijs op aarde. ‘De vakantie is voor ons kapitalisten dan eigenlijk de geseculariseerde hemel. In een leven na de dood geloven we niet meer, en bij degenen die wel geloven, functioneert het geloofsartikel niet. Zoals de middeleeuwer dit aardse bestaan als een tranendal zag, waaruit je eens zou worden opgenomen in de schoot van Abraham, zo zien wij het werkzame leven als een lastig, maar niet te vermijden juk, dat je periodiek kunt afdoen op de camping. Eigenlijk is dat bijzonder tragisch. Het zegt iets over onze impliciete waardering van het gewone leven. We ervaren dat ten diepste als stompzinnig en leeg. Die waarheid kunnen we verdringen, omdat we er op vakantie aan kunnen ontsnappen.’
Een mooie uitdaging om ook het gewone leven te omarmen, in het besef dat we wandelen met Hem. En om vakantie in het juiste perspectief te zien. Niet vanuit een Paradise Now-kramp, van ‘nu zal en moet ik gelukkig zijn!’, maar vanuit de wetenschap: het mooiste komt nog. En elk voorproefje van dat mooiste dat we nu al ontvangen, is mooi meegenomen…