Opeens weet je het: God bestaat
Habakuk.nu - Gertjan de Jong | 1 reactie | 23-06-2014 | 17:34
Breaking news: God bestaat! En wetenschap toont ons maar een klein stukje van de werkelijkheid! Over een fors deel van de werkelijkheid kan de wetenschap ons helemaal niets vertellen! Is dat allemaal niet nieuw voor jou? Nou, dan is het toch wel bemoedigend dat een wetenschapper dit nieuws onderschrijft. Een wetenschapper nog wel die, op het gebied van fysica, geldt als een van de knapste koppen van zijn tijd.
Ik heb het over Mikhail Katsnelson. Deze van oorsprong Russische Jood is hoogleraar fysica in Nijmegen én dichter én belijdend christen. In de Trouw van zaterdag las ik zijn opmerkelijke verhaal. Hij groeide op in een seculier Joods gezin in Rusland. Zijn ouders deden niets meer aan Joodse tradities, spraken ook de taal niet meer. ‘Als kind kreeg ik lelijke woorden naar mijn hoofd geslingerd op straat. Zo kwam ik erachter dat ik tot een volk behoorde waaraan mensen een hekel hadden – om redenen die ik niet begreep. Maar wat het jodendom inhield? Geen idee.’
Zo totaal anders
Op zijn vierentwintigste kreeg Mikhail voor het eerst een Bijbel in handen. Hij las hem en was shocked. Zoiets had hij nooit eerder gelezen. ‘Ik raakte vooral onder de indruk van Job en Prediker. Die troffen me enorm omdat die teksten zo totaal anders waren dan alle literatuur die ik ervoor had gelezen. Het leven van Job, waarvoor een modern schrijver duizend pagina’s nodig zou hebben, wordt in een paar verzen geschetst. Heel indrukwekkend.’ Toen hij een jaar of dertig was, kreeg hij een ‘intense, innerlijke ervaring’. Een plotseling, heel helder inzicht. ‘Ik zat in mijn appartement en ineens besefte ik dat God bestaat en dat Hij weet van mijn bestaan. Vanaf dat moment geloofde ik, die ervaring heeft mijn hele leven bepaald.’ Om die ervaring te verwerken, begon hij te dichten. ‘In zekere zin zijn al mijn gedichten een poging om de mystieke ervaring die ik toen had in woorden uit te drukken.’
Vermoedelijk gek geworden
Kunnen geloof en natuurwetenschap samengaan? Katsnelson ziet het probleem niet. Het gaat om twee heel verschillende zaken die zich afspelen op ‘twee totaal verschillende niveaus’. ‘Mijn geloof vertelt me hoe ik mijn vrienden en mijn vijanden moet behandelen. Vanuit mijn geloof kan ik uitleggen waarom eerlijkheid goed is, en bedrog slecht. In dat soort zaken heb ik niets aan de wetenschap.’ Wetenschap kon hem niet helpen om zijn Godservaring een plaats te geven. Het christelijk geloof wel: ‘Als ik me daartoe niet had gewend, was ik vermoedelijk gek geworden.’
Katsnelson ziet zeker de waarde van natuurwetenschap, maar relativeert die ook. 'Je moet ongelofelijk veel inspanning verrichten om een piepklein deeltje van de werkelijkheid te doorgronden', zegt hij. En: 'Ik verzet me tegen de gedachte dat wetenschap onze enige bron van kennis zou zijn.' Verfrissend, zo'n geluid uit de mond van een wetenschapper. Iemand die gelooft dat de werkelijkheid niet valt dicht te timmeren met stellingen en formules. Die gelooft in het bovenbegrijpelijke. In een Persoon die alle begrip te boven gaat.