De speciale ‘Hollandsche’ zonde
Buitenman | 4 reacties | 06-05-2014 | 08:03
“Mijne vrienden, laat ons onszelven nauw onderzoeken! Misschien bestaat er geen tweede volk op aarde, dat zóóveel gevaar loopt voor formalisme en hypokrisie, voor vormendienst en huichelarij, als het Nederlandsche! ... De splinterigste vraagstukken vinden bij ons belangstelling en velen hebben een weegschaaltje zóó fijn dat die van een apotheker er nog maar een grove ... bij is. Wat zou wel de speciale Nederlandsche zonde wezen?
Wellicht hare eindelooze redeneerzucht, splitsingszucht en verketteringszucht zoodra het den zaak van den godsdienst geldt? Zou er een tweede volk ter wereld zijn, dat hierin het onze overtreft? En toch, ach, hoeveel ijdelheid is er in dat alles!”
“Wie innerlijk van de wereld los is, zal en mág de wereld gebruiken, voorgelicht en bestuurd door den Heiligen Geest, die hem geschonken is. Laat elk leraar en vader oppassen zich niet weer onder de wet te gaan begeven door een lijstje te willen maken van het geen mag of niet mag! Alles is geoorloofd, waardoor God verheerlijkt en het heil des naasten bevorderd wordt. Wanneer het hart waarlijk door ’s Heeren Geest veranderd is, zal dat hart ook niet anders begeeren dan een leven met Jezus te leiden. Maar dan moeten de vrome bedillers op een afstand gehouden worden, want ook de beste hunner is nog maar louter ijdelheid .... Wanneer de liefde Christi van een ziel bezit genomen heeft, worden met vreugde ‘vrijwillige offers’ gebracht, niet met een verwrongen gelaat alsof een looden gewicht op de ziel drukte, maar als ging men ter bruiloft.”
“Het is zeker niet gemakkelijk altoos uit te maken wat al of niet tot ‘de wereld’ behoort, en voor den praatzieken, alles-onderzoekenden Nederlander, wiens ‘Vragenbussen’ *) vol zijn van godsdienstige kwesties, is dit zeker een heel gewichtig ‘vraagstuk’. Maar ik zou wel dit als regel durven stellen: hoe meer ik met God leef, te duidelijker zal het mij in elk afzonderlijk geval worden wat ik doen en laten moet. Als de liefde van Christus mij dringt, voel ik dadelijk wat goed is of niet.”
*) rubrieken in tijdschriften, vergelijkbaar met de vragenrubriek nu op Refoweb
Uit: Blikken in Bunyan’s Pelgrimsreize, Kampen, 1928, blz. 313, 409, 413 en 420. De auteur is ds. J. H. Gunning J. H. zn (1858-1940), drijvende kracht achter het stichtelijke weekblad Pniël dat hij van 1892 tot 1940 grotendeels zelf volschreef.
Ondanks dat ik mij niet schaam dat ik Nederlander ben, kan ik mijzelf enorm kwellen met die gedachten. Ik heb het allemaal met eigen ogen gezien. José van 5 overleed aan diarree en zijn moeder vertelde weliswaar in tranen van verdriet en blijdschap dat José een betere plek heeft dan hij wij was (El - Seybo , Dominicaanse Republiek). Dat de kinderen waar aan ik vroeg waarom ze aan de hand van het verhaal van een nieuwe hemel en nieuwe aarde, alleen maar witte mensen tekenende was het schrijnende antwoord, die hebben het toch beter dan wij. Beter? in wat? in rijkdom. in dat wat ze denken te kunnen maken en sturen, ik dan. Mijn zonden is Hollands dat ik denk dat ik hetzelf kan maken en sturen, maar vergeet het stuurwerk over te laten aan mijn Stuurman en degene die de touwtjes in handen heeft en houdt.
Alleen zijn het nu ''cyber-brandstapels''.
Als er een misstap is die in Nederland typerend veel voorkomt is het oordelen,
huichelen en hypocrisie en het in hokjes plaatsen van een ieder, zelf weer een oordelen.
Wellicht ligt dit aan de specifieke Nederlandse geschiedenis en topografie: eeuwig onderhandelen en ruggespraak houden in een gevaarlijke delta die regelmatig werd overstroomd. Hieruit zou dan het z.g. "maaiveldsyndroom" zijn oorsprong vinden. Doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg. Als waterland kan het ook bijna niet anders; water nivelleert steeds naar het laagste gemeenschappelijke punt...
Waar kwetsen slecht in het geniep mag... ( Slauerhof)