Geluksfundamentalisme
Gertjan de Jong | Geen reacties | 01-10-2013 | 10:39
Het heilige dogma van het Westen lijkt steeds meer onder kritiek te staan. Ik bedoel: dat grote gebod, het bevel dat al die mooie dames en heren je toeroepen vanaf hun zonnige eilanden, middels internet, billboards en magazines: Gij zult gelukkig zijn! In deze tijd geldt een soort geluksplicht. Maar of we daar gelukkiger van worden?
Psychologe Nienke Wijnants denkt van niet. Op Hetgoedleven.com noemt zij het huidige geluksdogma schadelijk en leugenachtig. 'Vroeger werden niet-succesvolle mensen "ongefortuneerd" genoemd. Daar zat een element van pech in. Dat was vervelend, maar tenminste niet je eigen schuld. Tegenwoordig zijn niet-succesvolle mensen losers, want alle voorwaarden voor een succesvol leven lijken voorhanden.' Dit brengt de voortdurende angst mee om af te zakken tot het loserkamp, het moeras van stumpers en schlemielen. Filosoof Alain de Botton bedacht er een mooie term voor: statusangst.
Godsgeloof floreert niet
Ook Rik Torfs, rector van de Katholieke Universiteit Leuven, liet pas in Trouw de beperkingen zien van de huidige succes- en geluksdwang. 'We leven in een tijd waarin het godsgeloof niet meteen floreert', constateert hij. 'Mensen beweren in zichzelf te geloven, ook al toont een oppervlakkige blik in de spiegel meteen de begrensdheid van dat project.'
'Een mens verliest het recht om doodgewoon te zijn, niet bijzonder aantrekkelijk, een beetje saai misschien, niet meteen barstend van talent', vervolgt Torfs. 'We moeten almaar beter worden. De kennismaatschappij evolueert razendsnel, bazuinen specialisten rond. En beelden worden getoond van succesvolle mensen aan de rand van genadeloos blauwe zwembaden, terwijl ze voltijds bezig zijn met zich gelukkig voelen.'
Heilige koe
De Vlaamse rector noemt geluk 'de heilige koe van onze tijd'. 'Een mens wordt voortdurend met dat melige begrip om de oren geslagen. Vroeger vloeide geluk uit het leven voort, vandaag is het een doel op zichzelf. Het geluk wordt ons door de strot geduwd, of we dat nu willen of niet. We hebben geen keuze. Later zal onze tijd worden herinnerd als die van het geluksfundamentalisme. (...) Wellicht is het aangenamer gelukkig te zijn dan ongelukkig, maar het is onaangenaam gelukkig te moeten zijn. De plicht daartoe miskent de condition humaine. We zijn sterfelijk en altijd met sterven bezig. Dat we daar steeds luchtiger over doen, stemt tot angst en wanhoop, omdat wij dan een deel van ons mens-zijn moeten prijsgeven aan de dwang van het blinde geluk.'
Ikea-pakket
Hier stuit Torfs op de kern: met al die gelukszucht – hier, nu en veel! – proberen we onze sterflijkheid te overschreeuwen. We willen dat unheimische gevoel verdrijven, die angst voor de dood, het besef dat levensgeluk geen Ikea-bouwpakket is en geen kwestie van de juiste schroefjes in de juiste gaatjes draaien. Dat ik-kan-het-niet-alleen-gevoel. Die ontreddering. Die schreeuw om een Redder.