De vrouw in het ambt
Habakuk.nu | 3 reacties | 09-09-2013 | 10:03
Bij het lezen van de weekendkranten bleef ik vooral hangen op een waarschuwend citaat van de Amerikaanse theoloog Benjamin Warfield (1851 - 1921). Een opmerkelijke naam trouwens voor een strijdbare theoloog. Maar dat tussen haakjes. Het citaat was te vinden in een hoofdredactioneel commentaar van het Reformatorisch Dagblad (RD) over de ommezwaai van de Gereformeerd Vrijgemaakten in hun denken over de vrouw in kerkelijke ambten. De commentator van het RD verbaast zich onder andere over de snelheid waarmee dit kon gebeuren: binnen tien jaar.
Nu ga ik hier geen discussie beginnen over 'de vrouw in het ambt'. Van mij mag er overigens best iets minder ambtelijk en institutioneel gedacht worden over het lichaam van Christus. Daarbij zou ik me vooral willen concentreren op de geestelijke gaven die de Heer aan de leden van Zijn gemeente geeft en niet zozeer op organisatorische zaken. Mijn zorgpunt in navolging van Benjamin Warfield is vooral het argument dat de Vrijgemaakten – in navolging van veel kerken die hen voorgingen – gebruiken: 'Het betreft hier een standpunt van Paulus dat vooral is beïnvloed door de cultuur van Paulus’ dagen.'
Domino-effect
Warfield vraagt zich terecht af met welke argumenten je dan andere niet meer in onze cultuur passende Bijbelpassages overeind kunt houden. Over seksualiteit en relaties bijvoorbeeld. En het scheppingsverhaal - ook al is daar bij de uitleggers van Warfield discussie over - is natuurlijk maar een primitieve verklaring uit een niet op 'wetenschap' maar geloof gebaseerde cultuur. Vervolgens zijn het nog maar kleine stapjes naar het vooral mythologisch of symbolisch duiden van de maagdelijke geboorte van Jezus en Zijn opstanding uit de dood. Over Zijn wederkomst hoef je het dan al helemaal niet meer te hebben. Ziedaar het domino-effect van de hedendaagse cultuurkruistocht.
Culturele beïnvloeding
Over die glijdende schaal maakte Warfield zich ruim een eeuw geleden al druk. Bekrompen natuurlijk, in de ogen van veel hoog boven Bijbelschrijvers uit primitieve culturen verheven theologen. Maar toch terecht wat mij betreft. Want het argument van die zogenaamd 'culturele beïnvloeding' van de Bijbelschrijvers is - opnieuw volgens Warfield - 'vaak niet anders dan een list om het geloof in het allesomvattende niet-tijdgebonden gezag van de Bijbel te ondergraven'. En laten we eerlijk zijn. Zouden we zonder de druk van de Verlichting, doorgeslagen emancipatiebewegingen en een dominante seculiere cultuur ook tot die andere 'cultuurvrije' Bijbeluitleg gekomen zijn? Moet je niet gewoon vaststellen dat de Bijbeluitleg juist slachtoffer is geworden van culturele omstandigheden, met name van onze hedendaagse cultuur? Ontdoe de theologie daar eerst eens van!
Henk van Rhee
Drs. Henk van Rhee is algemeen directeur van stichting Tot Heil des Volks.
De ommezwaai van de vrijgemaakten waar het RD over schreef is een stuk minder groot dan dat het commentaar in het RD zou doen vermoeden.
Er is een commissie aangesteld welke gekeken heeft of er op Bijbelse gronden iets voor te zeggen is om de vrouw in het ambt toe te laten.
De conclusie van deze commissie is absoluut (nog) niet tot beleid omgetoverd, hoe graag het RD in dezen ook sensatiejournalistiek bedrijft...
Inderdaad is het artikel vooralsnog niet ingevuld, maar is er een reële kans dat dit volgend jaar al anders is. Overigens vond ik de berichtgeving in het RD juist evenwichtig.
Toch vind ik dat een zekere relativering toegepast moet worden op het onderscheid tussen hoofd- en bijzaken. Hoofdzaken zijn niet cultuurgebonden en daarmee tijdloos. Juist de bijzaken verschillen in culturen en plaatsen... In de hoofdzaken weten we ons verbonden aan de kerk van alle eeuwen.
Om te onderstrepen dat cultuur aan verandering onderhevig is wil ik toch wat 'dwarse opmerkingen' te maken:
- Mijn Bijbel schrijft positief over een diakones in de gemeente van Kenchreeen. (Rom. 16:1)
- Mogelijk was Junia een vrouwelijke apostel (Rom. 16:7)
- In veel hedendaagse gemeentes zou een Debora (Richt. 4:4), Hulda (2 Kon. 22), Febe en weduwen (1 Tim. 5) met taken binnen de gemeenschap niet getolereerd worden.