Een vrome school binnen handbereik
Kruipolie | 6 reacties | 16-11-2012 | 11:42
Al eeuwen zitten Friezen ons dwars met hun dialect, cultuur, fossiele smurrie, Elfstedentocht, Grutte Pier en de Slag bij Warns. De overwinning van de Friese boeren in 1345 op de Hollandse graven is reden om daar ieder jaar feestelijk op terug te kijken. Vooral enge nationalisten, van bijvoorbeeld FNP, zijn dol op hun regionale bevrijdingsdag. Zoveel valt er bovendien ook niet te vieren in het barre Noorden. In hun constante poging zich van het vrije Westen af te scheiden, wordt de derdewereldprovincie geholpen met Hollands koopmanschap. Door in ijltempo de gasreserves naar het buitenland te pompen, zakt de Friese bodem sneller dan een kano met zestig nonnen.
Voordat het overbodige stuk polder echter weer teruggegeven kan worden aan moedertje natuur, laat het koeienvolk nog een laatste keer van zich horen. Op initiatief van de Fryske Nasjonale Party is in de gemeente Gaasterlân-Sleat (lees: slet) een motie aangenomen om het christelijk leerlingenvervoer stante pede de nek om te draaien. Christenen krijgen geen cent aan reiskosten meer als ze hun kroost naar een orthodoxe(re) school willen sturen in een ander dorp. De seculiere gemeenschap weigert daar nog langer voor op te draaien. Gelovigen moeten overigens wel gewoon duka's blijven schuiven voor het openbaar onderwijs. Te mogen verkeren tussen de verlichte heidenen is natuurlijk een enorme eer en mag wat kosten.
Inmiddels hebben zo'n 150 gelijkgestemde gemeenten het voorstel van de Noordse Nationalen met gejuich geprezen en eveneens euforisch tot prioriteit gebombardeerd. Het bashen van religieuzen begint inmiddels een populair volksvermaak te worden.
En voordat de slachtoffers van het Friese pesterijtje nu in luid geween uitbarsten, toch even een kijkje in de eigen ribbenkast. Niet zelden wordt een al behoudende school in de eigen plaats gepasseerd omdat een onderwijsinstelling een paar dorpen verderop net een tikkeltje vromer is. En ook die kosten worden -al dan niet geheel- netjes op het bordje van de gemeenschap gedumpt. En wat te denken van Werkendam, dat 50.000 euro moest betalen voor het vervoer van één reformatorische leerling.
Wat zou er gebeuren als rechtzinnige ouders in het Friese Oudemirdum (welgelegen in de Slet-gemeente) hun kroost niet meer naar het reformatorisch onderwijs in het ruim 30 kilometer verderop gelegen Emmeloord stuurt, maar naar de kleine christelijke basisschool in het eigen dorp? Het antwoord laat zich raden. Met zo'n flinke lading refo-kindertjes verschiet het dorpsschooltje binnen no time van kleur. En zo krijg je een school-op-reformatorische grondslag gewoon binnen handbereik. As de wyn draait, moat men de mûne kruie.
1) het populaire woord onder stadsjeugd voor geld, van Surinaamse oorsprong is "doekoes" en niet duka's.
2) waarom zakt een kano met zestig nonnen zo snel ?
Vwb. het punt waar het om gaat: een kleine christ. basisschool omtoveren tot een reformatorische school noem ik
een daad waarvan de buitenwereld al gauw zal zeggen "Daar heb je die Gereformeerden weer". Moeten we dat willen? Ik vind het ook een belediging voor de mensen die hun kinderen naar een Christ. school sturen. Moeten ze overrompeld worden door reformatorische opvattingen? Wat gij niet wilt dat u geschiedt doe dat ook een ander niet!
Ik vind het ook beschamend en niet van deze tijd dat voor vervoer naar een (christelijke dan wel een reformatorische) school een gemeente moet betalen. Als je kijkt naar Werkendam (zie het artikel): ik schaam me rot, ik durf m'n mede-burgers dit niet te vertellen! Als ik een wijntje wil koop ik die toch zelf, als ik (verder) wil leren en ik kies voor een school naar mijn keuze, dan betaal ik dat toch zelf? Een beroep doen op 'recht op' lijkt me in dit opzicht een achterhaald standpunt.