Preekstem
Ds. A.K. Wallet | Geen reacties | 04-08-2005| 00:00
Vraag
Ik vraag mij af waarom dominees in de reformatorische kerken altijd op zulk een vreemde wijze praten. De ene dominee vibreert met zijn stem, de ander praat heel hoog, een derde praat heel klagelijk en weer een volgende heeft een irritante cadans in de zinnen die hij gebruikt. Het lijkt wel alsof de dominee 'vreemder' gaat praten naarmate hij tot een 'zwaarder' kerkgenootschap behoort. Waarom doen predikanten dit? Is het bijbels te onderbouwen? En zo nee, waarom wordt het dan toch gedaan? Hoe is deze gewoonte ontstaan?
Antwoord
Geachte vrager,
Jouw vraag is geen alledaagse. Eerlijk gezegd had jouw vraag misschien beter aan iemand gesteld kunnen worden die het gebruik van vibreren, enz. zelf hanteert. Wat zal ik zeggen? Het kan best zijn dat het toeneemt naarmate de ligging van het kerkgenootschap, predikant. Ik ken het wel uit ervaringen. Het is een eigenaardige gewoonte, die wel te maken heeft met een bepaalde stijl van gewichtigheid, gewichtigdoenerij en bij bepaalde mensen indruk willen maken. Wellicht heeft het ook te maken met het besef van het terecht totaal anders zijn van de prediking in vergelijking met een presentatie van de een of andere maatschappij of show. Het gewicht van de heiligheid van de verkondiging krijgt een bepaalde vorm in de manier van spreken. Men heeft wel eens preken gevonden, waarbij in de kantlijn stond aangegeven: hier vibreren. Daaruit blijkt dat het vaak een ‘gemaakt’ spreken is, waarvan men denkt dat het indruk maakt. Er worden altijd weer mensen door geïmponeerd. Men zag er een bepaalde zalving in van Gods Geest.
Iemand zei eens tegen me van een bepaalde bekende predikant: alleen het uitspreken van votum en groet, zoals hij het doet geeft me al een bijzondere zegen. Het zal duidelijk zijn dat we heel voorzichtig met dit soort spreken moeten zijn en er vooral geen extra dimensies in moeten zien van Geesteswerking. In bepaalde kringen is men er mee groot gebracht en zet men dit onwillekeurig voort. Als je even luistert, valt het vaak weer weg als de inhoud bijbels is.
Ik herinner me dat men vroeger de kerkdiensten aankondigde als een optreden: volgende week hoopt voor u op te treden: ds. X van Y. Het heeft allemaal teveel te maken met het theater. Het gevaar bij een geloofsovertuiging is steeds weer aanwezig om het met overdreven stemvorming te larderen. Je hoort dat b.v. ook in de Rooms Katholieke kerk, een zangerige stem bij de liturgische elementen. Denk ook bij de gebedsoproepen van de Islam; ook een zangerige stem. Dit hoort zeker in de Reformatorische kerk niet te gebeuren. Wij hebben het profetische woord en willen dat laten horen en geen menselijke smaakmakerij.
In een bekend homiletisch (betreffende de preekkunde), handboek (dr. Hoekstra) staat dat de prediker natuurlijk zal spreken in overeenstemming met zijn aanleg. Hij schrijft: ”Berucht is de onnatuurlijke toon, die als preektoon bekend staat. Sommige predikanten hebben zich aangewend deze toon alleen op de kansel te gebruiken. Er is grote variatie in de toonmisvormingen. Er is een schreeuwtoon, een galmtoon, een kraaitoon, een huiltoon, een zuchttoon, een zangtoon, een druktoon. Enkele laten aan het eind van een zin de toon omhoog gaan, in plaats van die op natuurlijke wijze te doen dalen... Bij velen is de preektoon ontstaan door gestage onvoldoende voorbereiding voor de bediening van het Woord.” Tot zover Hoekstra.
Aan de andere kant moeten we ook weer oppassen dat de verkondiging niet te alledaags wordt, zoals ook wel gebeurt wanneer deze op een zeer populaire wijze gebracht wordt. Dan wordt het ook weer een show. Het blijft een heilige zaak. Maar zij vereist een voordracht die natuurlijk is, maar wel stijlvol. Het dient zo te zijn dat het in overeenstemming is met de zaak van het Evangelie. Zo zal het mogen zijn tot eer van God en tot welzijn van de hoorders.
Ds. A. K. Wallet
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.K. Wallet
- Geboortedatum:17-06-1939
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Schoonrewoerd
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
emeritus