Ik hoorde van de week van iemand die geloofde dat op een gegeven moment alle kin...
Ds. W. van Weelden | Geen reacties | 29-08-2007| 00:00
Vraag
Ik hoorde van de week van iemand die geloofde dat op een gegeven moment alle kinderen van God zullen worden opgenomen in de hemel, en dat de aarde dan nog langer bestaat, en er voor de mensen die geen kinderen van God zijn, nog een kans is om zich te bekeren, maar dat dat op dat moment moeilijker zal zijn omdat er dan geen leraren meer zijn om hen de Bijbel uit te leggen. Pas dan komt de grote verdrukking en daarna komt dan Jezus terug. Klopt dat? En waar kan ik dat vinden in de Bijbel? Alvast bedankt.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Deze vraag heeft me wel wat hoofdbrekers gekost. Het is een vraag naar de toekomst des HEEREN. Hoe zal het toegaan? De vraag is ingegeven door een gesprek met een aanhanger van een bepaalde visie op het duizendjarig rijk. Hoe zal het zijn? Hier begint voor mij het lastige punt/ één van de hoofdbrekers. De vraag nodigt namelijk uit om mijn kijk op deze zaak nu eens precies te onderzoeken en weer te geven. Toch kan ik hier niet aan voldoen.
Waarom niet? Er zijn namelijk verschillende opvattingen over het duizendjarig rijk. Eerst het rijk en dan de wederkomst. Eerst de wederkomst en dan het rijk. Ik wil mij in dit gesprek niet mengen om twee redenen. Ik heb niet de begeerte om al de Bijbelse gegevens nog eens op een rij te zetten. Dit is al genoegzaam gebeurd. Ik verwijs met liefde naar een Handboek over de christelijke toekomstverwachting uit onze kringen, getiteld “Eschatologie”, onder redactie van prof. dr. W. van ’t Spijker. Daarin vind de vragensteller veel meer dan enkel zijn vraag.
Deze vraag roept bij mij een tweetal dingen op. Allereerst het verlangen om te weten hoe het zal zijn. We moeten elkaar bemoedigen om op dit terrein niet te veel te willen weten. Het geloof rust namelijk op de beloften van God en God maakt Zijn beloften waar. Maar het hoe is Hem voorbehouden. Zo spreekt de Heere Jezus duidelijk. Hij zal komen als een dief in de nacht. Hij zal er zijn en dan zullen wij het weten. De verdere gegevens uit de Heilige Schrift vinden hier hun grens. Er wordt hier en daar een sluier opgelicht. Er zijn zaken bekendgemaakt. Maar tot een samenvattend toekomstscenario laat zich dat niet vormen. Dat is praktisch zo op basis van de beschikbare gegevens, maar het is juist ook principieel. Het is aan de Vader voorbehouden. Wij moeten die kant niet op denken.
Het andere punt wat door de vraagsteller wordt aangeroerd is de mogelijkheid tot bekering. Ook daarvan geldt dat deze oproep in de Schrift persoonlijk bedoeld is. Algemeen spreken over bekering neemt de hartenklop weg. Het zal om onszelf gaan. Juist wanneer er sprake is van de bekering komt het er op aan dit persoonlijk te vatten. Het evangelie wordt ons verkondigd onder bevel van geloof en bekering. En in alle tijden staat de duivel niet stil. Ook onze tijd kent verleidingen en verlokkingen. Waar het om gaat is om toegebracht te worden uit de duisternis tot Gods wonderbaar licht of om staande te blijven te midden van de verzoekingen. In beide gevallen zijn wij steil afhankelijk van de Heere Jezus Christus en Zijn volbrachte werk. Wanneer wij de toekomst dus heel persoonlijk vatten, dan is de vraag: zijn wij bereid om God te ontmoeten? Kunnen wij dat? Want de tijd dringt. Of de Heere Jezus komt weder op de wolken des hemels, of wij zullen sterven. Wat het eerst komt, weten wij niet. Maar in beide gevallen dienen wij bereid te zijn. Zo klinkt de oproep uit de Schrift: mens, bereid uw huis. Dan komt het er op aan om gewassen te zijn in het bloed van de Heere Jezus Christus.
Deze vraag is dus werkelijk interessant. Maar hij mag niet afleiden van de zaak waarom het gaat. Ieder mens moet voor zijn of haar behoud bekeerd worden tot de levende God. Daartoe is ons Gods Woord geschonken. Om te horen hoe de Heere denkt over mensen zoals wij.
Ds. W. van Weelden
Waarom niet? Er zijn namelijk verschillende opvattingen over het duizendjarig rijk. Eerst het rijk en dan de wederkomst. Eerst de wederkomst en dan het rijk. Ik wil mij in dit gesprek niet mengen om twee redenen. Ik heb niet de begeerte om al de Bijbelse gegevens nog eens op een rij te zetten. Dit is al genoegzaam gebeurd. Ik verwijs met liefde naar een Handboek over de christelijke toekomstverwachting uit onze kringen, getiteld “Eschatologie”, onder redactie van prof. dr. W. van ’t Spijker. Daarin vind de vragensteller veel meer dan enkel zijn vraag.
Deze vraag roept bij mij een tweetal dingen op. Allereerst het verlangen om te weten hoe het zal zijn. We moeten elkaar bemoedigen om op dit terrein niet te veel te willen weten. Het geloof rust namelijk op de beloften van God en God maakt Zijn beloften waar. Maar het hoe is Hem voorbehouden. Zo spreekt de Heere Jezus duidelijk. Hij zal komen als een dief in de nacht. Hij zal er zijn en dan zullen wij het weten. De verdere gegevens uit de Heilige Schrift vinden hier hun grens. Er wordt hier en daar een sluier opgelicht. Er zijn zaken bekendgemaakt. Maar tot een samenvattend toekomstscenario laat zich dat niet vormen. Dat is praktisch zo op basis van de beschikbare gegevens, maar het is juist ook principieel. Het is aan de Vader voorbehouden. Wij moeten die kant niet op denken.
Het andere punt wat door de vraagsteller wordt aangeroerd is de mogelijkheid tot bekering. Ook daarvan geldt dat deze oproep in de Schrift persoonlijk bedoeld is. Algemeen spreken over bekering neemt de hartenklop weg. Het zal om onszelf gaan. Juist wanneer er sprake is van de bekering komt het er op aan dit persoonlijk te vatten. Het evangelie wordt ons verkondigd onder bevel van geloof en bekering. En in alle tijden staat de duivel niet stil. Ook onze tijd kent verleidingen en verlokkingen. Waar het om gaat is om toegebracht te worden uit de duisternis tot Gods wonderbaar licht of om staande te blijven te midden van de verzoekingen. In beide gevallen zijn wij steil afhankelijk van de Heere Jezus Christus en Zijn volbrachte werk. Wanneer wij de toekomst dus heel persoonlijk vatten, dan is de vraag: zijn wij bereid om God te ontmoeten? Kunnen wij dat? Want de tijd dringt. Of de Heere Jezus komt weder op de wolken des hemels, of wij zullen sterven. Wat het eerst komt, weten wij niet. Maar in beide gevallen dienen wij bereid te zijn. Zo klinkt de oproep uit de Schrift: mens, bereid uw huis. Dan komt het er op aan om gewassen te zijn in het bloed van de Heere Jezus Christus.
Deze vraag is dus werkelijk interessant. Maar hij mag niet afleiden van de zaak waarom het gaat. Ieder mens moet voor zijn of haar behoud bekeerd worden tot de levende God. Daartoe is ons Gods Woord geschonken. Om te horen hoe de Heere denkt over mensen zoals wij.
Ds. W. van Weelden
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. van Weelden
- Geboortedatum:13-11-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oud-Alblas
- Status:Actief
82 artikelen
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties