Verzet, haat en vijandschap tegenover God
Ds. G. van 't Spijker | Geen reacties | 22-08-2007| 00:00
Vraag
Hoe moet ik ooit zalig worden? Als alles vol verzet, haat en vijandschap is tegenover God? Echt ik weet het niet meer... Nog nooit echt zondaar voor God geworden en daardoor Christus ook nooit echt nodig te hebben gehad. Wat moet ik doen?
Antwoord
Deze vraag kan echt een heel groot probleem zijn. Je zult maar in je eigen leven ontdekken, op een vreselijk moment, dat je hart vol verzet, haat en vijandschap is tegenover God. Natuurlijk, je leert deze dingen op catechisatie of je pikt ze op tijdens de preek en je gaat accepteren dat dit wel waar is. Maar op zeker moment kom je er achter dat het echt waar is. Als je verleid wordt tot zonde, en je verliest de strijd tegen de verleiding, je wordt gezegd te breken met de verleiding omwille van God en je naaste, maar je wilt het eigenlijk niet... dan ga je in verzet tegen God. Of er gebeuren dingen in je leven die je lichamelijk of mentaal vreselijk pijn doen, en de mensen zeggen dat het de wil van God is, en je kunt het niet verwerken... je voelt het verzet opkomen in je hart. Maar ook als de golven niet zo hoog gegaan zijn, kan dit probleem een grote aanvechting voor je zijn. Het is een onoplosbaar probleem waar je horendol van kunt worden. Hoe kan ik nu ooit uit mijzelf God gaan liefhebben als mijn hart er helemaal tegen in wil gaan. En je wilt zo graag zalig worden. Het staat nog op grotere afstand van je omdat je moet erkennen dat je nog nooit echt zondaar voor God was geworden, dat je Christus nog nooit echt nodig hebt gehad.
Op zeker moment vragen de discipelen aan de Heere Jezus hoe een mens ooit zalig kan worden. De Heere antwoordt daarop, dat wat bij mensen onmogelijk is bij God wel mogelijk is. Namelijk door Zijn genade en door Zijn almacht.
Ik wil in mijn antwoord aanknopen bij een aantal bijbelteksten. In 1 Thessalonicenzen 1:5 schrijft Paulus aan de gemeente in Thessalonica dat zijn prediking van het evangelie bij hen niet alleen in woorden was geweest, maar ook in kracht, en in de Heilige Geest. Stel je het als volgt voor: Paulus komt in Thessalonica, en hij vertelt aan de mensen aldaar dat Jezus uit Nazareth de Christus is. Dat is nu net een boodschap waarop niemand zit te wachten. De Joden willen dat helemaal niet horen, de heidenen hebben wel andere dingen aan hun hoofd. Al preekt Paulus nog zo gloedvol, er is geen enkele reden waarom mensen zijn boodschap zouden aannemen. En toch zijn er die het woord aannemen. Daar zorgt God zelf voor. Hij is het die harten opent. Hij maakt mensen bereid tot Zijn dienst. Zo gaat het trouwens met ons allemaal. Wij raken niet onder de indruk van Gods Woord omdat wij zulke goede luisteraars zijn. We raken wel eens onder de indruk van de preek omdat de predikant zo boeiend preekt, maar aan zulke indrukken moeten we niet meteen al teveel waarde hechten. Zulke indrukken kunnen maar zo weer vervluchtigen, verdampen. De Heere moet ons onder het beslag van Zijn Woord brengen. En Hij doet het ook! Ook in Thessalonica komen mensen tot geloof dankzij het feit dat God de prediking van Paulus begeleidde met kracht en met de Heilige Geest.
Dit is de normale weg. God brengt mensen onder het beslag van Zijn Woord. In 1 Korinthiers 1:21 staat dat het Gode behaagd heeft door de dwaasheid van de prediking zalig te maken die geloven. Ik haal hier maar één bijbelplaats aan, maar er zijn er meer die hetzelfde zeggen. God wil door de dwaasheid van de prediking zalig maken die geloven. Hij kijkt daarbij niet eerst of er ook mensen zijn die geloven, waarna Hij ze met behulp van een preek zalig maakt. Nee, Hij zorgt ervoor dat mensen de prediking horen, misschien terwijl ze er niet eens op zitten te wachten, en dat ze dan die prediking horen met kracht en met de Heilige Geest. Zo zorgt de Heere ervoor dat harten aan Hem toegewijd worden. Bij mensen onmogelijk, maar bij God beslist niet onmogelijk. Zo doet Hij dat.
Hij doet dat niet eens alleen maar bij mensen die al zondaar voor God geworden zijn. Dat gebeurt op een ander moment, namelijk tijdens het verwerken van de prediking die met kracht en met de Heilige Geest het hart binnenkwam. Toen Paulus bekeerd werd, was hij absoluut geen zondaar voor God voor zijn eigen besef, integendeel. Dat moest hij nog leren. Maar de Heere begon met het winnen van zijn hart. De Heere kan dat op veel verschillende manieren doen.
Denk aan Johannes de Doper. Hij staat bij de Jordaan te preken. Mensen van allerlei slag komen naar hem luisteren. Op dat moment zijn ze nog geen zondaar voor God (op een enkeling na misschien). Tijdens de prediking van Johannes schrikken ze. Johannes zegt in het kort weergegeven dat heel binnenkort de Afgezant van God komt Die alles in orde zal maken en Die met alle zonde zal afrekenen. De bijl ligt al klaar naast de boom, zegt Johannes. De mensen schrikken en gaan dan vragen wat ze moeten doen om het oordeel ontgaan. Daar is het ze om te doen. Het oordeel ontlopen. Je kunt het niet precies aangeven, maar sommigen worden dan zondaar voor God. Mensen zeggen wel eens dat dit een verkeerd begin is, dat je niet naar de zaligheid moet verlangen vanwege het oordeel, maar vanwege de liefde voor God. Dat is te kort door de bocht. Mensen beginnen uit zichzelf niet bij de liefde voor God. Dat komt later, als ze die liefde leren kennen. Mensen beginnen vaak bij de schrik voor het oordeel. Dat is niet verkeerd. Daarom spreekt de Heere Jezus ook vaak waarschuwend over het oordeel.
Heel veel mensen luisteren naar de Heere Jezus zonder dat ze meteen zondaar voor God worden. Maar de Heere wil de prediking gebruiken om mensen te roepen tot de zaligheid. Wij kunnen van onszelf geen voorwaarden stellen, waar we van tevoren aan moeten voldoen. De Heere werkt waar Hij wil. Daar begint Hij en daar gaat Hij door. En zondaar voor God zijn is daarvan het resultaat. Ook Christus nodig krijgen is daarvan het resultaat, evenals de liefde voor God. Dat zijn geen dingen die je moet hebben om je te kunnen bekeren. Dat zijn dingen die zich tijdens de bekering gaan voordoen. Als een mens bij zichzelf moet beginnen met zijn bekering komt er niets van terecht. Het is bij mensen onmogelijk. God begint waar Hij wil. Als resultaat zien we dat iemand zondaar voor God wordt. En blijft. Let maar op dat Paulus zichzelf altijd de grootste van de zondaren noemt. Maar hij wordt ook een vrijgesproken zondaar. En dat vervult hem met vreugde en dankbaarheid. De Heere bracht hem ook bij Christus. En zonder Hem kan hij niet meer. Bovendien verlangt hij om Gods wil te doen. Dat verlangen heeft hij niet van zichzelf, dat is het werk van de Heilige Geest in zijn hart. Hij geeft God gelijk in Zijn oordeel. Maar hij weet tot zijn grote vreugde van de vrijspraak door het bloed van Christus. En hij looft de wonderlijke liefde van God. Dat zijn allemaal dingen die de Heere teweegbrengt bij hem, trouwens bij ieder die bekeerd wordt. Je hebt ze niet van jezelf.
Nu vraag jij wat je moet doen om zalig te worden. Het antwoord is: luister naar de prediking, elke keer weer, met geduld en volharding en met gebed dat de Heere deze prediking wil zegenen ook voor jouw hart. Bid elke keer weer om die zegen. Sla niet over. Bid niet alleen om die zegen voor jezelf, maar ook voor anderen. De predikant is maar een gewoon mens, en hij heeft het nodig dat de woorden die hij spreekt vergezeld worden met de kracht van God en met de Heilige Geest. Vraag elke keer aan de Heere of Hij dat aan de dominee wil geven. Dit vraagt geduld en volharding. Het kan een strijd worden. Het kan je te lang gaan duren. Je wordt bang of ongeduldig of moedeloos. Je gaat vragen of het allemaal wel helpt. Maar blijf het van de Heere verwachten. Het wordt een gevecht tegen je eigen hart, dat van nature nog steeds vol verzet, haat en vijandschap is. Maar houd vol. Breek met de dingen die tegen de wil van God ingaan. Maar maak er geen grond van, geen oorzaak van je bekering. Het is alleen werk van God waardoor we zalig worden. Er zijn redenen waardoor het verzet in je hart sterk kan worden. Dan is er een verleiding waar je niet van los wilt komen. Vraag de Heere dat Hij je bereid maakt om te doen wat Hij wil. De Heere laat zulke gebeden niet onverhoord. De Heere geeft in de Bijbel aanknopingspunten genoeg om vertrouwen dat Hij je gebed zal verhoren.
Ds. G. van ‘t Spijker
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G. van 't Spijker
- Geboortedatum:17-12-1943
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Baarn
- Status:Inactief