Op een forum is een discussie over (te) weinig mensen die aangaan aan het Heilig...
dr. J. van Beelen | Geen reacties | 17-07-2007| 00:00
Vraag
Op een forum is een discussie over (te) weinig mensen die aangaan aan het Heilig Avondmaal. Ik kan me in de meeste meningen niet vinden, maar vind het zelf lastig om een goede mening te vormen. Nu is er een meisje die, net als ik, van de Ger. Gem is en met het volgende verhaal komt: “Ik beledig de Ger. Gem. niet, maar ik leg wel mijn vinger op de zere plek, want als ze de Bijbel goed lezen, weten ze dat hun handelen niet 100 procent zuiver is. Verder ben ik met zeer veel eens, maar hun avondmaalsbeleid klopt niet! Die is onbijbels! Als ze niet aan macht doen, dan moet er ook kritiek geleverd kunnen worden, maar dat kan niet. Dan ben je gelijk afvallig en tegendraads, oft wel: gewogen, gewogen en te licht bevonden. Ze zitten wel op Zijn troon, anders zouden ze niet beslissen of mensen wel of niet aan Zijn tafel aan mogen gaan. Het is geen Ger. Gem.-tafel maar God Zijn tafel. God mag beslissen wie Hij aan Zijn eigen tafel nodigt en dat hoeft niet de kerkenraad te doen.” Het gaat hier om mensen die geloven dat ze een kind van God zijn, maar geweerd kunnen worden omdat ze bijvoorbeeld een tv hebben of een broek dragen. Het doet mij pijn dat er zo over de kerk gesproken wordt, maar aan de andere kant merk je dat degene die het schrijft ook pijn gedaan is. Graag zou ik de mening horen van een dominee van de Ger. Gem.
Antwoord
Beste vraagstel(ler)ster,
Er wordt in de vraag duidelijk stelling genomen: de Avondmaalspraktijk in de Ger. Gem. is onbijbels! Het argument daarvoor is dat de kerkenraden op de troon van God gaan zitten omdat zij er over beslissen, wie wel of wie niet aan het Avondmaal mogen gaan. Daar beslist God alleen over. Op deze gedachte is wel wat af te dingen. Met alle liefde gezegd moeten we eerst opmerken, dat het H. A. in de gemeente wordt gevierd. Dat de Heere ambtsdragers heeft aangesteld om leiding in de gemeente te geven. Dat zij hebben toe te zien op de leer en het leven van de leden van de gemeente. Met het afleggen van de openbare belijdenis van het geloof hebben de leden dat ook aanvaard.
Bijzonder spitst het toezicht houden door de kerkenraad zich toe op de viering van het H. A. Daar geeft het formulier duidelijk blijk van. Het is wel Gods tafel, maar onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad. Wie zich in leer of leven gedraagt op een wijze die niet overeenkomt met wat bij de openbare belijdenis is beloofd, dient de kerkenraad dan ook te weren van de bediening. Men beloofde daar toch het leven in te richten overeenkomstig Gods Woord en de belijdenis met goede werken te zullen versieren.
Wanneer de kerkenraad ervan overtuigd is dat met genoemd gedrag hiervan duidelijk wordt afgeweken, is hij geroepen de leden er op te wijzen dat het niet verenigbaar is met het aangaan aan de dis des verbonds. Want met gaan aan het Avondmaal zegt men o.a., dat men een goede inhoud wil geven aan de genoemde belijdenis. De gedachte dat de kerkenraad geen verantwoordelijkheid draagt voor hen die willen aangaan is dus beslist onjuist.
Dat met deze verantwoordelijkheid elders genuanceerder wordt omgegaan is nog geen bewijs van gezond geestelijk leven. Mij is opgevallen dat in artikelen in de Waarheidsvriend predikanten hun grote zorg uitspreken over de grote toeloop aan het Avondmaal. Er wordt gesproken over het gevoel van saamhorigheid dat gekomen is in plaats van de geloofsbeleving van het wonder van de genade van God in Christus. Ik hoop dat de Heere ons zal bewaren voor die ontwikkeling.
Hartelijk gegroet.
Ds H. Paul
Dit artikel is beantwoord door
dr. J. van Beelen
- Geboortedatum:31-07-1957
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:-
- Status:Inactief