Hoe moet je de beloften in de Bijbel lezen?
Ds. R. W. van Mourik | Geen reacties | 11-07-2007| 00:00
Vraag
Hoe moet je de beloften in de Bijbel lezen? Geldt dit voor iedereen of voor elke oprechte christen? Bijvoorbeeld Richteren 6:14: “Ga heen in deze uw kracht.” Geldt dat ook voor mij? Of Genesis 48: 21: “Maar God zal met ulieden wezen.” Of Psalm 32:8? Of Joh 6:37: “Wie tot mij komt zal ik geenszins uitwerpen?”
Ik zal even wat duidelijker wezen: ik lees als dagboek “elke dag een belofte” van Spurgeon, maar ik weet niet wat ik met die beloftes aan moet? Mag ik ze zo geloven? En geldt dat dan voor elke situatie? En mag je er dan op pleiten?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Eigenlijk zou ik heel kort kunnen zijn in mijn antwoord. Natuurlijk mag je deze beloften geloven en mag je erop pleiten. Ze gelden ook voor jou en ook in jouw situatie wanneer je een bepaalde belofte graag in je leven in vervulling ziet gaan. Het probleem is echter dat er altijd twijfel is over de vraag of de beloften wel iedereen gelden en ook de innerlijke twijfel of ze wel echt voor jou gelden. Ik denk dat deze problematiek achter jouw vraag ligt. Er zijn namelijk in de geschiedenis van de theologie altijd discussies geweest over de vraag of de beloften alleen voor de uitverkorenen zijn. Daar zou natuurlijk heel veel over gezegd kunnen worden. Naar mijn oordeel kun je zeggen dat de beloften van God voor iedereen gelden, maar dat ze pas werkelijk effect hebben bij hen die er in het geloof op vertrouwen.
Wanneer je gedoopt bent, en daar ga ik eerlijk gezegd maar vanuit, dan mag je weten dat God aan je voorhoofd betekend en verzegeld heeft dat alle beloften die Hij in Zijn Woord laat klinken ook voor jou gelden. Er is echter één voorwaarde en dat is dat je deze beloften ook in het geloof omhelst. D.w.z. dat je er vertrouwen in hebt dat God ook jou de inhoud en de werkelijkheid van die beloften wil geven. Dat is dus het eerste. Je hoeft niet te twijfelen aan Gods spreken. Wat Hij belooft en toezegt geldt ook voor jou. Het probleem is echter dat er bij jezelf zoveel twijfel en onzekerheid is of God die beloften in jouw leven wil verwerkelijken. Mag ik dat wel geloven? Moet ik niet eerst een beter christen zijn? Is mijn geloof wel echt? Beeld ik het mezelf maar in? Nu, je kent die vragen, neem ik aan, wel. Het is dan altijd belangrijk om te zien dat het er niet omgaat of jouw geloof wel zeker is, maar dat de beloften zeker zijn.
Wanneer je voortdurend bezig bent met een stuk zelfreflectie wordt je alleen maar onzeker. Het gaat erom dat je met je onzekerheid en twijfels vlucht naar de zekerheid van Gods Woord en beloften. Zeg het maar tegen de Heere: Ik geloof, maar kom mijn ongelovigheid te hulp. Zo mag je je werpen op de beloften van God. Met al je aanvechting en twijfels mag je een beroep doen op de vastheid van Gods Woord en beloften. Waarom dat mag? Wel, vanwege je doop. Leg je hand maar op je voorhoofd en zeg het maar: Heere, ik vertrouw op U en mag weten dat U doet wat u belooft en waarmaakt wat U in Uw Woord mij toezegt. Dat geeft vrede in het hart ondanks stormen van twijfels en aanvechtingen. Het anker van de hoop mag uitgegooid worden in de vaste grond van Gods onfeilbare woord en Gods zekere beloften. Daar is nog nooit iemand beschaamd mee uitgekomen. Dus ook jij niet. Ik hoop dat ik je met dit antwoord wat geholpen heb.
Ds. R. W. van Mourik, Sommelsdijk
Dit artikel is beantwoord door
Ds. R. W. van Mourik
- Geboortedatum:07-02-1958
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Alblasserdam
- Status:Actief