Bevrijding van demonen

prof. dr. M.J. Paul | Geen reacties | 11-06-2007| 00:00

Vraag

Deze vraag is gericht aan ds. Paul uit Ede. In het kader van demonie en bevrijding en ziekenzalving heeft u e.e.a geschreven. In het boekje geestelijke strijd gaat het om bevrijding van demonen. Hoe ziet u dat in het licht van Matth 7:22? Ik ben opgevoed met de stelling dat de bevrijding in deze tijd toch niet van God kan zijn. Of dat je je daar in elk geval je vraagtekens bij hoort te zetten. Genezing beperkt zich tot de eerste gemeenten en aan de verdere geestesgave wordt geen aandacht gegeven. Mijn vraag is hoofdzakelijk een visie op Matth 7:22. Kan ik dat bijvoorbeeld koppelen aan de volle evangelie- en  pinksterbeweging, waar dit zelfs speciale bedieningen zijn van bepaalde voorgangers? (Derek Prince, Wilkin van de Kamp). Of moet ik dat in het bevrijdingspastoraat er helemaal niet bijhalen en me meer richten op de opdracht uit Marcus 16.

ADVERTORIAL

De zorgverzekeringen van Care4Life

Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.

U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.

De zorgverzekeringen van Care4Life

Antwoord

Beste vraagsteller,

In Matt. 7:22-23 staat: “Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heere, Heere! hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten gedaan?  En dan zal Ik hun openlijk aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt!”

In de tijd waarin de Heere Jezus deze woorden sprak, dreef Hij Zelf boze geesten uit en Zijn discipelen deden dit ook (Mark. 6:13). Blijkbaar waren er ook anderen die Hem nadeden en in Zijn Naam wonderlijke zaken deden. Daarmee was het niet verboden om te profeteren of duivelen uit te werpen, maar in dit geval had het niets met Jezus Zelf te maken. De beoefenaars behoren niet bij Hem. Uit het verband blijkt dat het van belang is om te letten op de vruchten aan de boom. Woorden zijn niet genoeg, maar men moet de woorden van de Heere Jezus ook doen.

Op grond hiervan kunnen we stellen dat er echt en namaak is, ook in het profeteren en uitwerpen van boze geesten. De zonen van Sceva wilden ook in de naam van Jezus geesten uitwerpen, maar het lukte ze niet (Hand. 19). Simon de tovenaar wilde eveneens opzienbarende dingen doen (Hand. 8). Daarom is het van groot belang geestelijk te onderscheiden.

Nu terug naar de vraag. U stelt opgevoed te zijn met de gedachte dat bevrijding niet meer in deze tijd voorkomt en dus niet van God kan zijn. In dat geval bent u snel klaar met de beoordeling: alles wat aan genezing en bevrijding gebeurt in Jezus’ Naam in onze tijd is verdacht of zelfs verkeerd. Maar dan gebruikt u wel een gedachte uit de opvoeding en niet Gods Woord zelf.

Zijn genezing en bevrijding wel verdwenen na de tijd van het Nieuwe Testament? Als we de vroege kerk grondig bestuderen, blijkt dat deze wonderen nog eeuwenlang door zijn gegaan.
Als voorbeeld volgt hier een citaat van Irenaeus, geboren in Klein-Azië en later in Franìkrijk bisschop geworden. Hij schreef een boek “Tegen de ketterijen”ì (rond 180). Daarin geeft hij een goede indruk wat er in zijn tijd gebeurt: “De Heere is gekomen als de arts van allen. Daarom hebben ook zijn (= Christus') ware discipelen genade van Hem ontvangen om wonderen te doen in zijn naam; zij maken anderen gelukkig met de gave, die een ieder van Hem heeft ontvangen. Sommigen van hen drijven werkelijk demonen uit, zodat degenen die op deze wijze bevrijd zijn van de boze geesten vaak gaan geloven in Christus en zich aansluiten zich bij de Kerk. Sommigen hebben voorkennis van dingen die gaan gebeuren, en visioenen en profetische taal. Anderen genezen de zieken door hun de handen op te leggen, waardoor zij gezond worden. Meer nog, zoals ik reeds eerder gezegd heb: zelfs doden zijn opgewekt geworden en vele jaren bij ons gebleven. En waarom zou ik nog meer zeggen? Het is niet mogelijk alle gaven op te sommen die de door de gehele bewoonde wereld verstrooide Kerk ontvangen heeft van God, in de naam van Jezus Christus, die gekruisigd was onder Pontius Pilatusì. Zij wendt die gaven dagelijks aan tot heil van de heidenen, terwijl zij niemand misleidt en van niemand enige geldelijke beloning aanneemt. Want wat zij van God om niet ontvangen heeft, geeft zij om niet.”

Het is mogelijk nog tientallen getuigenissen meer te noemen, bijv. van Augustinus. Helaas staan die niet meestal niet in onze kerkgeschiedenisboeken! Ik ben het dus niet eens met de gedachte dat de genoemde gaven helemaal verdwenen zijn. Wie let op de huidige kerk in Azië en Afrika merkt dat deze gaven in onze tijd een zeer grote rol spelen in de verbreiding van het christelijk geloof.

Daarom moeten we bepaalde stromingen niet bij voorbaat veroordelen, maar precies de criteria aanleggen die de Heere Jezus noemt in Matt. 7. Op grond van 1 Korinthe 12 en 14 is het goed mogelijk dat sommige mensen voor genezing en bevrijding meer gaven hebben dan anderen, zodat ze ook een speciale bediening hebben. Die bediening behoort getoetst te worden aan leer en leven van de beoefenaars, maar is niet bij voorbaat verkeerd. Zulke bedieningen kunnen ook Gods gaven aan Zijn gemeente zijn! In feite roept Paulus juist op om te ijveren naar deze gaven (1 Kor. 12:31 en 14:1), ingebed in de liefde van hoofdstuk 13. Laten we daarom erg voorzichtig zijn in ons oordeel en wel weten op grond waarvan we iets zeggen!

Tot slot Marcus 16. Dit gedeelte bevat opdrachten en beloften voor de discipelen die achterblijven op aarde. Het zijn de laatste woorden van de Heere Jezus en al die woorden hebben nog steeds hun geldigheid. Dat geldt voor de prediking in de gehele wereld (vs.15), maar ook voor de andere zaken die “de gelovigen” (niet alleen de discipelen) zullen volgen (vs.17). Daar horen ook genezingen en bevrijdingen bij. Of we dat nu gewend zijn of niet aan deze gedachten, in ons land zijn er vele duizenden gebonden door duivelse machten. Kunnen ze bij ons aankloppen voor bevrijding? Waar moeten ze anders in hun nood naar toe als het niet naar de christelijke gemeente is?

Prof. dr. M. J. Paul

Lees meer artikelen over:

bevrijdingspastoraatboeken
Dit artikel is beantwoord door

prof. dr. M.J. Paul

  • Geboortedatum:
    13-03-1955
  • Kerkelijke gezindte:
    PKN (Hervormd)
  • Woon/standplaats:
    Oegstgeest
  • Status:
    Actief
271 artikelen
prof. dr. M.J. Paul

Bijzonderheden:

-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB

Bekijk ook:


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Lezing over Samaritaanse vrouw

Dag ds. Simons. Ik heb vanavond een lezing van u mogen horen over de Samaritaanse vrouw. Ik dank de Heere ervoor. Ik wil u ook danken, omdat u de jeugd een warm hart toedraagt. Niet alleen een warm ha...
2 reacties
11-06-2010

God EN DEN Vader

Kolossensen 3:17. Er staat hier God EN DEN Vader. Maar God is toch DE Vader? Wat wordt hier bedoeld, of waarom wordt het zo gezegd?
Geen reacties
11-06-2005

Nog veel willen doen voor de wederkomst

Ik ben 16 en heb een vraag over de wederkomst. Ik ben niet bang voor de wederkomst, maar ik wil nog zoveel doen hier op aarde voordat Christus terugkomt! Ik heb twee jaar een vriend en wil graag met h...
Geen reacties
11-06-2018
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering