Vragen van het Heilig Avondmaalsformulier
Ds. J. Bos | Geen reacties | 08-05-2007| 00:00
Vraag
Ik begrijp de vragen over het avondmaal niet goed. In de Bijbel staat toch de opdracht om het te doen, om zo Jezus' lijden te gedenken en deel aan Hem te hebben? Waarom zijn er dan weinigen die het doen of zoals een eerdere vraag dat er afkeurend gekeken wordt naar iemand die aan het avondmaal gaat? Ik snap het punt niet zo. Kan iemand me dat uitleggen?
Antwoord
Beste vrager/ster,
Om maar direct met het begin te beginnen: de vragen rond het Avondmaal zijn duidelijk. Dat wil zeggen, die van het Formulier om het heilig avondmaal te houden. Dit zijn echter wel geloofsvragen. Christus heeft immers het heilig avondmaal alleen voor Zijn gelovigen ingesteld. Wie niet gelooft “eet en drinkt zichzelf een oordeel”. Wie die gelovigen zijn? Het antwoord daarop geeft ons het Formulier ook. Het zijn die gemeenteleden die ernst maken met het zelfonderzoek voor Gods Aangezicht. Het zijn zij die bidden:”Heere, zie of bij mij een schadelijke weg is en leidt mij op de eeuwige weg”, Ps. 139.
Dit onderzoeken van zichzelf geeft de (geloofs)vrucht van de ware ootmoed. Dat wil zeggen, van het klein worden voor God. Wanneer ze, door genade, ontdekt worden in hun hart en hun gedachten, woorden en werken, dan schamen ze zich diep voor de Heere. Ze vinden geen reden om zich te verheffen. Zij komen erachter dat zij helemaal geen recht hebben om op de nodiging tot de Tafel te komen. Er is wel de opdracht, zoals je terecht schrijft. Maar geldt die eigenlijk hen wel die van zichzelf moeten belijden onwaardig te zijn. Met die vraag worstelen ze en ze durven, als ze op zichzelf zien niet “aan te gaan”. Deze gemeenleden hebben daarbij tegelijk zoveel met zichzelf te doen, dat ze aan een ander niet toekomen. Die zijn altijd beter dan zij zelf in hun ogen! Wanneer ze die kritische geest met het oog op anderen bij zichzelf bespeuren, wordt ook dat hen tot schuld. En ze kunnen niet nalaten om met die gedachten en gevoelens over anderen te vluchten tot de Heere om Zijn genade. Ze erkennen hun hoogmoed en smeken:”Heere, bekeer ons tot U, dan zullen wij bekeerd zijn”, Klaagl. 5:21.
Hierboven schets ik in het kort de geloofsvragen die er kunnen zijn met het oog op het avondmaal. Bij die vragen komt het echter ook aan op de goede, dat wil zeggen, de Bijbelse antwoorden erop. Het Avondmaalsformulier stelt zich dan ook in die Bijbelse weg. Daarom is het goed dat juist de als boven omschrevenen goed naar deze antwoorden luisteren. Die wijzen de richting om zich af te keren ( te bekeren) van eigen gedachten en zich heen te keren tot de Heere. Het Formulier noemt dit: ”Het leven buiten jezelf in Jezus Christus zoeken”. Waar de Heilige Geest hen eraan ontdekt, dat hun afblijven ook hoogmoedige schijnheiligheid kan wezen om de mensen. En de Heilige Geest hen, door Gods Woord toont, dat ze die hoogmoed “in de dood” moeten brengen, door voor het “oog der mensen”, op de nodiging te komen. Met beschaamde kaken weliswaar en in diepe ootmoed, maar toch te komen: ”Op Uw Woord”! Dan durven ze ook niet af te blijven. Je begrijpt dat ik hier spreek van hen die, juist vanwege hun moeite, behoren “aan te gaan”. Het zijn gelovigen, al zullen ze dat zelf misschien niet zo concreet zeggen.
Wat ik helder wil maken is, dat het aan gaan aan de Tafel des Heeren nooit een zaak van gewoonte mag zijn. Daar waarschuwt het Formulier ook voor! De andere kant is, dat iemand ook nooit “zomaar” mag blijven zitten als de Heere, door Zijn dienaar, nodigt aan Zijn Tafel. Nooit mag het zo wezen, dat zij die afblijven de “ernstigen” zijn en zij die “aangaan” de “oppervlakkigen”. De Heere gebiedt de Zijnen: ”Neem eet! dit is Mijn Lichaam Dat voor u en voor velen verbroken wordt, doet dat! tot Mijn gedachtenis”. Hetzelfde geldt van de drinkbeker.
Ondertussen geliefde vrager, zit de duivel ook niet stil met betrekking tot deze heilige zaken. Heeft de Heere je al eens de vijandschap laten zien die leeft in je eigen hart? Ik bedoel, besef je zelf al, dat juist bij deze dingen er nog, zoals ze wel zeggen “vlees en wereld” bij komt. Bij ons allemaal! Daarom mag het ons wel steeds een groot wonder zijn dat de Heere Zijn Woord ons nog laat prediken. En dat Hij om te laten zien dat Hij het echt meent onder Zijn Woord een dikke streep zet door middel van het Sacrament.
Mijn raad is om niet teveel naar anderen te kijken. Maar om op de Heere Jezus te zien. Hem te vragen:”Heere! Leer mij Uw weg, leid mij in Uw Waarheid”. Niet of die en die wel ernst maakt. Niet of die en die het wel gelooft. Niet of die en die slecht is, maar de kernvraag is of ik zelf de Heere mag kennen in al mij wegen. Want voor die is de belofte van de Heere:”Ik zal uw paden recht maken”.
Een hartelijke groet,
Ds. J. Bos
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J. Bos
- Geboortedatum:24-06-1948
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Naarden
- Status:Actief