(...) Maar nu hebben mijn ouders gezegd dat ik hen te schande maak; dat ik hen o...
Ds. R. W. van Mourik | Geen reacties | 01-05-2007| 00:00
Vraag
Ik heb vorig jaar Pinksteren belijdenis mogen doen. Ik mag al een paar jaar weten dat ik een kind van Hem mag zijn. Nu ben ik de laatste drie keer ook aan het avondmaal geweest. En dat was goed. Het is alsof ik even Thuis mag zijn en daarna deze woestijn weer in moet. Nu is het zo dat ik de enige in mijn familie ben die aan moet gaan. En het wordt dus echt doodgezwegen. Ik ben eigenlijk een schande in de familie, want als je echt bekeerd bent, ga je niet aan, en sowieso niet als je nog maar net 20 bent. Ik heb rond het doen van belijdenis daarmee ook al een hoop problemen gehad en ben vaak erg bemoedigt door de tekst "Wie vader of moeder niet verlaat, kan mijn discipel niet zijn." Op dit moment weet ik niet meer hoe ik er mee om moet gaan. Het lijkt wel of het geduld en de liefde op begint te raken. Ik kan nooit aan hun eisen van een echte bekeerde voldoen. Ik kan niet anders dan aangaan, zitten aan Zijn tafel. Maar nu hebben mijn ouders gezegd dat ik hen te schande maak; dat ik hen ongehoorzaam ben en dat dat niet mag. Ik weet dat ik Christus meer gehoorzaam moet zijn, maar ik wil mijn ouders ook niet verdriet doen. Straks is het weer avondmaal. Mijn hele familie zal mij weer met afkeuring bekijken. Ik weet niet of ik het weer kan dragen. Wat moet ik doen?
Antwoord
Eerlijk gezegd is het een lastig dilemma waar je voor staat. Wie ben ik nu gehoorzaam, mijn ouders of God? Natuurlijk weet je dat je God meer moet gehoorzamen dan je ouders, dat maak je ook wel duidelijk, maar ondertussen ben je ook kind van je ouders en heb je met hen ook een band. Nu staat die band door jouw gang naar het avondmaal en jouw manier van bekeerd-zijn wel erg onder druk. Het is niet fijn dat jouw avondmaalsgang overschaduwd wordt door de manier waarop jouw ouders en familie ermee omgaan. Aan de andere kant gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat jouw ouders net zo goed tegen een avondmaalsdienst aankijken omdat ze vinden dat jij hen tot schande maakt door jouw gaan naar de tafel. Zoals ik al zei, dat is erg lastig.
Ten diepste zit het erop vast dat jouw ouders niet kunnen accepteren dat jij andere keuzes maakt dan zij en wellicht dat jij nog teveel de last voelt van jouw ouders die niet kunnen accepteren dat jij op deze manier gelooft. Daar moet je eigenlijk boven kunnen staan. Niet dat je hoogmoedig wordt, maar wel dat je laat zien dat jouw gedrag niet bepaald mag worden door je ouders. Je bent nu een volwassen iemand en je mag daarin een eigen weg gaan, hoe verdrietig overigens voor je ouders dat het een weg is die zij niet mee kunnen maken. Het komt dus aan op wederzijdse acceptatie. Je ouders van jou in je manier van gelovig-zijn en jij in de aanvaarding dat je ouders nu eenmaal zo reageren.
Wellicht dat er een mogelijkheid bestaat om daar eens eerlijk over te praten met elkaar. Ik schat echter in dat dat niet eenvoudig zal zijn en wellicht onmogelijk. Maar niet geschoten is altijd mis. Probeer het eens een keer. Vraag de Heere om kracht en wijsheid om daar op een goede manier met je ouders over te praten. Misschien dat je achteraf wel blij zult zijn dat je het gedaan hebt en dat het erg meeviel en heel veel 'ruis' wegneemt.
Ik begrijp dat ik je nog niet veel verder hebt geholpen, maar naar mijn gevoel kan ik niet anders adviseren dan op deze manier.
Ds. R. W. van Mourik, Sommelsdijk
Dit artikel is beantwoord door
Ds. R. W. van Mourik
- Geboortedatum:07-02-1958
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Alblasserdam
- Status:Actief