Kiezen voor Jezus (g)een vrije keuze

Ds. C. den Boer | Geen reacties | 19-04-2007| 00:00

Vraag

Momenteel ben ik veel met de Bijbel en geloof bezig maar zit nu al een poosje met een bepaalde vraag in mijn hoofd, waardoor ik het moeilijk vind om verder te gaan met mijn onderzoek naar de Bijbel. Ik lees in de Bijbel (en hoor om mij heen) dat kiezen voor Jezus/God oftewel je geloof een vrije keuze is. Ik snap die gedachtegang wel omdat je zelf kiezen kan of je wel of niet in Hem wilt geloven. Maar echt een vrije keuze vind ik het niet. Omdat ik vind dat als er ergens straf tegenover staat het geen vrije keuze is. Een keuze? Ja dat wel. Maar vrij? Nee. Ik zie dat hetzelfde als dat ik tegen mijn dochter zeg: je mag niet eten en wel eten, maar wanneer je niet eet ga je naar je bed. Als  ze geen zin heeft om naar bed te gaan is de (vrije) keuze natuurlijk zo gemaakt. Of zit ik nu helemaal verkeerd met mijn gedachtegang?


Antwoord

Beste vraagstel(st)ler,

Indertijd heb ik een klein boekje geschreven over De Dordtse Leerregels; daarin staat ook een hoofdstukje over de zogenaamde vrije wil (titel: een behandeling van de Dordse Leerregels voor jong en oud). Je kunt een en ander vinden in mijn website (dsdenboer.nl ). Omdat jouw vraag over dit onderwerp gaat, heb ik besloten om genoemd hoofdstukje over te nemen in mijn reactie op je vraag en je toe te zenden. Ik denk, dat je daarin voldoende antwoord krijgt.

Kort gezegd: Voor God/ Jezus kiezen is geen kwestie van vrije wil. Alleen als onze wil die slaafs gebonden is aan de zonde en dus altijd en alleen een (vrije) keus maakt voor het kwade, vrij gemaakt wordt door Gods Geest, gaan wij de goede keuze doen. En ook dan zijn onze keuzes altijd met zonde besmet. Bid maar, of de Heere Jezus Die leeft (opgestaan is uit de doden), ook in jouw hart wil wonen; dan voel je ook de stuwkracht tot het goede in je binnenste. Graag in alles Gode bevolen,

Je, ds. C. den Boer (B)

DE DORDTSE LEERREGELS (Artikel III/ IV, de paragrafen 1 - 6)

De mens is van den beginne naar het beeld Gods geschapen, versierd in zijn verstand met  ware en zalige kennis zijns Scheppers en andere geestelijke dingen; in zijn wil en zijn hart met gerechtigheid; in al zijn genegenheden met zuiverheid; en is overzuiks geheel heilig geweest. Maar door het ingeven des duivels en zijn vrije wil van God afwijkende, heeft hij zichzelf van deze uitnemende gaven beroofd, en heeft daarentegen in de plaats van die over zich gehaald blindheid, schrikkelijke duisternis, ijdelheid en verkeerdheid des oordeels in zijn verstand; boosheid, wederspannigheid en hardigheid in zijn wil en zijn hart; mitsgaders ook onzuiverheid in al zijn genegenheden.
Zodanig als nu de mens geweest is na de val, zodanige kinderen heeft hij ook voortgebracht, namelijk hij, verdorven zijnde, verdorvene; alzo dat de verdorvenheid, naar Gods rechtvaardig oordeel, van Adam op al zijn nakomelingen (uitgenomen alleen Christus) gekomen is, niet door navolging, gelijk eertijds de Pelagianen gedreven hebben, maar door voortplanting der verdorven natuur.
Overzulks zo worden alle mensen in zonden ontvangen, en als kinderen des toorns geboren, onbekwaam tot enig zaligmakend goed, geneigd tot kwaad, dood in zonden en slaven der zonde. En willen noch kunnen tot God niet wederkeren, noch hun verdorven natuur verbeteren, noch zichzelf tot de verbetering daarvan schikken, zonder de genade van de wedervarende Heilige Geest.
Wel is waar, dat na de val in de mens enig licht der natuur nog overgebleven is, waardoor hij behoudt enige kennis van God, van de natuurlijke dingen, van het onderscheid tussen hetgeen betamelijk en onbetamelijk is, en ook betoont enige betrachting tot de deugd en tot uiterlijke tucht. Maar ô ver is het van daar, dat de mens door dit licht der natuur zoude kunnen komen tot de zaligmakende kennis van God, en zich tot Hem bekeren, dat hij ook in natuurlijke en burgerlijke zaken dit licht niet recht gebruikt; ja, veel meer datzelve, hoedanig het ook zij, op onderscheidene wijze, geheel bezoedelt en in ongerechtigheid ten onder houdt; en dewijl hij dit doet, zo wordt hem alle verontschuldiging voor God benomen.
Gelijk het met het licht der natuur toegaat, zo gaat het ook in dezen toe met de Wet der Tien Geboden, van God door Mozes de Joden in het bijzonder gegeven. Want nademaal deze de grootheid der zonde wel ontdekt en de mens meer en meer van zijn schuld overtuigt, doch het

herstellingsmiddel daartegen niet aanwijst, noch enige krachten toebrengt, om uit deze ellendigheid te kunnen geraken, en omdat zij alzo, door het vlees krachteloos geworden zijnde, de overtreder onder de vloek blijven laat, zo kan de mens daardoor de zaligmakende genade niet verkrijgen.
Hetgeen dan noch het licht der natuur, noch de Wet doen kan, dat doet God door de kracht des Heiligen Geestes, en door het Woord of de bediening der verzoening, welke is het Evangelie van den Messias, waardoor het God behaagd heeft de gelovige mensen, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament, zalig te maken.

De afbeelding stelt Desiderius Erasmus voor (ets van Albrecht Dürer; 1520. Hij leerde de vrije wil. Maarten Luther bestreed zijn leer.

VI.  DE VRIJE WIL

Heeft de mens een vrije wil? Over deze vraag is in de loop der eeuwen veel nagedacht. Grote verschillen van mening zijn er op dit punt geweest. Augustinus bijvoorbeeld noemde de mens een verdoemelijke massa (‘massa perditionis’). Maar zijn tegenstander, de Engelse monnik Pelagius beweerde, dat de mens als een onbeschreven blad papier (‘tabula rasa’) op de wereld komt en het kwade leert door navolging. Luther heeft Over de ‘knechtelijke wil’ een dik boek geschreven tegen Desiderius Erasmus, de humanist van Rotterdam die ontkende, dat de mens een zondeslaaf is.

De koers is bepaald

Heeft de mens een vrije wil? Zo ja, hoe vrij is dan die wil? En zo niet: waar blijven wij dan met onze verantwoordelijkheid? Laat ik beginnen met een stelling, verduidelijkt met een beeld.De stelling is: de mens heeft een vrije wil, maar het is een vrije wil ten kwade Met andere woorden: wij doen vrijwillig de zonde en wij doen niet anders dan dat. Ik geef toe, dat dit een uitdagende stelling is. Maar we moeten erover nadenken. Want het is bepaald meer dan een theoretische kwestie. Met het antwoord op de vraag staat of valt wel zo ongeveer ons hele christen - zijn.

Stel, daar is iemand die voor het eerst van zijn leven in een vliegtuig stapt. Na een half uur vliegen raakt hij in paniek. Hij wil eruit. Hij wil terug naar Amsterdam. En wat doet hij? Hij pakt zijn spulletjes bij elkaar en loopt naar de staart van het vliegtuig. Richting Schiphol. Zijn besluit staat vast: ‘Ik ga terug’. En hij gaat werkelijk ook een beetje terug. Maar het vliegtuig vliegt wel door. Het hangt ver boven de wolken en koerst naar de andere kant van de aarde. Vraag: is genoemde passagier vrij om op te stappen en naar huis te gaan? Ja natuurlijk. Maar zolang hij in dat vliegtuig zit, gaat hij wel hoe langer hoe verder van huis af. Want dat vliegtuig kan niet eens even terug naar de thuishaven.

Welnu. de mens is vrij om te doen en te laten wat hij wil. Dat staat vast.Hij heeft een redelijk denkend verstand.Hij is bepaald meer dan een bundel hartstochten, zoals dat het geval is met dieren. Hij maakt keuzes van minuut tot minuut. Hij kan dus op een gegeven moment, onder aandrang van buitenaf misschien of uit kracht van zijn opvoeding, het besluit nemen om het eens helemaal over een andere boeg te gooien: om beter te gaan leven, de Bijbel te gaan lezen, naar de kerk te gaan, enz. Maar... maakt hem dat in principe tot een ander mens? Kan het ook een opwelling van een ogenblik zijn? Is het niet misleidend om te suggereren, dat alle mensen die zo'n besluit nemen, bekeerd zijn? Natuurlijk, het is goed, dat iemand besluit om een ander mens te worden. Maar wanneer is iemand een ander mens geworden? Is zijn hart zo maar eens even veranderd? Is de hang naar het kwade niet zo verweven met zijn mensenbestaan, dat hij daar uit eigener beweging niet vrij van komt? Hoogmoed, egoïsme, zelf willen bepalen wat goed en wat kwaad is. Dat en zoveel meer hebben wij allemaal van onze stamvader Adam meegekregen. En wie kan zeggen, dat zijn ‘arglistig hart’ daarvan niet vol is? Met andere woorden: de vlucht is begonnen, de koers is bepaald. Je bent in dat vliegtuig gestapt. En daar stap je hoog boven de wolken niet eens even uit.

Erfzonde

Het is uiteraard een gebrekkig beeld. Maar ik wil er mee duidelijk maken wat de D.L.III/IV, 1 - 6 zeggen. Daar wordt gesproken over ‘‘blindheid, schrikkelijke duisternis, ijdelheid en verkeerdheid des oordeels in zijn verstand; boosheid, wederspannigheid en hardheid in zijn wil en zijn hart; en ook onzuiverheid in al zijn genegenheden’. Zo is de mens geworden uit eigen vrije wil, Hij heeft voor zo'n toestand gekozen. Adam, de mens, heeft dat gedaan. En zijn afval van God in het paradijs was maar niet een slippertje, een misstap, een menselijke fout uit een ogenblik van onbedachtzaamheid. Het was vrijwillig breken met de Schepper. En daardoor sprongen alle stoppen door. Hij kwam meteen daarna in het donker te zitten. De zonde heeft een ruïnerende macht.

En nu kan niemand zeggen, dat hij met Adam niets te maken heeft, net zo min als je kunt zeggen, dat je met je vader niets te maken hebt. Ja, als Gods Geest je wijs maakt, zeg je veeleer wat David zei in Psalm 51. David zegt daar: ‘Weet je, hoe ik ertoe gekomen ben om overspel met Bathseba, mijn buurvrouw te bedrijven? Ik deed zo, omdat ik zo was. En ik was al zo in de moederschoot’’. En Davd zegt dat dan allemaal niet om zich te verontschuldigen, maar juist om de grootheid van zijn kwaad uit te spreken. Met andere woorden: David ervoer zijn zonde als erfzonde. En dan erfzonde niet als een boos lot dat nu eenmaal over hem gevallen was, maar als persoonlijke schuld.

Dat is allemaal best moeilijk te verwerken. Maar misschien kunnen wij dit met David mee beleven, als we ons een ogenblik afvragen wat wij zouden hebben gedaan, als wij in de plaats van Adam in het paradijs hadden moeten kiezen tussen goed en kwaad. Zouden wij het beter hebben gedaan dan hij? En kunnen wij er dan wel iets op tegen hebben, als de Heere God ons aanmerkt als een Adamskind, dat reeds in het paradijs van Hem is afgevallen? Ik ben er in elk geval op aan te zien, dat ik net zo zou hebben gedaan als mijn vader. En het is mij ook in mijn doen en laten aan te zien, dat ik al verkeerd was in de moederschoot.

Ik kom terug op de stelling in het begin. Adam, geschapen naar het beeld van God en ‘overzulks geheel heilig’ (DL III/IV,1) heeft uit eigen vrije wil de zonde gedaan. En toen hij dat eenmaal gedaan had, kon hij niet anders meer dan zondigen. En wij, zijn kinderen, zijn Adam daarin niet slechts nagevolgd. Wij zijn daarin door hem meegenomen en vrijwillige dienaars van het kwade geworden. Wij doen niet anders dan het kwade, ook al is er in ons overgebleven: ‘enig licht der natuur..,enige kennis van God.., van het onderscheid tussen was betamelijk en onbetamelijk is en ook.. enige betrachting tot de deugd en tot uiterlijke tucht’ (D.L.IIIIIV, 4). Niemand is te verontschuldigen (Rom.1 : 20vv).

Hoe ik bij God (in de Bijbel) bekend sta

Twijfelt iemand nog, of de zondeval in het paradijs inderdaad de mens ‘total loss’ heeft gemaakt? Vind je misschien, dat Gen.3 (de geschiedenis van de zondeval) in de Bijbel staat om duidelijk te maken, dat ik evenals Adam van God de mogelijkheid krijg om in vrijheid te kiezen tussen goed en kwaad? Of denk je, dat de dingen die dan toch nog maar ondanks de zonde in de mens zijn overgebleven, een aardig lichtpunt, een goed aanknopingspunt voor Gods genade zijn?

Ik heb maar één antwoord. Lees je Bijbel. Lees wat van de mens vlak vóór en vlak na de zondvloed geschreven staat (Gen.6 : 5; 8 : 21), namelijk dat ‘het gedichtsel der gedachten van zijn hart te allen lage alleen boos is’. Denk ook eens na over wat Job zegt: ‘Wie zal een reine geven uit de onreine? Niet één’ (Job 14 : 4). Leef je in wat Jeremia schrijft: ‘Zal ook een Moorman zijn huid veranderen? Of een luipaard zijn vlekken? Zo zult gijlieden ook kunnen goed doen, die geleerd zijt kwaad te doen’ (Jer.13 : 23). 0f Jer.17 : 9: ‘Arglistig is het hart, meer dan enig ding, ja dodelijk is het; wie zal het kennen?’ Laat Jezus je Leermeester zijn. Hij zei: ‘Een tegelijk die de zonde doet, is een dienstknecht (slaaf) van de zonde’ (Joh8 : 34). Laat Paulus je onderwijzen, wanneer hij in zijn brief aan de Romeinen (5 : 12vv) ons allemaal in Adam diep gevallen zondaars voor God noemt. Lees Ef.4:17vv; 2 Petr. 1:19; Openb. 3:17.

Kijk nog eens naar de stelling waarmee ik begon. Ik houd - eerlijk gezegd - niet van stellingen. Ze zijn vaak zo eenzijdig, zo vechtlustig. Maar je kunt er nu eenmaal niet buiten. Je moet ergens gaan staan. Je moet eerlijk worden tegenover je zelf. Je mag jezelf niet om de tuin leiden. Je moet een keer de knoop doorhakken en zeggen: ‘Ik heb geen vrije wil dan alleen ten kwade’. En lees dan door. Lees ook het volgende hoofdstuk van dit kleine boekje. Want al zijn wij ‘total loss’, er is een levende God die door Zijn Geest je tot een beeld van Christus wil maken en daarmee tot het beeld van God. Lees bijvoorbeeld Ef.4 : 24 en Kol.3 : 10. Dan zeg je nooit meer, dat God niet kan zorgen voor een ‘narrow escape’, een nauwelijks ontkomen. Wat zeg ik? Een nieuw hart, een vrijwillige dienst aan Koning Jezus. Een vrij christen - mens. Of om het met Maarten Luther te zeggen:

a. Een christenmens is een vrij heer van alle dingen en niemands onderdaan.
b. Een christenmens is een dienstknecht, onderworpen aan alle dingen en ieders onderdaan.('De vrijheid van de christen - mens’).                                                     

Lees meer artikelen over:

vrije wil
Dit artikel is beantwoord door

Ds. C. den Boer

  • Geboortedatum:
    20-04-1931
  • Kerkelijke gezindte:
    PKN (Hervormd)
  • Woon/standplaats:
    Barneveld
  • Status:
    Inactief
241 artikelen
Ds. C. den Boer

Bijzonderheden:

Dominee den Boer is op 11 juni 2019 overleden.

Website: dsdenboer.refoweb.nl
Lees ook: 'Digitale levenswerk ds. C. den Boer afgerond' & 'Ds. C. den Boer overleden'


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Dichter bij trouwdag maar toch twijfel

Geleidelijk aan komen we steeds dichter bij onze trouwdag, maar ik twijfel nog steeds. Ik ben 45 en mijn aanstaande man 43. Die twijfel heb ik onze hele verkeringstijd gehad. Ik kan geen reden bedenke...
4 reacties
19-04-2010

Kinderen moeten van school

Onze kinderen zitten op een zogenoemde kerkschool van de Ger. Gem. Op deze school werken HHK-leerkrachten en een PKN-leerkracht. Er zijn ook ouders toegelaten op deze school vanuit de Ger. Gem. Wij zi...
21 reacties
19-04-2012

(...) Nu is het inmiddels drie jaar uit, maar ben er nog niet overheen! (...) Waarom of waartoe heeft de Heere dit toegelaten?

Ik heb twee jaar verkering met die jongen gehad en was twee jaar daarvoor al gek op hem. Ik heb veel gebeden of ik samen met hem verder mocht. Nu is het inmiddels drie jaar uit, maar ben er nog niet o...
Geen reacties
19-04-2006
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering