Moedeloos van preek
Ds. B. Reinders | Geen reacties | 17-10-2005| 00:00
Vraag
Geachte ds. Reinders, ik heb een aantal vragen n.a.v. van uw preek over Psalm 92. U schetste het leven zonder God en dat herkende ik heel erg. Vooral dat de wereld mijn hart niet kan vullen. Daarom verlang ik naar echte vervulling van mijn hart en leven, vervulling door/met God. Zodat ik ook niet meer egoïstisch voor mijzelf leef, maar een Doel heb om voor te leven. Maar ik kan niet zeggen dat ik zoals u het noemde “aan het eind gebracht ben van al mijn werken.” Ik weet het natuurlijk wel dat het van mijn kant nooit kan, maar dat ik dat echt ervaren heb kan ik niet zeggen. Toch is dat volgens u eerst nodig (ook denkend aan uw uitspraak dat “het wildbraad tegenwoordig zo snel gevonden wordt”). Moet ik dan maar uit alle macht gaan proberen het zelf te doen om er op die manier achter te komen dat ik het zelf niet kan? Terwijl ik dat allang weet, omdat mij dat elke zondag verteld wordt? Moet ik dan maar “veel bidden om ontdekkend licht” (en dat doe ik ook) en zolang niet denken aan de Heere Jezus en wat Hij gedaan heeft? En dat terwijl mijn hart “brandende in mij is” als er over Hem gepreekt wordt? Dan moet ik maar niet luisteren, dat is niet voor mij, want ik heb mijn verdorvenheid nog niet ervaren?
Een andere vraag: Wat moet ik doen met de bijzondere boodschap voor de jeugd? Een boom moet zo jong mogelijk verplant, dus wedergeboren moet je zo vroeg mogelijk worden, zei u. Dat is zo. Maar het is worden, passief dus... U vertelde dat het vanuit ons niet kon en dat er nog een mogelijkheid is in Christus, maar niet hoe dan precies. Ja, in de regen lopen om nat te worden, maar wilt u niet nog wat meer zeggen? In de regen lopen doe ik al zo lang (ook doordeweeks) en zoveel kerkgangers met mij, die toch niet allemaal nat zullen worden. Ik weet wel dat ik niets verdiend heb, en God aan mij niets verplicht is (al betrap ik mezelf erop dat ik soms stiekem toch denk van wel). Ik werd zo moedeloos van uw preek...
Antwoord
Geachte vraagsteller/stelster,
Laat ik maar achteraan gaan beginnen: Je wordt moedeloos van mijn preek. Dat kan ik mij heel goed begrijpen. Want je wilt behouden worden zonder verloren te gaan en dat willen wij eigenlijk allemaal. En je weet allang dat je zelf de zaligheid niet kan verdienen. Maar hoe weet je dat? Is dat echt uit ervaring of is dat misschien wat napraterij? Dat zijn toch vragen die bij mij opkomen als ik zoiets lees. Natuurlijk weten wij dat allang. Maar wij weten ook allang, dat de Heere Jezus voor zondaren gestorven is. Wij weten alles allang, maar de vraag is maar of dat ook is doorleefd. Ik ben bang van niet. Want het gaat toch in het geestelijke leven om God en om de gemeenschap met God. De Heere maakt een mens Zelf werkzaam aan de troon der genade. Als wij gaan zien, dat wij God kwijt zijn en dat wij Hem niet kunnen missen dan wordt dat nood in het leven. Dan gaan wij verstaan, dat wij met God verzoend moeten worden. Dan wordt de ernst van de kortstondigheid van het leven verstaan. Dan komt er een heilige haast in het leven. In die weg laat de Heere een mens vastlopen met zichzelf. De lijn die in onze H.C. wordt uitgezet is helder genoeg. Bekering is een Godswerk van het begin tot het einde.
Uit je schrijven merk ik dat je daar toch wel wat anders over denkt. Helaas komt dat in onze tijd veel voor. Vraag toch aan de Heere om ontdekkend licht. Want wij kunnen wel menen, dat wij erbij horen, maar er toch voor eeuwig buiten staan. Dat bedoel ik echt niet negatief. Ik zou het graag anders willen schrijven, maar ik moet ook eerlijk zijn. Dat wordt van mij gevraagd. Mocht je hierover met mij een gesprek willen dan ben ik daartoe altijd bereid. Ik hoop echter van harte, dat je het een keer met God eens mag worden, zoals de moordenaar aan het kruis om een rechteloze te worden, want aan rechteloze mensen wil God een genaderecht geven door Christus.
Ds. B. Reinders
Dit artikel is beantwoord door
Ds. B. Reinders
- Geboortedatum:15-04-1956
- Kerkelijke gezindte:Vrije Oud Ger.Gem.
- Woon/standplaats:Oldebroek
- Status:Inactief