Heidense oorbellen
M. Kramer | Geen reacties | 11-12-2004| 00:00
Vraag
Als ik oorbellen draag, ben ik dan een heiden? En mag dat niet op grond van de Bijbel?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Je vraagt of je een heiden bent als je oorbellen draagt. Ik wil je vraag wat breder trekken en daar gelijk maar het dragen van sieraden en het lichaam voorzien van make-up bij betrekken.
Ik heb eens een zendingswerker horen vertellen over zijn wonderlijke ervaringen in de Sovjet-Unie. Als het Woord van God beslag gaat leggen op hun leven, zie je dat na verloop van tijd de schmink van hun gezicht verdwijnt. Na een poosje verdwijnen ook de oorbellen. Dit soort berichten hoor je ook van andere zendingsgebieden. Mensen die voorheen aan God noch gebod deden, kregen een ander levensdoel. De Bijbel werd hun richtsnoer. Zonder dat daar in het bijzonder op werd aangedrongen. De zendingswerker vertelde dat hij in Nederland precies het omgekeerde zag.
Het is niet iets van de 21e eeuw. In de Bijbel is op tal van plaatsen sprake van opmaak, pronk en opschik. Kijk maar eens naar Job. Hij had knappe dochters. Eén van zijn dochters droeg de naam Kerenhappüch, volgens de Statenvertaling betekent deze naam “hoorn van blanketsel”. Anderen zeggen: poederdoosje.
Ik denk dat de Bijbel ons veel meer te zeggen heeft op dit gebied dan dat velen denken. Ik bedoel dan niet dat als je nu maar geen oorbellen draagt of geen make-up gebruikt je aan Gods eis en in Zijn oog voldoet. Of als je nu maar in een zwart pak of stemmige kleding rondloopt zonder opsmuk. Nee, door wettische werken wordt niemand zalig. God laat zich niet bedriegen! God kijkt een mens recht in het hart. God vraagt naar liefde.
In de Bijbel wordt veel gesproken over sieraden. Eliëzer kreeg een gouden voorhoofdsiersel mee en twee gouden armbanden welke hij Rebekka, de voor Izak te werven bruid gaf. Lees Ezechiël 16 waar het gaat over Jeruzalem dat begiftigd werd met sieraden, armringen, halsketens, voorhoofdsiersels en oorringen. Nu denk je misschien, dan is er toch niets op tegen? Al die sieraden en make-up? Laten we eerst even verder kijken. Wat gebeurde er met Jeruzalem? Met het van Hem gekregen goud en zilver? Jeruzalem werd ontrouw. Vertrouwde op zichzelf op haar schoonheid en gaf zich over aan overspel. Voor Jeruzalem gold ook: “het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen”. Het kwam tot misbruik. Toen ging God straffen. De Heere nam al hun sieraden weg. Als je Jeremia 4 leest zie je dat gouden sieraden en blanketsel typerend was voor hoeren. Er wordt gesproken over wat wij nu noemen mascara. Denk aan Izébel tegenover Jehu, om hem te overbluffen en te bedwelmen blanket zij haar gezicht met blanketsel.
Als je dit nu allemaal leest vanuit Gods Woord kunnen we hieruit leren dat de poederdoosjes, het blanketsel en de arm en oorringen vaak gepaard gaan met hoogmoed, zonden, hoererij en dergelijke. Ik zou willen vragen aan een ieder die dit leest wie durft zich te verheffen boven het oudtestamentische verbondsvolk? Wie doet het beter? Wie is tegen de verleiding en de verzoeking bestand? Wie eerlijk zijn of haar Bijbel leest, kan maar tot één antwoord komen: ik niet. Daarom moet je voorzichtig zijn met overmatige pronk of opschik. Want wie zich verliest in al dat uiterlijk vertoon, wekt op z’n minst de indruk dat hij of zij er geen moeite mee heeft om op de ‘wereld’ te lijken.
God heeft jou zo geschapen met een lichaam waar je zuinig op moet zijn. Als je je helemaal opmaakt doe je dat ergens voor. Waarvoor? Wil je mooier zijn dan dat God je geschapen heeft? Wil je mooier zijn dan je vriendin? Wil je merken dat ogen je volgen? Wil je goedkeurende blikken? Ben je onbewust of bewust uit op jaloerse blikken? Waarom wil je of doe je het? Wees tevreden met je lichaam en uiterlijk. Tevens ben ik van mening dat je met al die poeders en zalven wat make-up heet je huid verwoest. Ik werd daar eens mee geconfronteerd bij mijn vorige werkgever. Ik kwam daarvoor bij mensen thuis, vaak op het onverwachts. Zo was het op een morgen vroeg in de ochtend dat ik voor een hulpverlening op een huisadres moest zijn waar ik een bekende Nederlandse vrouw ontmoette die tevens werkzaam was als fotomodel. Het is dat zij haar naam noemde anders had ik haar niet herkend. Pas bij het noemen van haar naam ging er bij mij een lichtje op. Ze was 32 jaar, aan haar rimpels en plooien in het gezicht zou ze 60 jaar kunnen zijn. Een resultaat van voortdurend dicht plamuren van huidporiën?
Ik geloof niet dat het de bedoeling was van de apostel Paulus om iemand alle vorm van versiering te ontzeggen. Een mens, mag en moet er verzorgd uitzien. Maar, zegt hij in 1 Timotheüs 2, laat de vrouwen “in een eerbaar gewaad met schaamte en matigheid zichzelven versieren, niet in vlechtingen des haars, of goud, of paarlen, of kostelijke kleding”, maar, “door goede werken”. En dat geldt niet slechts vrouwen, maar net zo goed mannen.
Zich versieren met schaamte en matigheid. Dat betekent: ook in kleding en sieraad steeds rekening houden met de zondeval en zijn gevolgen. Beseffen dat kleding er is om de zonden wil. Zich niet zo oppronken, dat wij ons uit- en inwendig bederf camoufleren en proberen dat op eigen houtje ongedaan te maken. Goede werken alleen uit een waar geloof, naar de wet Gods, alleen Hem ter eer, zijn een betere versiering dan poederdoosjes en oorringen.
Staan wij daar weleens bij stil? In onze tijd, waarin zo vaak gezegd wordt: het zit ’m toch niet hierin of daarin? Waarin zo vaak gezegd wordt: Het zit hem toch niet in het uiterlijk? Vragen wij noch weleens af wat God van ons denkt? Is het uiterlijk niet een spiegel van ons innerlijk? Innerlijke ootmoed, eenvoud en rust in de Heere weerspiegelen zich niet in uiterlijke hoogmoed, overdaad en wereldzin. Zij komen uit in goede werken en in de vrucht van de Heilige Geest: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid. Wat een overvloedig sieraad! Vierentwintig karaats!
Dit artikel is beantwoord door
M. Kramer
- Geboortedatum:06-07-1971
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Gouda
- Status:Inactief
