In preken wordt wel eens de volgende uitspraak gebezigd: God verbergt zich. Wat ...
Ds. M.A. Kuyt | Geen reacties | 16-04-2007| 00:00
Vraag
In preken wordt wel eens de volgende uitspraak gebezigd: God verbergt zich. Wat betekent dit concreet? Is dit een gevoel?
Antwoord
Jaren geleden werd in de theologische wereld veelvuldig gesproken over de “Godsverduistering”, die over de Westerse samenleving gekomen zou zijn. Onder “Godsverduistering” werd in die tijd verstaan dat door de jaren heen er steeds minder te merken was van de aanwezigheid van God in het leven van mensen. Men zei: in het publieke leven heeft God afgedaan; mensen hebben geen “antenne” meer voor God, het zegt hen niets meer, men wordt steeds minder religieus. Kortom: God is een verborgen Persoon voor de mensen. Hij is de grote Onbekende. Sommigen legden de vinger bij de zonde van de mensen. Wijzelf zijn de oorzaak dat God Zich verbergt. God reageert op onze zondige levenswandel door er het zwijgen toe te doen. Anderen legden er de nadruk op, dat God Zich verbergt zonder dat er altijd sprake is van een oorzaak in de mens. God is vrij om Zich terug te trekken. Hij is soeverein. Wanneer Hij Zich verbergt. Wanneer Hij Zich openbaart. In onze tijd horen we niet veel meer over “Godsverduistering”, omdat geloven weer “mag” en er een toenemend “religieus” gevoel is. Het lijkt wel, alsof Gods gezicht in de samenleving weer oplicht.
Ook in de gereformeerde (en vooral in de lutherse) theologie komen we uitdrukkingen tegen als: “God verbergt Zich”. Vooral bij Luther vinden we dit soort uitdrukkingen. Een kerntekst in dit verband is Jesaja 45:15: "Voorwaar Gij zijt een God, Die Zich verborgen houdt, de God Israëls, de Heiland". Wanneer God Zich openbaart, dan doet Hij dat door Zich te verbergen in het Kruis van Christus. Voor de wereld en de godsdienstige mens is het gelaat van God verduisterd, wanneer hij of zij Christus ziet hangen aan het kruis. Is dat, is dat mijn Koning? Er is niets van God in Hem te zien. Niets goddelijks blijkt in de Zoon des mensen die hangt aan het Kruis. Voor het natuurlijke oog en het onwedergeboren hart is het Kruis van Christus het einde van Gods aanwezigheid in de samenleving. Maar de gelovige ziet -ondanks alle aanvechtingen- dat deze Gekruisigde, voor Wien wij allen ons aangezicht verbergen (Jes.53:3!) de Zone Gods is, in Wien God Zijn welbehagen schenkt aan verloren zondaren. Dus God openbaart Zich aan de verbroken en verslagen zondaar juist in het tegendeel, van wat wij verwachten, namelijk in Christus, de Verachte. In de toorn gedenkt Hij aan Zijn ontferming! Bij Calvijn vinden we deze gedachten ook, alleen veel minder frequent dan bij Luther. Calvijn ziet (meer dan Luther) het gelaat van God oplichten in de schepping. Het uitspansel vertoont de heerlijkheid van God. Maar bovenal ziet Calvijn Gods vriendelijk Aangezicht in de Opstanding van Christus uit de dood oplichten. In Uw licht zien wij het licht!
Met de gebezigde uitdrukking ''God verbergt Zich" in preken, kan bedoeld zijn, dat God Zichzelf verbergt voor de mens, opdat de mens niet zou denken, dat hij God in zijn greep kan krijgen. Dus dan ziet het vooral op de grootheid en de heerlijkheid van God, die wij niet bevatten kunnen. En worden wij als kleine mensen op onze plaats gezet.
Er kan ook mee bedoeld zijn, dat God de zondaar eerst laat doodlopen op zijn eigen gekozen wegen, voordat Hij Zich aan de zondaar openbaart. God laat de mens wel eens enige tijd in het duister lopen, opdat Hij hem later des te meer barmhartig zal zijn.
Er kan ook mee bedoeld zijn, dat de Heere Zichzelf aanvankelijk bekendmaakt aan de Zijnen, maar dat Hij Zich daarna weer verbergt. Niet om hen te plagen, maar om hen des te meer begerig naar Hem te maken en hen tot Zich te trekken. Zo lezen we in de psalmen meer dan eens, dat de gelovigen roepen: “Verberg Uw oog niet voor mij!”
In de Dordtse Leerregels wordt gezegd dat de verberging van Gods Aangezicht voor de kinderen Gods bitterder is dan de dood. De Dordtse Leerregels beschrijven het geloofsleven van Gods kinderen met al hun hoogte- en dieptepunten. Als Gods kinderen de Heere bedroeven door hun zonden, bedroeven zij de Heilige Geest, verbreken zij een tijd de oefening van het geloof, verwonden ernstig hun geweten en verliezen soms voor een tijd het gevoel der genade, totdat zij zich weer bekeren en van hun verkeerde wegen terugkeren tot God. Dan verschijnt opnieuw het vaderlijk aanschijn Gods (DL.5.5.) In DL.5.13 wordt gesproken over het verlangen van Gods kinderen om het aanschijn van de verzoende God (steeds meer) te kennen. En dan staat er van Gods Aangezicht: “waarvan de aanschouwing de godvruchtigen zoeter is dan het leven en waarvan de verberging bitterder is dan de dood.” God kan Zich dus verbergen voor de gelovigen. Dat is soms een gevoel (zie DL 5.5.) maar het is ook meer dan een gevoel. God kan Zich ook daadwerkelijk verbergen.
We moeten overigens wel voorzichtig zijn met deze uitdrukking. Wie de uitdrukking bezigt in de preek, moet haar wel uitleggen. Het gevaar is namelijk groot, dat we ons als mensen kunnen verschuilen achter een uitdrukking als: God verbergt Zich. Dat we zeggen: ik ken de Heere niet. Want Hij verbergt Zich. Dus ik hoef Hem ook niet te zoeken. In dat geval doen we net als zo velen in onze tijd, die roepen: waar is God? Ik zie Hem niet. Dus is Hij er niet. En hoef ik mij ook niet over Hem te bekommeren. Dus ga ik mijn eigen (goddeloze) gang.
Geven we zo God niet de schuld?
In de Bijbel wordt meer gesproken over de verberging van God als reactie op het zondige gedrag van mensen, dan dat we van Gods verberging lezen zonder dat er een oorzaak te vinden is in het zondige gedrag van mensen. We lezen meer dat de mens zich verbergt dan dat God Zich verbergt. Denk aan het eerste mensenpaar, dat zich verbergt voor God. God verbergt Zich niet maar komt juist te voorschijn! Adam en Eva verbergen zich wel. Laten we de oorzaak van Gods verberging altijd eerst bij onszelf zoeken. Wie zich moedwillig blijft verstoppen voor God roept Gods toorn op. Die toorn kan zich openbaren in Zijn afwezigheid. Zoals Saul tot God riep. Maar hij kreeg geen antwoord meer. Wij zijn immers allen weglopers van God. Wij verbergen ons voor Hem. Wij liggen er niet wakker van dat wij God vertoornen door onze zonden. Dat God Zich voor ons verbergt is met name te wijten aan onze ongehoorzaamheid.
Daarom zal de prediker uit moeten leggen, wat hij met de verberging van Gods aangezicht bedoelt. De verberging van Gods Aangezicht in ons leven moet ons tot schuld worden. En niet een reden om God af te zweren. We hebben de oorzaak voor de verberging van Gods Aangezicht niet bij God te zoeken, maar allereerst bij onszelf. Anders blijven we teveel hangen in het gevoel van: “ik merk niets van God” en geven we heimelijk God de schuld. Dat Hij niet antwoordt. Terwijl Hij gewis spreekt tot elk, die voor Hem leeft!
Schuldbesef en berouw over de zonden is meer dan een gevoel. Het is daadwerkelijk belijden, dat we gezondigd hebben. En terugkeren van onze verkeerde wegen. Vader, ik heb gezondigd, tegen de hemel en voor U! Dan wordt het wonder beleefd, dat God Zich niet verbergt voor zo'n mens. Maar dat Hij Zich openbaart. En dat Hij in Christus Zijn vriendelijke Aangezicht verheft over allen die Hem aanroepen in der waarheid. In hetzelfde hoofdstuk waarin we lezen, dat God een God is Die Zich verborgen houdt (Jesaja 45) lezen we ook: "Wendt u naar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde, want Ik ben God en niemand meer!" Hieruit blijkt dat God geen land van uiterste duisternis is, maar dat Hij ons indringend nodigt, om tot Hem te komen. Laten we ons niet verbergen, maar voor de dag komen, zolang het licht is. Rondom God zijn wolken en donkerheid (Ps.97:2), dat is waar, maar we lezen ook, dat het licht is gezaaid voor de rechtvaardigen (Ps.97:11)
Ds. M. A. Kuyt, Huizen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M.A. Kuyt
- Geboortedatum:17-04-1957
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Wijk en Aalburg
- Status:Inactief