(...) Ik lees in uw antwoord dat God in elk mens het diepste verlangen legt naar...
drs. E.J. (Els) van Dijk | Geen reacties | 13-04-2007| 00:00
Vraag
Ik lees uw antwoord mevrouw Van Dijk. Ik heb niet de vraag gesteld. Ik lees in uw antwoord dat God in elk mens het diepste verlangen legt naar Hem. Ik denk dat dit niet zo is. Ik denk dat wij door Gods Geest erachter komen dat ik juist niet naar Hem verlang. Door mijn hart ben ik juist in opstand tegen Hem. Ik denk dat het genade is als ik ga verlangen naar Hem, als ik Hem nodig krijg. Of lees ik dit verkeerd?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste...,
Je hebt gelijk als je zegt dat het genade is als onze ziel verlangt naar God. Dat is geen verdienste van onszelf uiteraard. Na de zondeval kwam God al met zijn belofte van genade en onder die belofte mogen wij mensen leven. Wij mogen van genade leven!
In de Bijbel lees ik dat wij mensen bestaan uit lichaam, ziel en geest. Je ziel is de zetel van je persoonlijkheid, daarin woont het verstand, maar ook je gevoel en je verlangen. De geest van de mens, is dat deel van je wezen, dat zich kan oriënteren en afstemmen op de geestelijke wereld. Dat kunnen boze geesten zijn, satanische machten, dat kan ook God zijn. Bij de wedergeboorte wordt de geest levend gemaakt, in die zin dat er dan gemeenschap met God mogelijk is. Geestelijk leven! Paulus gebruikt hiervoor de termen vlees en geest. En hij geeft nadrukkelijk aan dat wij mensen een keus hebben te maken: “wandel door de Geest en voldoe niet aan het begeren van het vlees,” zegt hij (Gal. 5). Het verlangen ligt dus in ons, maar het is onze keus waar we ons verlangen op richten. Vlees of Geest. Waarbij Paulus nadrukkelijk zegt dat het begeren van het vlees ingaat tegen de Geest en dat van de Geest tegen het vlees.
Zolang we in het vlees leven, kennen we geen innerlijke rust en vrede. Daarom hebben mensen dan ook steeds meer nodig om te proberen op de een of andere manier gelukkig te worden. Meer geld, een mooier huis, meer vrienden, meer complimenten, meer.... Noem maar op. Zolang een mens in het vlees leeft, komt hij niet tot zijn bestemming, namelijk leven tot eer van God. Daarvoor zijn wij geschapen! Daarom zegt Augustinus ook: “onrustig is ons hart, totdat het rust vindt in God.”
Het is dus Gods genade dat we mogen leven onder de belofte van genade. Maar Hij heeft geen marionetjes van ons gemaakt en ook geen passieve mensen die maar moeten afwachten of Gods genade waar gemaakt wordt in ons leven. Er ligt een keuzemogelijkheid in ons leven: de oproep is, kies dan heden wie je dienen zult, vlees of Geest. God of jezelf. Zolang we God niet gevonden hebben is ons hart onrustig. Dat betekent dus dat het verlangen naar Hem er zeker is. Maar het gekke van ons mensen is dat we dat verlangen proberen te stillen met andere dingen, zoals ik hierboven aangaf. Met materiële zaken, maar ook met dingen als eigengerechtigheid, farizeïsme, godsdienstigheid en dergelijke. En dat bevredigt niet en brengt ons niet tot ons doel, vandaar de onrust die blijft. God heeft dus de honger naar Hem in ons leven gelegd en ja, dat is genade.
Weet je, ik ben zo blij dat ik in mijn leven niet afhankelijk ben van wat mensen van mij vinden, van materiële zaken of wat dan ook. Die dingen zijn wel handig en je kan niet zonder maar ze geven me niet de voldoening over het leven. Dat is juist iets anders. De wetenschap dat God mij opzoekt met Zijn liefde en genade, dat Hij een plan en bedoeling heeft met mijn leven en dat ik mij daarom vandaag en in de toekomst mag toevertrouwen aan Hem. Ik hoef mijzelf niet te bewijzen, het gaat niet om mij in dit leven, het gaat erom dat God tot Zijn doel komt in mijn leven. Dat geeft verantwoordelijkheid maar ook een geweldige rust. Mijn leven is van Hem! En dát is genade!
De wijsgeer Pascal zei het zo: “Elk mens heeft een gat in zijn hart dat de vorm heeft van God.” Zolang we proberen dat gat op te vullen met allerlei aardse en vleselijke zaken zal het gat niet opgevuld worden. Dat kan alleen Hijzelf. Daarom mogen we het verlangen naar Hem stimuleren, met lichaam, ziel en geest. Mijn ziel dorst naar God, zegt David. En als hij tot het inzicht komt dat hij met Bathseba een afschuwelijke zonde heeft gedaan, zegt hij “Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een vaste geest.”
Ik hoop dat jouw verlangen naar God je brengt op de plaats waar het ’t beste toeven is: de voeten van de Heere Jezus.
Drs. Els van Dijk
Dit artikel is beantwoord door
drs. E.J. (Els) van Dijk
- Geboortedatum:28-01-1956
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Veenendaal
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Voormalig directeur Evangelische Hogeschool. Nu begeleiding en advies.
Bekijk ook: