Ik heb ongeveer twee jaar geleden een heel leuk meisje ontmoet. Alleen zij is va...
Ds. P. van Duijvenboden | Geen reacties | 20-03-2007| 00:00
Vraag
Ik heb ongeveer twee jaar geleden een heel leuk meisje ontmoet. Alleen zij is van een hele andere kerk dan mij, een kerk waarvoor in de reformatorische gezindte streng word gewaarschuwd. We lopen eigenlijk op de rand van verkering. Twee jaar geleden waren we echt smoorverliefd op elkaar. Maar ik durfde de stap niet aan. Toen zijn we elkaar een jaartje uit het oog verloren. Maar sinds een paar maanden gaan we weer met elkaar om (ze zit namelijk ook bij mij op school). Ik had me voorgenomen nadat we elkaar een jaartje nauwelijks meer gezien hadden om niet meer verliefd op haar te worden. Het zou toch niets kunnen worden. Een poosje is het gelukt, maar als vanzelf kwamen we weer bij elkaar. We gaan soms samen weg, we praten met elkaar, problemen worden besproken, kortom we zijn hele goede vrienden! Ze is mijn beste vriendin! Ik zou graag met haar verder willen. Alleen een probleem: een hele andere kerk. Mijn ouders hebben gezegd: je moet proberen een meisje van je eigen soort kerk te zoeken. Dit begrijp ik, ze zijn bang dat ik naar een hele andere kerk zou gaan. Ouderlijke bezorgdheid, ik zou het ook zijn! Maar dit neemt verliefdheid en liefde voor dit meisje niet weg. Ik vind het erg moeilijk. Ik bid vaak of God me wil wijzen wat ik doen moet. Maar hoe maakt Hij mij dit duidelijk? Stel je eens voor dat God dit meisje op mijn weg heeft geplaatst, dat ik het middel mag zijn dat zij van een dwaalleer wordt verlost en bij mij in een rechtzinnige kerk komt. Dat zou toch wonderlijk zijn! Dan kan je toch eigenlijk niet zeggen: je mag niet met dit meisje verder, want dan zou je tegen Gods weg in gaan. Maar is het Gods weg als ik verder gaat met haar? Rust hier Gods zegen op? Is het Gods wil? Hoe maakt Hij dit bekend? De laatste dagen gaan er twee teksten door mijn hoofd. Enerzijds: waar liefde woont gebiedt den Heer' Zijn zegen. Anderzijds: ga geen juk aan met een ongelovige. (ze is wel niet ongelovig maar wel een kerk die af te keuren is). Ik vind het zo moeilijk. Het geeft een enorme strijd, want het is niet niks: het gaat om een levensgezellin. Ik lig er soms een poos wakker van. Hopelijk begrijpt u mijn probleem, en kunt u mij helpen.
Antwoord
Uit wat je zegt proef ik dat je het belangrijk vindt dat er ook een “geestelijke band” tussen jou en je vriendin groeit. Je geeft niet aan uit welke “kerk” ze afkomstig is maar het woord kerk (letterlijk wat van de Heere is) geeft aan dat het iemand uit een christelijk milieu is. De vraag waar je voor staat is de vraag wie voor haar en voor jou de Heere God in de hemel is. Wie voor jullie de Heere Jezus is. Herken je elkaar in het gegeven dat je genade nodig hebt. Herken je elkaar in het gegeven dat jullie zelf en later mogelijk ook het nageslacht niet zonder de Heere en Zijn redding kunnen. Herken je elkaar in het gegeven dat de Heere telkens door Woord en sacrament naar jullie toekomt. Dan staat niet zozeer de vraag voorop uit welke kerk iemand komt, maar veel meer of je op hetzelfde gericht bent. Als je hier samen geen eenheid weet te vinden (daar mag je natuurlijk naar op zoek), is het antwoord op jouw vraag duidelijk. Investeer in dit gezamenlijke onderzoek. Bid om de leiding van de Heilige Geest om samen de Bijbel te verstaan. Daar worden jullie hoe dan ook door gezegend. Praat eens met iemand die jullie kennen en die naar jullie gevoel de wijsheid en de tact bezit om jullie te kunnen adviseren. Kortom, onderzoek of er een “geestelijke basis” is.
Antwoord 2.
Het is niet goed om je aan iemand te binden vanuit de gedachte dat je op die manier die ander in aanraking brengt met het evangelie. Ten eerste omdat wij geen mensen bekeren. Ten tweede omdat inderdaad hier de tekst van toepassing is die je citeert (“geen juk met de ongelovige”). Wie een langdurige verbinding aangaat met iemand die niet in de Heere gelooft, zal merken dat dit een enorme impact heeft op het verder e leven en ook dat van (mogelijke) kinderen. Die weg wordt ons niet gewezen.
Tegelijk bekruipt mij in dit geval het gevoel dat hier geen sprake is van een “ongelovige” maar veel eer van iemand die staat in een andere kerkelijke traditie. Iemand bij wie de gebruiken anders zijn en bij wie de accenten in de prediking anders liggen. Laten we daar niet het “oordeel” ongelovig aan geven, want dat oordeel komt ons niet toe. Wie gedoopt is in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest behoort, in welke kerk je ook gedoopt bent, echt tot het verbond van God en wordt genodigd te leven uit de genade in Christus. Onderzoek of je samen gericht bent op Hem. Daar ligt de werkelijke basis.
Mocht je concreet door willen spreken, ben je daartoe hartelijk uitgenodigd.
Ds. P. van Duijvenboden,
Apeldoorn
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P. van Duijvenboden
- Geboortedatum:30-04-1963
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Inactief