Gevoel opwekken bij het Heilig Avondmaal
Ds. M.J. Kater | Geen reacties | 21-08-2004| 00:00
Vraag
Op 18-06 heeft ds. Kater bij ons in Dordrecht-Centrum gesproken over het avondmaal. De vraag die ik toen niet durfde te stellen zou ik graag nu nog stellen. U zei toen dat het geloof niet zonder het gevoel is en zonder dat je ziet wat de Heere Jezus voor je gedaan heeft. Ik geloof dat dat waar is, maar ik merk bij mezelf dat ik dan krampachtig dat gevoel op probeer te roepen en zo moet het toch niet zijn?
Ik vraag me vaak af wil ik wel echt aan het avondmaal. Héél de week van de voorbereiding ben ik er eigenlijk niet mee bezig geweest en toch merk aan de andere kant wel een verlangen, maar dat wordt weer overheerst door het gevoel van er geen recht op hebben. Als je iets echt graag wil dan ben je er toch ook mee bezig? Ik weet hier eigenlijk geen raad mee. Ik schiet voor m'n gevoel werkelijk op alle fronten te kort. Ik lees te weinig, ben er bijna niet mee bezig, enz.
Antwoord
Mijn eerste vraag aan je is hoe het komt dat je wel spreekt over een verlangen om aan te gaan met daarbij het besef dat je er geen recht op hebt én tegelijkertijd er nauwelijks mee bezig bent. Wat is de oorzaak van dat laatste? Is dat slordigheid, geestelijke luiheid? Of speelt daar de gedachte in mee: ’t Kan zonder Avondmaal vieren toch ook wel? Zie je de nóódzaak er niet van in? Het eerste eist dringend bekering en strijd tegen veel dingen die een aanslag doen op je tijd. Wat het tweede betreft: weegt de éis om Zijn Naam te belijden je echt? Ben je niet bang om de Heere tekort te doen?
Wat de grond om aan te gaan betreft: die zal nooit in je gevoel (mogen en kunnen) liggen! Anders kom je met ‘je gevoel’ tot de tafel des Heeren. Dan loop jet het gevaar dat je gevoel je Zaligmaker is. Dat is wat anders dan: “Moede kom ik, arm en naakt, tot de God, Die zalig maakt”. Dat gevoel wat jij niet op kan wekken wordt wel door de Heere opgewekt in het overdenken van Gods toorn, Christus’ persoon en werk. Daarover te mediteren kan het gevoel gaande maken, het zielsverlangen doen toenemen. Dan gaat het om de gelovige overdenking van wat Hij gedaan heeft.
Je zult nooit aan kunnen gaan, omdat JIJ er genoeg aan gedaan hebt, maar omdat HIJ genoeg gedaan heeft: “Het is volbracht”. Probeer dus maar niet krampachtig je gevoel op te wekken. Dan ben je aan het verkeerde eind bezig. Van harte wens ik je toe dat je zo mag zien op de Zaligmaker dat je bij Hém niet meer weg kunt blijven.
Ds. M. J. Kater
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M.J. Kater
- Geboortedatum:18-12-1962
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Zeist
- Status:Inactief