Worstelen
J.W.N. van Dooijeweert | Geen reacties | 27-01-2007| 00:00
Vraag
Geachte meneer Van Dooijeweert. Ik heb een paar vragen waar ik ontzettend mee worstel. Misschien moet ik eerst wat over mezelf vertellen. Al meer dan een half jaar geleden raakte ik in grote onrust. Ik kende God niet en kon met mijn zonden niet voor Hem bestaan. Ik verlangde er zo naar om Hem te kennen en in gemeenschap te leven met Hem. Maar ik miste alles, voelde me zo hard, goddeloos, blind en alleen maar op mezelf gericht. Ik voelde me een beest voor God, het draaide altijd maar om mijn eigen ik, altijd deed ik Hem pijn met mijn zonden. Altijd was ik aan het redeneren, in mezelf aan het graven (naar zondekennis etc.). Altijd kwam ik weer terug bij: ik heb echt niets en ik kan niets, en toch ook weer bij: “Maar Heere, U kan toch alles, doet U het dan.” En toch... leegte, onrust, gemis. Ik wist mezelf niet in staat om te geloven en wachtte eigenlijk op iets speciaals (een bepaald gevoel ofzo), zodat ik kon geloven. Totdat ik iemand tegenkwam die zei: “Jij wilt eerst zekerheid en dan geloof, terwijl de Bijbelse volgorde andersom is. Je wacht op een speciale openbaring, terwijl dat helemaal niet nodig is. De hele Bijbel staat vol met Christus’ nodigingen en beloften. En als je daar echt behoefte aan hebt en je Hem echt nodig hebt als Borg, mag je nu komen, zoals je bent, zonder iets speciaals te voelen. Je moet je aan Hem overgeven met je hele hart. God vraagt alleen geloof van ons, en Hij belooft dat wie in Hem gelooft en op Hem vertrouwt, behouden is.” Toen zag ik de Heere Jezus staan met opengesperde armen. Met al Zijn beloften: Komt herwaarts tot Mij... Wie tot Mij komt zal ik geenszins uitwerpen, die wil neme van het water des levens om niet, etc. En ik moest Hem wel op Zijn woord geloven. Ik kon er niet meer omheen. Ik zag zo duidelijk dat Gods beloften zo betrouwbaar zijn en dat ik volledig in Hem kon rusten en vertrouwen. Ik wilde iets speciaals, maar had al die maanden geweigerd om te doen wat God vroeg: me in vertrouwen laten vallen in Gods handen. Dus ik kon niet anders dan Hem op Zijn woord geloven en riep ik uit: Heere Jezus, ik geloof dat U ook mijn Zaligmaker bent. Ik was Hem zo onnoemelijk dankbaar, vertrouwde Hem volkomen, was ontzettend verwonderd en even vond ik diepe rust.
Maar hierna heb ik eigenlijk alleen nog maar strijd gehad en worstel ik er ontzettend mee. Want als ik naar mezelf kijk, zie ik helemaal niets waarom ik een kind van God zou zijn. Ik ben nog zo zelfzuchtig (wanneer ben ik nu op Gods eer gericht?), onrein, hard en biddeloos. Ik doe nog zo veel zonden. Neem veel te weinig tijd voor God. Elke keer neem ik me voor om naar Gods wil te leven, maar het lukt me echt niet. Ik zie geen vruchten bij mezelf, val mezelf altijd tegen. En dan denk ik: dat kan toch niet samen gaan met iemand waar de liefde van Christus in is? Dan word ik moedeloos en ga in mezelf graven: had ik wel genoeg zondekennis, wel oprecht berouw, deed ik het allemaal niet te makkelijk? En dat graven valt altijd tegen. Kortom: dan ben ik zo bang dat ik mezelf bedrieg en ik een walgelijke huichelaar ben, dat ik mezelf maar wat aanpraat en het met een verstandsJezus doe, dat ik Hem te snel en te makkelijk heb aangenomen. Want echte hele diepe zondekennis en een speciaal gevoel heb ik niet gehad. Ik heb meer, hoewel alles tegen me getuigde, op de trouw van God vertrouwt, me laten rusten in Zijn beloften, in het vertrouwen dat Hij het ook doen zal. Meneer, wat moet ik doen? Altijd blijf ik zo aan het worstelen. Ik ben zo bang dat ik het niet oprecht heb gedaan. Ben bang voor mezelf, voor m’n arglistige hart. En ik zit er zo over in dat ik niets van God bemerk en eigenlijk geen vruchten bij mezelf zie, alleen maar zonde. En dat ik daar geeneens heel erg diep berouw over kan hebben, zo hard. Ik heb dus geen zekerheid. Dat zorgt ervoor dat God niet aan Zijn eer komt, omdat ik Hem dan eigenlijk niet oprecht kan danken en eren.
Ik las ook ergens: als de zekerheid helemaal gemist wordt, moet je je afvragen of je geloof wel echt is. En het is ook het gebod van de Bijbel om naar zekerheid te staan. Daar eer ik God ook mee. Maar ik kan het gewoon niet uit m’n hoofd krijgen dat ik niet oprecht ben, gezien op mezelf en op mijn levenswandel. Daar heb ik zón verdriet van, dat ik niet eens naar Gods wil kan leven. Mag je wel zonder meer op Gods beloften vertrouwen? Is al het bovenstaande geen bewijs dat ik het maar doe met een verstandsJezus? Hoe kom ik aan die vaste zekerheid waarmee ik God de eer geef? Hoe kom ik tot een intieme relatie met God? Sorry dat het zo'n lang verhaal is geworden, maar ik zit hier ontzettend mee. Ik weet niet wat ik moet doen. Ik verlang zo naar God. Maar Hij lijkt soms zo ver.
Antwoord
Beste vriend/vriendin,
Met belangstelling heb ik je vraag gelezen. Ik heb eigenlijk te weinig tijd om antwoord te geven, omdat ik punt sta om naar Peru te vertrekken. Maar omdat ik weet hoe je verstrikt kunt zitten in deze vragen wil ik toch proberen om kort op je vraag in te gaan. Als je wilt mag je gerust op het een en ander terugkomen.
Mag ik met een gedicht beginnen?
Eens was ik een vreemd’ling van God en mijn hart,
Ik kende geen schuld en gevoelde geen smart
Ik vroeg niet mijn ziele doorziet gij uw lot
Hoe zult gij rechtvaardig verschijnen voor God?
Dat is verleden tijd. Zo kan het niet blijven. Dan ga je verloren. Begrijp je het? Wat leef je dan toch gemakkelijke en zorgeloos. Leef maar verder. Zonder denken, zonder vragen. Maar ook zonder hoop of uitzicht voor de toekomst.
Maar toen mij Gods Geest aan mijzelf had ontdekt...
Toen werd in mijn ziele de vreze gewekt
Toen voelde ik wat eisen Gods heiligheid deed...
Dat is ook verleden tijd. Het waren geweldige ogenblikken toen de Heere hem zichzelf deed kennen. Maar als hij hier schrijft is het ook verleden tijd. Hij is niet in de “kindergeboorte” blijven staan. Deze tijd ging ook voorbij. Er volgde een nog veel groter gebeuren, luister maar:
Toen vluchtte ik naar Jezus, Hij heeft mij gered,
Hij heeft mij verlost van het vonnis der wet...
Dat is een machtig voorbeeld voor ons. Niet wroeten in zichzelf, in jezelf, maar vluchten. In het gewone leven is vluchten niet dapper. Het is de weg van de minste weerstand. Maar in het geloof is er geen beter weg dan de vlucht. Maar dan niet naar binnen bij jezelf. Maar vluchten naar onze Heiland. Vluchten naar Jezus. Zoeken in jezelf, vluchten naar jezelf geeft dat waarover je schrijft in je vraag.
Wel is het werk van de Heilige Geest zodanig dat een mens eerst ontdekt dat hij niet begint met een “gelovige” te zijn, maar dat hij of zij ontdekt hoe ongelovig hij is. Dan kan Jezus wat met je! Denk maar aan die man: “Ik geloof Heere, kom mijn ongelovigheid te hulp!” Ook de Pinksterdag is een prachtig voorbeeld van het machtige werk van Gods Geest. Wat moeten we doen mannenbroeders...? Verslagen over hun zondig bestaan. Beseffen dat ze zondaren zijn. En zijn ze dan klaar? Nee! Petrus zegt: “Naar Jezus!” (Handelingen 2:37-40).
Je wachtte op iets speciaals. Daar wachten duizenden op. En.... ze komen eeuwig om. Waarom? Is dat wachten dan niet goed? Jawel een wachtend opzien tot de Heere is altijd goed. Maar verander dat woord: Niet “wachtend” alleen, maar “verwachtend”. Wachten met hoop op antwoord, hoop op Zijn liefde en genade. Niet “maar afwachten of het komt”. Maar verwachten dat het komt. Het is wat moeilijk om dit aan het papier toe te vertrouwen.
Ik ben blij met wat je verder schrijft: “Toen zag ik de Heere Jezus staan met opengesperde armen. Met al Zijn beloften: Komt herwaarts tot Mij... Wie tot Mij komt zal ik geenszins uitwerpen, die wil neme van het water des levens om niet, etc. En ik moest Hem wel op Zijn woord geloven. Ik kon er niet meer omheen. Ik zag zo duidelijk dat Gods beloften zo betrouwbaar zijn en dat ik volledig in Hem kon rusten en vertrouwen. Ik wilde iets speciaals, maar had al die maanden geweigerd om te doen wat God vroeg: me in vertrouwen laten vallen in Gods handen”.
Het speciale waar jij op wachtte, is er al! Jezus Zelf. Hij nodigt, Hij roept, Hij lokt en trekt. Hij is niet gekomen om ons leven in de boeien te slaan, maar om te bevrijden en het licht van genade te laten binnenstromen in de dikke duisternis van het mensenbestaan. Hij zet een poort wijd open en leidt naar het blijde verlichtte land waar het eeuwig vreugde is. Waar de zonde is overwonnen en mijn eigen ik volledig weggevallen. Verzwolgen in Zijn liefde. Wat een vreugde om die omhelzing van de Heiland te ervaren, helemaal in Hem op te gaan! Dat is als een Elim in de woestijn!!!
Maar je moest verder. Door de woestijn op reis naar het hemels Kanaän.
Op ons zelf zien geeft geen enkel lichtpuntje in het leven. Willen we in rust en vrede kunnen leven dan zal ons oog alleen op Jezus moeten zijn. Hij is Redder, Verlosser, Borg, Middelaar. Hij reinigt, redt, heelt, geneest en stuurt ons leven, als we achter Hem aankomen. De angst dat je jezelf zult bedriegen, vind ik heel positief. Maar je mag er niet in doorslaan. Veel mensen doen dat. In de ene kerk neemt iedereen aan dat hij een kind van God is, in de andere kerk durft een kind van God niet te zijn wie hij/zij is. Weet je; een mondchristen, een nabij-christen is nooit bang dat hij zichzelf bedriegt. Hij wordt alleen maar boos als iemand iets zegt in die richting.
Stop met je onnodig geworstel. Geloof de Heere op Zijn Woord. Lees/leef/leer veel in het Woord van Hem. Hij wil je door dat Woord leiden, leren en besturen. Maar ook licht geven en vrede in je hart. Dat je bij jezelf niets goeds kunt vinden is naar de Schrift, die zegt dat er in ons geen goed woont. Daarom moet je ook niet meer wroeten in jezelf maar roepen tot God. Roepen en vluchten tot Jezus.
Waarom zoek je al die negatieve dingen op? Lees het positieve in de Bijbel, spreek met Gods kinderen en ga je weg in blijdschap zoals de kamerling van Handelingen 9 Zoeken naar zekerheid is heel goed, heel belangrijk, is zelfs nodig! Maar zoek buiten jezelf.
Toen vlucht’ ik tot Jezus, Hij heeft mij gered
Hij heeft mij verlost van het vonnis der wet.....
Nu reis ik getroost onder ´t heiligend kruis,
Naar ´t erfgoed daarboven in ´t Vaderlijk huis.
Mijn Jezus geleid mij door d´aardse woestijn
Gestorven voor mij... Zal mijn zwanenzang zijn.
Mag ik vertrouwen op Gods beloften? Ja! Anders had God ze niet uitgesproken. Natuurlijk zijn er beloften die heel speciaal voor Israël zijn, of heel speciaal voor mensen die in Jezus zijn.
Is al het bovenstaande geen bewijs dat ik het maar doe met een verstands-Jezus? We hebben elkaar een heleboel “flauwe praat” aangeleerd, zei eens een predikant. “Gestolen Jezus, verstands-Jezus”, etc. Zonder verstand kun je niet geloven. Stelen kun je Jezus niet. Hij biedt zich aan, aan ieder die tot hem wil komen. Aan een ieder die Hem nodig heeft. Lees en overdenk Openbaring 22:17. Moet je nog meer welwillendheid van Gods kant?
Hoe kom ik aan die vaste zekerheid waarmee ik God de eer geef? Door die zekerheid alleen bij Jezus te zoeken, bij Hem alleen. Schuil weg in de plooien van Zijn mantel! Hij wacht op je. Op jou!!
Hoe kom ik tot een intieme relatie met God? Door aanhoudend gebed en Bijbellezen. Door je over te geven aan de Heere en niet te blijven steken in allerlei gezegden die mensen elkaar hebben aangeleerd. Jij ervaart God als ver weg... Wat jammer: Hij is zo dichtbij! Hij wil Zijn armen vertroostend en bemoedigend om je heen slaan. Ga verder, sta niet stil op de weg. “De Meester is daar, Hij roept je!!”
Met vriendelijke groeten,
Evangelist J. W. N. van Dooijeweert
Dit artikel is beantwoord door
J.W.N. van Dooijeweert
- Geboortedatum:23-01-1938
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Waddinxveen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: