Ik heb wel eens met evangelische mensen gepraat en dan valt het altijd weer op h...
B.S. van Groningen | Geen reacties | 26-01-2007| 00:00
Vraag
Ik heb wel eens met evangelische mensen gepraat en dan valt het altijd weer op hoe vrijmoedig ze getuigen over hun -wat ze zelf noemen- wedergeboorte. Als je in behoudend reformatorisch Nederland de vraag zou stellen: bent u bekeerd? Of: bent u een kind van God? Dan denk ik dat je geen vrijmoedig getuigenis krijgt omdat een dergelijk getuigenis gewantrouwd wordt. Mijn oma die in de Gereformeerde Gemeenten heel ruim begraven is (in de preek kwam naar voren dat de dominee dacht dat ze een kind van God was) ging niet aan het avondmaal en antwoordde op de bovenstaande vraag altijd zuchtend: “Ik weet het niet, jongen”. Ander voorbeeld: Een vrouw die aan het avondmaal ging, werd bezocht door de dominee. De dominee begon behoorlijk kritische vragen te stellen aan deze vrouw. De vrouw antwoordde enkel de volgende woorden: “Ik mag geloven dat God een goed werk met mij begonnen is?” En verder: “Ik kan geen grote verhalen van mezelf vertellen”. Meer dan deze twee dingen heeft ze volgens haar zeggen niet gezegd tegen de dominee. Mijn vraag is: is dit voldoende? En: hoe moet een mens zijn of haar geloof verwoorden? Hartelijk dank voor uw bijzondere goede website. Ik heb er al enorm veel aan gehad.
Antwoord
Beste vriend,
Je vraag/opmerking is herkenbaar, maar ook moeilijk te beantwoorden, want aan de ene kant is hij wel erg algemeen gesteld (evangelische mensen) en anderzijds heb je het heel persoonlijk over je oma. Trouwens onder evangelischen zijn zeker zoveel verschillen als in de kerken. Dat maakt het ook niet direct gemakkelijk om een eensluidend antwoord te geven. Maar ik zal jouw vraag proberen in volgorde langs te lopen.
Evangelische mensen getuigen vaak vrijmoedig over wat zij noemen: wedergeboorte. In behoudend reformatorisch Nederland stelt men die directe vragen niet zo. Ben je bekeerd, ben je een kind van God? Jij noemt als reden: wanneer je zo’n getuigenis uitspreekt, word je gewantrouwd. Hoe komt dat? Omdat we een bepaalde opvoeding hebben gekregen, onder een prediking zitten, die sterk benadrukt dat zalig-worden een eenzijdig werk van de Heere is. Wanneer evangelischen spreken over wedergeboorte, bedoelen ze dan hetzelfde als de Heere Jezus tegen Nicodemus? En het wantrouwen in onze eigen kring heeft ook te maken met het bang zijn voor zelfbedrog. De Bijbel laat ons dat op verschillende plaatsen duidelijk zien, o.a. Psalm 139, de gelijkenis van de wijze en dwaze maagden.
De moeilijkheid die jij ervaren hebt bij de begrafenis van je oma, is best te begrijpen. De dominee heeft haar ruim begraven, maar ze ging niet aan het avondmaal en dacht altijd klein van zichzelf, ze durfde zich niets zomaar toe-eigenen. Op zich zijn dat geen verkeerde dingen. Genade maakt geen grote luidruchtige christenen, maar nederige, ootmoedige en bescheiden mensen. Wat heb je wat je niet ontvangen hebt. Aan de andere kant is het ook niet goed om een oprecht getuigenis vanuit het hart, gegrond op Gods Woord te wantrouwen. In deze dingen geldt: wie de liefde van God gaat leren kennen, wordt streng voor zichzelf (wil zich niet bedriegen), maar mild voor een ander en zeker ook gunnend, want dan heb jij je grootste vijand voor de rampzaligheid niet over.
Het andere voorbeeld van die dominee, die kritische vragen stelde n.a.v. het avondmaal van iemand uit zijn gemeente: dat moet toch kunnen leiden. Zuiver goud kun je toch onderzoeken of het echt is. Daar ligt vaak de haper. We gaan zo gauw in de verdediging. Als de Heere werkt, mag je daar vroeg of laat over spreken, maar er kan ook een schroom zijn, omdat het zo groot is, dat de Heere naar zo’n zondaar heeft willen omzien. Hij is niets verplicht, wij kunnen buiten Christus voor Hem niet bestaan. Genade, bekering moet een wonder zijn en geen “prestatie” van ons. Daar lijkt het in bepaalde kringen (heel breed) wel eens op. De Heere moet blij zijn met ons, in plaats van wij met Hem. Grote verhalen kunnen vertellen? Is dat nodig? Om wie gaat het dan? De moordenaar aan het kruis had helemaal geen groot verhaal: Heere, gedenk mijner als Gij in Uw koninkrijk gekomen zult zijn. En de tollenaar: O, God wees mij zondaar genadig. Het gaat in de bekering niet om het grote, het sensationele, maar om het ware.
Ken ik een droefheid naar God over de zonde, is er een verandering, een vernieuwing in mijn leven gekomen, ken ik iets van de uitgestorte liefde in mijn hart, die beantwoordt mag worden met wederliefde? Is er een honger en dorst naar Christus en Zijn gerechtigheid? Het geloof verwoorden is bij de een of de ander heel verschillend, dat heeft met allerlei factoren te maken: karakter, hoe je zelf geleid bent, je opvoeding, de prediking waar je onder verkeert, enz. Maar als het van de Heere is, komt er een moment, dat je -al is het schoorvoetend- mag zeggen: Komt luistert toe gij Godgezinden, gij, die de HEER’ van harte vreest, hoort wat mij GOD deed ondervinden, wat HIJ gedaan heeft aan mijn geest.
Tenslotte wat het ruim begraven van je oma betreft: ik ken de situatie niet, maar wanneer iemand in haar leven daar van gesproken heeft, dan mag een predikant daar wel eens iets van zeggen, toch is dat niet het doorslaggevende. De Heere zal getuigenis geven aan Zijn eigen werk. Is een en ander niet zo duidelijk, dat moeten we op zulke gelegenheden dit laten rusten en de omstanders wijzen op de ernst van de dood, maar ook het Leven door Hem, Die de Opstanding en het leven is. Is het nog niet voldoende beantwoord, vraag dan gerust door. De HEERE zelf geve jou vrijmoedigheid om te getuigen van Zijn werk in het hart van zondaren, want waar het hart vol van is, daar loopt de mond een keer van over. Dat is onmogelijk. En ook tot eer van Hem. Daar gaat het om: want in het zaligen van zondaren, is de eer van God onlosmakelijk aan verbonden. Veel vrijmoedigheid in de Heere toegebeden.
Met hartelijke groet,
B. S. van Groningen
Dit artikel is beantwoord door
B.S. van Groningen
- Geboortedatum:25-04-1951
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Hendrik-Ido-Ambacht
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Oud-godsdienstleraar Wartburg College, docent Cursus Godsdienst Onderwijs (Bijbelkunde) en ouderling.