Uitleg in preek van de uitverkiezing
Ds. C. den Boer | Geen reacties | 18-01-2007| 00:00
Vraag
Tijdens de leerdienst gisteravond in mijn gemeente ging onze predikant in op de uitverkiezing aan de hand van art. 16 van de NGB en Efeze 1 vers 3-23. Tijdens de preek werd letterlijk gesteld dat de leer van Calvijn en de Dordtse Leerregels eigenlijk niet correct was, omdat zij zowel de verkiezing als de verwerping bij God neerlegden. Volgens de predikant bracht de NGB een correcte scheiding aan, door eerst te spreken over de verkiezing door God en daarna over de verwerping als gevolg van de keuze van de mens (dus niet als actieve daad van God). De predikant stelde namelijk dat God niet verwierp, maar dat de mens door zijn keuze zichzelf in het verderf stortte. Verder werd de uitverkiezing uitgelegd als het "uitverkoren zijn in Christus", waardoor er geen sprake zou zijn van een verwerping voor onze geboorte (voor de grondlegging der wereld).
Deze uitleg wijkt zeer sterk af van de uitleg zoals gehanteerd door predikanten die eerder onze gemeente hebben mogen dienen. De uitleg haalt mijns inziens alleen de scherpe kanten van de leer der uitverkiezing af, maar voegt niets toe: wat voor verschil maakt het als God niet actief verwerpt, zolang Hij wel actief uitverkiest; het gevolg is dan hetzelfde (je bent uitverkoren of niet)? Ik vond het eerlijk gezegd nogal "schokkend" dat Calvijn en de Dordtse Leerregels geheel uitgerangeerd werden. Zou het mogelijk zijn dat een hervormd predikant reageert op de bovenstaande uitleg van de uitverkiezing?
Antwoord
Ik ga ervan uit, dat de vraagsteller(-ster) een correcte weergave heeft gegeven van wat in de genoemde leerdienst over artikel 16 NGB is gezegd. Ik (een hervormd predikant) wil daar als volgt op reageren:
1. Het is een volstrekte vertekening van de zaak om te stellen, dat in art.16 NGB zowel de verkiezing als de verwerping (parallel aan elkaar) bij God worden neergelegd. Van het gehele menselijk geslacht wordt gezegd, dat het door de zonde van Adam in verderf en ondergang verkeert. De Dordtse Leerregels zeggen daarvan (art.1.1): “De Heere zou niemand ongelijk hebben gedaan, als Hij het ganse menselijke geslacht in de zonde en vervloeking had willen laten en om de zonde verdoemen.” Eerst als wij ons daaronder bukken, kunnen we gaan nadenken over verkiezing en verwerping.
2. Art.16 belijdt vervolgens dat de Heere Zijn barmhartigheid heeft bewezen, door mensen uit dit verderf te trekken en te verlossen uit kracht van Zijn soeverein welbehagen in Christus, uit enkel goedertierenheid, zonder aanmerking van onze werken. De grond van ons behoud ligt dus uitsluitend en volstrekt in de verkiezende God. Dat God verkiest komt voort uit Zijn genade/barmhartigheid en heeft geen enkele grond in de mens.
3. De oorzaak van het niet verkoren zijn van anderen door God (over verwerping wordt in dit artikel niet gesproken), is geheel te wijten aan henzelf (zij hebben zich net als trouwens heel het mensengeslacht in hun val en verderf geworpen; zie het begin van de Dordtse Leerregels). De grond van de verwerping is dus in eerste instantie: de verharding van de mens zelf. En nu bewijst God ook rechtvaardig te zijn, doordat Hij anderen laat in hun val en verderf, waar zij zichzelf ingeworpen hebben. Zie vooral de Dordtse Leerregels I.5 en 6 (let op het woordje “sommigen”).
4. Dat God ook “sommigen” passeert in Zijn verkiezend welbehagen moet uw predikant en ook u nog maar eens nalezen in o.a. Romeinen 9:11vv, 22vv. De Schrift spreekt dus wel degelijk ook over verwerping. Het gaat hier overigens niet alleen over volken, maar ook over personen.
5. De Remontranten hebben altijd beweerd dat God hen verkoos van wie Hij van tevoren zag dat zij zouden geloven. Maar in de Schrift ligt het omgekeerd. God verkiest niet om het geloof, maar tot het geloof. En dat van voor de grondlegging der wereld (vgl. Ef.1:4vv en Rom.9:23vv); in Christus (want Hij is het hart van Gods verkiezend welbehagen).
6. Christus is ook de spiegel van onze verkiezing. Calvijn heeft ons geleerd dat men om zeker te zijn van zijn verkiezing, niet boven de wolken moet vliegen om in Gods in te blikken. Leer geloven in Jezus Christus.
7. Als we het bovenstaande evenwichtig aan de orde stellen in de prediking, voorkomen we dat mensen over de uitverkiezing fatalistisch gaan denken (zo van: als ik niet uitverkoren ben, helpt geen bidden of Bijbellezen mij verder). De uitverkiezing is een poort (de mens kan zalig worden), geen muur waarop men zich te pletter loopt.
8. Zie verder de Institutie van Calvijn en de Dordtse Leerregels op dit punt. Kritiek op onze belijdenisgeschriften moet geen enkele predikant die dient in een kerk die de drie formulieren van enigheid in haar grondslag heeft staan, zich veroorloven. Een kansel is er goed voor om samen met de kerk der eeuwen gelovig te belijden, niet om de grondlagen van het geloof te ondermijnen en particuliere meningen te verkondigen.
9. Tenslotte - want ik kan natuurlijk niet in kort bestek afdoende ingaan op het in de vraag gestelde - verwijs ik naar mijn website: dsdenboer.nl Daar vindt men een verhandeling over de Dordtse Leerregels (ook voor jongeren).
U hartelijk groetend,
Ds. C. den Boer
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. den Boer
- Geboortedatum:20-04-1931
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Barneveld
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Dominee den Boer is op 11 juni 2019 overleden.
Website: dsdenboer.refoweb.nl
Lees ook: 'Digitale levenswerk ds. C. den Boer afgerond' & 'Ds. C. den Boer overleden'