Wanneer u als predikant een preekbeurt houdt, vertelt u dan wel eens uw eigen ve...
Ds. J. van Rossem | Geen reacties | 05-01-2007| 00:00
Vraag
Wanneer u als predikant een preekbeurt houdt, vertelt u dan wel eens uw eigen verlangen naar de hemel? Dit moet toch een wezenlijk aspect zijn van het kindzijn van de Heere? Wanneer een dominee dit zegt tijdens een preek, dan voelt het dat hij echt een kind van God is. Maar wanneer hij alleen maar over de dingen praat wat men allemaal wel moet kennen/beleven/weten om een kind van God te zijn, en nooit zijn eigen verlangen uitspreekt over de hemel en het samen met Christus te verkeren, lijkt het alsof hij zelf het geloof niet bezit. Wat denkt u hiervan? En hoe erg verlangt u ernaar om verlost te worden van dit “ellendige lichaam?”
Antwoord
Ik begin met een tegenvraag. Verkeer je onder een rechtzinnige prediking waarin je warmte en bewogenheid mist? Dit, omdat je mist het hemelverlangen van de prediker. Uiteraard kan ik in jouw situatie niet beoordelen of dat zo is. Ik kan alleen maar van mezelf spreken. In mijn prediking, die ik altijd maar weer van de Heilige Geest moet en mag leren, mag wel eens het verlangen naar de hemel doorklinken. Dat is niet omdat ik me daartoe aanzet. Dan zou dat verlangen mijn werk zijn en dan gaat er geen kracht vanuit. Maar als het mag geschieden gaat het meestal vanzelf. Omdat de Geest me het geeft. Dan mag je er ook wel eens van genieten. Dat kun je niet maken en dat kun je ook jezelf niet geven. Maar goed ook. Dat zijn wel gouden momenten, die er als een verrassing van de Heere zijn. Dan mag je hart vanuit de hemel op de hemel gericht zijn, omdat de Heere Zijn hemel in het hart verklaart. Dan hoef je ook niet naar woorden te zaken: als van de Heere de zaken van de hemel in het hart krijgt, dan komen er de woorden van de hemel bij. Dan zou je ook altijd wel op de preekstoel willen staan.
Wat is het erg als je als prediker het met je verstand moet doen. Zeker, het kan ver komen door de zaken van de zaligheid ordelijk voor te stellen. En deze zaken, als wedergeboorte, zondekennis en genadekennis moeten in elke prediking aan de orde komen. Want het is waar dat mijn bevinding en geschonken hemelverlangen een mens niet bekeert.
Als je me eerlijk vraagt waar ik het verlangen naar de hemel, beter: naar de God van de hemel, het meest ervaar? Dat is op de kansel onder de prediking van Gods Woord! Maar het komt dan wel als een verrassing van de Heere, die je niet verdient, en het is er niet altijd. Wat zijn we op en onder de kansel van de Heilge Geest afhankelijk Maar er kunnen momenten zijn dat je zo wel zou willen sterven. Dan geeft de Heere het (en je kunt je dat zelf niet geven) dat je ziel bezwijkt van een sterk verlangen. We zien nog de oude dominee van onze jeugd stralen, als hij er in mocht komen en van hemelverlangen mocht spreken. Dan was het muisstil in de kerk.
Toch zal de ene dominee meer “bovenkennis” hebben, dus verstand van hemelse zaken, en de andere meer ”benedenkennis” hebben, dus verstand van de leer der zaligheid, (alhoewel het hier ook weer niet om een tegenstelling gaat). Daar is de Heere vrij in om dat te geven. Trouwens de rechte prediking van oordeel en genade draagt zowel de brandlucht van de hel als de liefdeslucht van de hemel mee. Maar we hebben wel “de neus des geloofs” nodig om dat op te merken.
Ken je het verlangen naar de hemel om dan ontbonden en met de Christus te zijn? Dan is er wel een wonder met je gebeurd. Het wonder van de wedergeboorte. Dan leert de Heere het je in een dagelijkse bekering, als gebedsstrijd, om elke dag je verlangen naar de wereld te begraven opdat er plaats komt voor het verlangen naar Hem. Misschien mis je in de prediking het hemelverlangen, opdat jij oprecht gebed voor de prediker zou krijgen om hemelverlangen, als Gods verlangen af te mogen bidden. En onder dat oprechte gebed zou je ziel rijk gezegend kunnen zijn.
Of dat hemelverlangen naar de Heere altijd even sterk is... Ik noem een voorbeeld: pas had ik mijn kleinkinderen op bezoek. Toen was er het genieten van hen die door de Heere aan mij zijn geven en was het hemelverlangen op de achtergrond... Hemelverlangen heeft alles te maken met geloofsoefening en die is de ene keer sterker dan de ander keer.
Mag jij met mij verwachten een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, niet in de eerste plaats opdat jij en ik er zouden zijn, maar opdat daar de gerechtigheid van Christus zal wonen en stralen. Dan mag het geloof het wel eens verlangend uitroepen: Maranatha, kom Heere Jeuzs, kom haastiglijk, kom nu!
De Heere zegen je vanuit Zijn hemel. In de eerste plaats met oprecht verlangen naar Hem. Dan komt er ook het verlangen naar de hemel.
Ds. J. van Rossem
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J. van Rossem
- Geboortedatum:04-03-1945
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Status:Inactief