Wat vindt u van het lezen van bekeringsgeschiedenissen? Zitten hier gevaren aan ...
Ds. W. Pieters | Geen reacties | 05-01-2007| 00:00
Vraag
Wat vindt u van het lezen van bekeringsgeschiedenissen? Zitten hier gevaren aan verbonden?
Antwoord
Gods Woord spreekt over het grootmaken van God: “Ik zal de HEERE loven te allen tijd; Zijn lof zal gedurig in mijn mond zijn... Maakt de HEERE met mij groot en laat ons Zijn Naam tezamen verhogen” (Psalm 34 vers 2 en 4). Allen worden we daartoe opgeroepen.
Wat is dat “God grootmaken”? Zijn grote daden verhalen; ook in het verleden, ook van voor uw geboorte. Daarom is het van groot belang hoe aan onze kinderen geschiedenisles wordt gegeven en hoe we in onze gezinnen als ouders omgaan met dit God verheerlijkende onderwijs.
God laat ons weten Wie Hij voor mensen is geweest in de eeuwen die zijn voorbijgesneld. Daartoe deed Hij die daden, zowel in de heilsgeschiedenis, als in de kerkgeschiedenis en in de wereldgeschiedenis overleveren op schrift; opdat wij ze zouden weten en ze aan ons nageslacht zouden vertellen, zoals de dichter van Psalm 71 ons zegt: “Laat mijn mond vervuld worden met Uw lof, de ganse dag met Uw heerlijkheid; verwerp mij niet in de tijd van ouderdom, verlaat mij niet terwijl mijn kracht vergaat... totdat ik aan dit geslacht verkondig Uw arm, aan alle nakomelingen Uw macht” (vers 8,9,18).
Dit geldt ook van uw levensgeschiedenis. We mogen en moeten Gods grote daden vertellen, zoals Psalm 78 zegt. We worden ertoe opgeroepen om niet te vergeten wat Hij deed, maar dit te overdenken en te vertellen.
Een verschil tussen het vertellen van de geschiedenissen, waarin u niet aanwezig was, en die waarin het wel mede over uzelf gaat, is: in de laatste situatie loopt u het gevaar uzelf te verheerlijken. Wat wij vertellen, ook over het verleden, is meestal bijgekleurd. We zijn immers vanuit onszelf gebrekkig, onoprecht. Gaat het nu in die geschiedenis ook nog eens over onszelf, dan lopen we extra gevaar om bij te kleuren en om er heimelijk iets mee te worden.
Dit gevaar moeten we eerlijk onder ogen zien, maar het mag ons niet ervan weerhouden om de grote daden Gods te vertellen of te beschrijven. En als ze verteld/beschreven mogen worden, dan moeten er natuurlijk ook oren/ogen zijn om het vertelde/beschrevene te kunnen ontvangen. Dan moeten anderen het vernemen, om met u God groot te maken.
Want dat is uiteindelijk het enige doel: dat anderen met u God verheerlijken, loven en prijzen. Zo ging het in de geschiedenis van de genezing van de verlamde bij de Schone Poort, in Handelingen 3 en 4. Uiteindelijk liep alles (hoofdstuk 4 vers 21) op dit grote doel uit: “Zij verheerlijkten allen God over wat er gebeurd was.” Een bijkomende bedoeling (ook tot verheerlijking van God) is: onderwijs.
In geschiedenissen liggen lessen verborgen. Een gezegde luidt: een volk dat van zijn geschiedenis niets leert, is gedoemd haar te herhalen. Dit betekent dat God ons door de gebeurtenissen van het verleden (door daden van God en door fouten van mensen) dingen wil leren.
We zijn dus op school, wanneer we een bekeringsgeschiedenis lezen. Wat kunnen we zoal leren? Veronderstellen we dat het leven en de bekering eerlijk is beschreven, dan leren we daar het volgende uit:
-Doe niet zo zondig als deze man, want hij heeft er slechts verdriet van geoogst (een schip op strand is een baken in zee).
-Luister niet naar satan, want hij bedriegt je en berooft je van Gods vertroostingen.
-Vertrouw in de dingen van je eeuwig heil niet op mensen, want zij vergissen zich vaak; zoals u kunt zien in de persoon over wie u leest, en die soms ook zo door menselijke meningen werd heen en weer geslingerd.
-Vraag jong naar God, daarvan krijg je nooit spijt.
-Vertrouw onvoorwaardelijk op de Heere en Zijn betrouwbaar Woord, Hij is in Zijn Woord een goede Gids.
-Steun alleen op de Hem, want Hij is een almachtig Helper.
Zo zouden er meer dingen te noemen zijn. Ik weet dat er negatieve, kwalijke zaken zijn op te sommen, maar niettemin kan het nuttig zijn om bekeringsgeschiedenissen te lezen. Wacht u echter ervoor om van bekeringsgeschiedenissen te maken wat ze niet mogen zijn: maatstaf van uw bevinding. Het is schadelijk voor onze ziel en tot oneer van de HEERE, wanneer wij een bekeringsgeschiedenis gebruiken als “plattegrond” voor de weg van het heil en dus op grond van wat we lezen, onszelf beoordelen en -wat erger is- God iets bevelen.
We mogen er wel van leren en er ook goede conclusies uit trekken, maar ons niet door de duivel laten gezeggen bij het lezen van een boekje waarin het leven en de bekering van mensen is beschreven tot ere van de Heere en tot onderwijzing van de mensen. Verder is het niet onbelangrijk te weten dat het lezen van uitlegkundige boeken over de Bijbel vaak meer onderwijs bevat.
Van groot belang bij het lezen is steeds de vraag: waarom lees ik dit? Wil ik mezelf erbij lezen? Of begeer ik nader onderwezen te worden in de wegen en werken des HEEREN? Begeer ik vooral stof tot lof aangereikt te krijgen en de Naam van de Almachtige, de Barmhartige te roemen en te verheerlijken? Om maar helemaal niet te spreken van de bedillerige houding waarin we als met een meetstok afmeten of die en die bekering wel voldoet of wel echt is.
Wanneer ds. Wilhelmus à Brakel in zijn Redelijke Godsdienst schrijft over de gewone weg van God in het bekeren van zondaren, merkt hij aan het eind daarvan ook dit op: vindt u uw weg niet in deze voorbeelden beschreven, denk dan niet dat u dus niet bekeerd kunt zijn. Ik heb wel eens een bekering horen vertellen die ik niet geloofd zou hebben, als ik het niet van de betrokkene zelf had gehoord.
Daarom: laat ons voorzichtig zijn, ons niet door een bekeringsgeschiedenis op het verkeerde pad laten voeren en voor alles er op verdacht zijn om zo dicht mogelijk bij het Woord des HEEREN zelf te houden, aangezien dat zeer zeker betrouwbaar is. Toch zal de duivel het niet laten om de Kerk van Jezus Christus te brengen tot misbruik van Gods Woord. Het misbruik heft het goede gebruik niet op, bij de Schrift niet en bij bekeringsgeschiedenissen ook niet. Laat ons trachten als de bij honing te peuren uit de bloemen die de Heere ons geeft in de grote wonderdaden die Hij in het verleden heeft verricht bij jong en oud. Hij is en blijft Dezelfde, Hij kan ook u nog bekeren.
Een belijdeniscatechisante zei eens, toen ik haar vertelde hoe de Heere in het verleden een man had bekeerd: “Wat heb ik daaraan? Ik moet zelf bekeerd worden en niet van anderen horen, dat zij bekeerd werden.” Het is terecht dat ze zei: ik moet zelf bekeerd worden. Maar het is niet terecht om te zeggen, dat ze daarom niet van anderen moest/mocht horen, hoe die werden geleid tot de kennis van Christus. De Heere laat immers als in spiegels zien de grootheid van Zijn kracht en vooral de grote heerlijkheid van Zijn genadige barmhartigheid, zoals de apostel Paulus vertelt, dat de HEERE had gedaan in het bekeren van deze voormalige vervolger der gemeente.
Ds. W. Pieters
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Pieters
- Geboortedatum:27-06-1957
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Elspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
website: dspieters.refoweb.nl