Verwarde dromen
Ds. H. Veldhuizen | Geen reacties | 02-01-2007| 00:00
Vraag
Ik heb een vraag die misschien wat vreemd lijkt, maar voor mij is het een serieus probleem. Al sinds ik klein was, droom ik 's nachts ontzettend veel. Vroeger waren dat vooral nachtmerries, waar ik blijvend angsten aan over heb gehouden. De laatste tijd droom ik vooral heel verward, over de raarste dingen. Dit is bijna iedere nacht en ik ben er dan een hele dag door in de war. Een jaar geleden is mijn verkering uitgegaan, en nog droom ik zeker wekelijks over mijn ex-vriend! Ik heb het idee dat ik het hierdoor niet los kan laten, juist doordat ik telkens 's nachts van hem droom loop ik er een hele dag mee in mijn hoofd. Ik weet echt niet wat ik hieraan kan doen. Het liefste zou ik helemaal niet meer dromen 's nachts. Heeft u misschien tips?
Antwoord
Beste vriendin,
Goed dat je je vraag gesteld hebt. Helemaal geen vreemde vraag. Dromen kunnen iemand inderdaad erg bezighouden. Wij zeggen het wel heel gemakkelijk: “Het is maar een droom” en “Dromen zijn bedrog”, Maar is dat werkelijk waar? Want inmiddels is die droom er toch maar en in jouw geval houdt hij je vaak een hele dag bezig. Erg verdrietig voor je.
Wat is eigenlijk een droom? Heel dikwijls is het een soort verwerking van wat iemand heel erg bezighoudt. Daar is wel niet alles mee gezegd, maar wel wat. De Prediker zegt: “Een droom komt door veel bezigheid” (5:2). Nu, dat is waar. Iemand die de hele dag druk aan het typen is, terwijl hij dat anders niet gewend was, ligt in zijn droom nog vaak te typen. Ben je ergens anders druk mee geweest, dan kan dat je ’s nachts bezighouden. Als je over een paar dagen bijvoorbeeld een grote reis gaat maken, met een vliegtuig, terwijl je nog nooit gevlogen hebt, kun je er over dromen.
Zo zijn ook veel dromen, misschien wel alle dromen, in de Bijbel te verklaren: de farao droomt van koeien die uit de Nijl komen. Begrijpelijk: Egypte was in veel opzichten van de Nijl afhankelijk. Een goede rivierstand e.d. kon een vruchtbaar jaar betekenen, een lage rivierstand hongersnood. Ook de droom over de goede en slechte aren is op die manier verklaarbaar. Alleen: de Heere wil dat gebruiken. De Heere werkt dikwijls niet buiten ons, mensen, om, en dat kunnen ook dromen van mensen zijn. Een ander voorbeeld: de droom van Jozef als hij gemerkt heeft dat Maria zwanger is. Heel begrijpelijk dat hem dat bezig houdt. Het had een heel verdrietige en zelfs angstige droom kunnen worden. Maar de Heere keert het heel bijzonder ten goede om: de engel des Heeren verschijnt hem in de droom met het wondere bericht dat de Messias zal komen en geboren zal worden uit Maria. Begrijp me goed: niet dat we alle dromen in de Bijbel moeten gaan psychologiseren. Maar wel: de Heere kan door dromen in de leefsituatie van mensen komen, soms waarschuwend (dat Jozef en Maria met het Kind naar Egypte moeten vluchten), soms bijzonder vertroostend en bemoedigend (het gezicht dat Paulus in de nacht ontving, in Korinthe, Hand.18:9), enz.
Ik vergelijk ons hoofd wel eens met een computer. Er wordt van alles in opgeslagen. Je kunt het na een tijdje verwijderen, je kunt het ook, als je het niet hebt verwijderd, na heel veel jaren opnieuw ophalen. Bij een computer gebeurt dat door menselijke handelingen. Met ons hoofd is dat natuurlijk anders. Hoewel: psychiaters kunnen iemand soms behandelen door middel van dromen. Een psychiater kan bijvoorbeeld zeggen: Vertel maar eens, wat je gedroomd hebt, enz. En daar kan hij bepaalde conclusies aan verbinden en zo proberen iemand te helpen.
Ik kan dat ook nog wat uitbreiden: Je kunt zelf een beetje ‘psychiater’ van jezelf zijn. Je kunt namelijk door een droom soms (of vaak) jezelf leren kennen. Iemand die vaak droomt van geld e.d. moet zich eens afvragen of hij niet gierig is. Iemand die vaak droomt van een dure auto en een prachtig huis of mooie kleren, moet zich afvragen of hij niet al te werelds is. Iemand die vaak seksuele dromen heeft: of hij niet wellustig is. Een oude moeder of oma die vaak angstig droomt dat ze de baby heeft vergeten e.d., is waarschijnlijk een heel goede, maar ook overbezorgde moeder geweest, enz.
Waarom ik dat allemaal schrijf? Ik probeer een beetje in jouw buurt te komen. Toen je nog klein was had je angstige dromen en nachtmerries. Ik kan dat natuurlijk niet verklaren. Het ene kind is angstiger dan het andere kind. Misschien is dat bij jou een beetje een familietrek. Of, ook dat kan: je had een moeilijke geboorte, het “geboortekanaal” was erg nauw (je begrijpt wat ik daarmee bedoel). Of, je hebt door de een of andere reden weinig basisvertrouwen meegekregen. Kinderen van asielzoekers bijvoorbeeld, die hebben moeten vluchten, hebben vaak nachtmerries; ze hebben weinig of geen basisvertrouwen meegekregen, enz.
Nu heb je bijna elke nacht nare dromen. Vooral nadat je verkering is uitgegaan. Vaak gaan je dromen over je ex-vriend. Je zou je hoofd op slot willen doen en liever niet meer willen dromen. Je zou kunnen zeggen: wat als het ware in je hoofd is “opgeslagen” zou je willen verwijderen, maar de “verwijderknop” werkt niet. Je vraag is: Hoe moet dat dan? Heb ik tips?
Ik denk dat het uitraken van je verkering heel schokkend voor je is geweest. Dat is, als je veel van je vriend hield, heel erg verdrietig voor je. Je nare dromen komen dus door de “bezigheid” van de uitgeraakte verkering. Misschien had je helemaal niet verwacht het uit kon raken. Je had helemaal je hart op je vriend gezet. En nu zijn er, bewust of onbewust, allemaal gedachten bij je, soms zonder dat je die op een rijtje kunt brengen. Misschien denk je: ik ben vast ook niet acceptabel voor andere jongens. Misschien heb je er wel een beetje minderwaardigheidsgevoel over. Je vriendinnen hebben verkering, en jij niet. En je hield zoveel van hem...
Ik zeg daar een paar dingen van: Ik denk dat je, hoe verdrietig dat ook voor je is, de uitgeraakte verkering moet proberen te accepteren. Met Gods hulp natuurlijk. Maar ik denk dat de Heere ook van je vraagt dat je het zelf ook doet. Elke verkering is er om als meisje en jongen naar elkaar toe te groeien. Gebeurt dat niet, dan kan het nooit een gelukkig huwelijk worden. Probeer dat steeds tegen jezelf te zeggen. Je dromen hebben er, als ik het goed zie, sterk mee te maken dat je het uitraken van je verkering niet goed verwerkt hebt. Vind je het erg als ik tegen je zeg: Probeer het. De Heere heeft kennelijk iets (iemand) anders met je voor. Vaak zien we dat later pas. Maar het is vaak moeilijk om nu al aan de eventuele gevoelens van later te denken. Toch: vertrouw op de Heer en Hij zal het maken (Psalm 37:3 en 5).
In de tweede plaats: Het is goed om er met iemand die je erg vertrouwd is, over te praten. Dat is misschien niet zo gemakkelijk, want gevoelens zijn soms moeilijk uit te spreken. Maar ook mensen die in rouw zijn omdat ze een geliefde verloren, moeten vaak praten. Hoe meer dat gebeurt, hoe meer het gebeurde een “oud bestand” gaat worden; bepaalde bestanden kunnen daardoor soms verdwijnen. Wat niet verdwijnt, kan (en dat is met jou, denk ik, het geval) in dromen terugkeren. Aan de ene kant: er niet teveel over praten, want dan ben je er weer met je gedachten mee bezig. Aan de andere kant: je hert eens uitstorten bij een vertrouwd iemand, kan opluchten en het “bestand” verwijderen.
In de derde plaats, ik zei daar al wat van: Praat erover met de Heere. In het gebed. En vraag om rust. Misschien kun je (ik doe je er toch geen pijn mee, dat ik dat zeg?) vragen of de Heere je een andere weg wil wijzen, misschien een andere vriend. Let erop: niet geforceerd. Alleen een vriend, die helemaal bij je past. En met wie je de Heere kunt dienen.
In de vierde plaats: Het is goed om afleiding te zoeken. Is er een jeugdvereniging, een zangkoor, iets anders?
Wat ik met dit alles bedoel: Je dromen kunnen pas weggaan, als de “bezigheid” weg is. Je hoeft niet te bidden of de Heere wil geven dat je nooit meer zult dromen. Ook dat kan natuurlijk. Maar ik denk dat dat bij jou, als ik je karakter goed peil, niet zo gauw gebeurt. Maar vraag de Heere of het goede dromen mogen zijn. En: dat je leven zo mag zijn, dat je dromen “gaaf” worden, dromen, waar je om kunt (glim)lachen, in de droom zelf, of als je eraan terugdenkt. Moet je eens denken aan het Pinksterfeest: jongeren zien gezichten (laten we maar zeggen: ook een soort dromen), en ouden dromen dromen, zegt Petrus (aanhaling uit Jo?l). Dat zijn geen nare dromen. Maar dromen van Wie de Heere voor Zijn kinderen wil zijn, vredige dromen, dromen van het Vrederijk van God, dat eens zal komen. Heel belangrijk is dat je je, door het geloof in de Heere Jezus, aan de Heere kunt overgeven. Dat er vrede in je hart is. De grootste zondaar kant toch bij Hem terecht? Je kunt voor de Heere gelukkig nooit te min, te simpel of te slecht zijn. De Heilige Geest wil je als een ‘minne’ zondaar op de Heere Jezus doen zien.
Beste vriendin, ik hoop dat ik je wat gedachten heb meegegeven en je daardoor wat geholpen hebt. Ik hoop dat je, als je droomt, veel vredige dromen mag hebben: Dat er een God is, ook voor jou, Die op Zijn tijd geven zal wat je nodig hebt.
God zegene je. Ik hoop dat je een heel goed jaar 2007 zult hebben. En vele goede jaren daarna. Met God.
Ds. H. Veldhuizen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Veldhuizen
- Geboortedatum:02-01-1938
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Wapenveld
- Status:Inactief
