Bekeerde overgrootmoeder keek in de toekomst

Ds. P. van der Kraan | Geen reacties | 30-11-2005| 00:00

Nog voordat ik geboren werd, wist een bekeerde overgrootmoeder dat ik een meisje was. Ze heeft ook gezegd dat ik bekeerd zou worden. Mag je zoiets ook geloven? Dus mag ik geloven dat ik bekeerd zal worden?

Mensen, ook al zijn ze bekeerd, blijven mensen en kunnen zich vergissen. Wie bouwt op Gods Woord vergist zich niet, want dat is onfeilbaar. Wat jij dus moet doen? Niet bouwen op wat (bekeerde) mensen zeggen. Dan zou je van hen een afgod maken en ontneem je God Zijn eer. En de Heere is op niets zo jaloers als op Zijn eer. Daarom moet jij maar een ding doen. Biddend worstelen met het Woord van God en met de God van het Woord. In die weg wil de Heere de wonderen van Zijn genade verheerlijken in jouw leven en niet omdat je een bekeerde grootmoeder hebt gehad die wellicht 'iets' voor jou heeft gehad, wat dat ook mag zijn geweest. Stel je voor dat dit uitkomt terwijl je de Heere niet heilig hebt lastig gevallen (maar ik waarschuw je nog eens dat het zo niet gebeurt!) dan zou je met je grootmoeder de lucht ingaan en de Heere van Zijn eer beroven. Zou de Heere dat dulden? Daarom moet je de weg gaan die de Heere in Zijn Woord aan jou wijst: loop de Heere aan als een waterstroom en pleit op Zijn Woord. Zelfs de gedachte dat de Heere je wel zal bekeren omdat je overgrootmoeder iets voor je heeft gehad, moet je uit je gedachten bannen. Want het gevaar bestaat dat je er toch stiekem op blijft vertrouwen en dan speel je de duivel in de kaart. Je wordt zorgeloos en tenslotte zou je de Heere niet meer nodig hebben.

De Heere vervult alleen Zijn beloften en niets anders. Zelfs dat doet Hij alleen in de weg van geloofsworsteling en beproeving. En niet automatisch.

Kan het dan niet dat je overgrootmoeder iets voor jou gehad heeft? Ik weet het niet. Het gebeurd wel eens dat (groot)ouders werkzaam raken met een (klein)kind. Ook gebeurd het wel eens dat de Heere hen te geloven geeft dat Hij met dat kind iets voor heeft. Als ze echter wijs zijn (en een diep afhankelijk leven van de Heere maakt wijs) dan houden ze dat voor zichzelf en leggen het de Heere voor. Wel mag je de naam van zo'n godvrezende grootmoeder aan de Heere noemen en Hem voorhouden in deze zin: “Heere, U bent toch de God van de geslachten en U was het ook van mijn grootmoeder. Wilt U dan ook mij God zijn?” Dat deden Izak en Jakob ook als zij de Heere aanriepen als de God van hun (groot)vader. Ik hoop dat je zo zult worstelen tot de Heere je zegent.

Dit artikel is beantwoord door

Ds. P. van der Kraan

• Geboortedatum:
  06-02-1948
• Kerkelijke gezindte:
  PKN (Hervormd)
• Woon/standplaats:
  Arnemuiden
• Status:
  Actief

129 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven